Consequente houding van sommige Kerken Scène in de filmstudio uit Joop Geesink's speeljilm: ..HET WONDERLIJKE LEVEN VAN WILLEM PAREL" door de bedoelde nakeuring zelfs zijn verboden, realiseert men zich dat dit ontwerp, ware het wet geworden, in zijn belangrijkste strekking, namelijk het sauveren van de gemeentelijke nakeuring, tot een ridiculiteit zou zijn ge worden. De Overheid mag er de Kamer daarom in dit opzicht wel dankbaar voor zijn. dat zij bijtijds de remmen heeft aangezet. Het begint evenwel duidelijk te worden dat met dit al het ..filmvraagstuk". voor zover dit betreft de beoordeling van de inhoud van de film, zich onherroepelijk aan de locale sfeer van de gemeentelijke autonomie zal gaan ont trekken en in de toekomst alleen nog zal kunnen worden gezien in nationaal en zelfs internationaal verband. Deze beschouwing in vogelvlucht brengt ons vanzelf op de verhouding kerk en film. waarbij wij inzonderheid de aandacht zouden willen vestigen op de consequente houding welke mei betrekking tot de film wordt aan genomen door de Kerken, die participeren in de Oecumenische Raad van Kerken in Neder land. Dit is iets waaraan in de kringen van hel filmbedrijf over het algemeen nog te weinig aandacht wordt geschon ken, omdat men vaak maar voetstoots aanneemt dat de Kerken zonder meer de film en de bioscoop zouden afwij zen. Dit is in zijn algemeenheid zeker niet juist en in het bijzonder niet met betrekking tot deze groep van Kerken, welke ook de Lutherse Kerken en de Nederlands Her vormde Kerk omvat. Deze Kerken hebben zich zeker niet laten verleiden tot een struisvogelpolitiek, maar evenmin waarde gehecht aan verbodsbepalingen. Integendeel, zij hebben openlijk in een. naar aanleiding van het reeds eerder genoemde wetsontwerp gezamenlijk aan de Kamer gerichte, nota onder meer verklaard ,,het een denaturering van de evangelische boodschap" te achten „wanneer het Christelijke leven gewrongen wordt in een keurslijf van nauwgetrokken grenzen, van bepalingen en van verboden." Zij gaven in deze nota te kennen dat ..een op strafbepalin gen berustende culturele opvoeding van ons volk (in casu ter zake van de film) nimmer het gewenste resultaat kan opleveren, omdat daarbij een persoonlijk verworven ver antwoordelijkheidsbesef achterwege moet blijven."' Zij betoogden voorts dat dit eventuele resultaat integendeel ..een ondermijning van de persoonlijke oordeelsvorming en een bevordering van een opkomend cultureel nihilisme" moet inhouden. Deze Kerken zijn van oordeel, dat er ten aanzien van de film een opvoedende taak bestaat, namelijk het vulling 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 13