Exploitanten financieren onafhankelijke productie Dank van het Roode Kruis Langzamerhand is in exploitantenkringen de overtuiging gegroeid, dat de bron van de huidige moeilijkheden goed deels te vinden is in een tekort aan product en uit deze opvatting is het streven ontstaan om de productie van films, vooral van niet al te kostbare films, te stimuleren. Zo was het belangrijkste besluit welke de eerder ver melde ledenvergadering van de T.O.A. te Chicago heeft genomen dat stappen zullen worden ondernomen om de productie van goede films aan te moedigen. Dit houdt in dat alle leden dezer organisatie als een eerste financiering een bedrag ter beschikking zullen stellen gelijk aan de wekelijkse omzet van elk van hun bioscopen. Er is een commissie benoemd, welke ten spoedigste de stichting van een financieringslichaam heeft voorbereid, namelijk de Exhibitors Film Financial Group Inc., dat over een beginkapitaal van 10.000.000 beschikt om on afhankelijke producenten te financieren. Als men in aan merking neemt, dat alle grote bioscoopconcerns achter dit besluit staan, wordt het duidelijk, dat het hier om een project gaat dat zelfs naar Amerikaanse maatstaven iets te betekenen heeft. Maar de T.O.A. is niet de eerste exploitantenorgani satie, die zich op het terrein van de productie gaat bege ven. Enige maanden geleden is namelijk reeds door een groep vooraanstaande exploitanten op initiatief van Fred Schwartz, president van het Century Theatres concern te New York, de Distributors Corporation of America opgericht, welke de financiering en distri butie van films ter hand zal nemen. Er is een kapitaal van rond 12.000.000 gestort, waarvoor men voorlopig tien films hoopt te vervaardigen. De 1.005 bioscopen van deze exploitantengroep hebben een gezamenlijke zitplaat sencapaciteit van meer dan 1.000.000, wat ook naar Amerikaanse opvatting een basis voor een redelijke afzet garandeert. Daarom zal de Distributors Corporation of America haar werkzaamheden ook uitstrekken tot het dis tribueren van niet door haar gefinancierde films. Zij heeft in feite de verhuur van twee van dergelijke films waar van één Europese reeds ter hand genomen. Twee gefi nancierde films zijn inmiddels gereed gekomen, twee andere zijn in productie en nog twee in voorbereiding. Het is opmerkelijk, dat de D.C.A., de eerste Amerikaanse productieverhuurmaatschappij van enige betekenis welke geheel het eigendom is van en geleid wordt door exploi tanten, voornemens is 5 of 6 films in co-productie in Europa te vervaardigen. Ook de tweede grote nationale exploitantenorganisatie, de Allied States Association of Motion Picture Exhibitors, waarvan in hoofdzaak de groepen van de kleinere exploitanten lid zijn, heeft be sloten de productie van films te financieren. Zij heeft de onafhankelijke producent Hal R. Makelim opdracht gege ven tot het vervaardigen van een serie van twaalf films, welker productiekosten tezamen ongeveer $12.000.000 zullen belopen. Reeds 3000 exploitanten hebben speeldata National Theatres Inc. plannen om zelf tot productie over te gaan. Het concern zal hiervoor echter toestemming moeten hebben van het Departement van Justitie, omdat het behoort tot die concerns welke krachtens het eerder genoemde vonnis van December 1946 onttrokken werden aan de invloed van de productiemaatschappijen. Men verwacht, dat, afgezien nog van het T.O.A.-project en de plannen van National Theatres, op deze wijze in 1955 ten minste dertig films tot stand zullen komen, welke buiten de grote productiemaatschappijen om in distributie zullen worden gebracht. Bovendien maken de exploitanten er geen geheim van dat zij alleen bereid zijn die onafhan kelijke producenten te financieren, die hun films niet via de grote maatschappijen uitbrengen. Begrijpelijkerwijze wordt dit door de leidende distributiemaatschappijen met lede ogen aangezien, maar zij kunnen daar weinig anders aan doen, dan het besluit te nemen aan de exploitanten voordeliger vertoningsovereenkomsten aan te bieden, waar het laatstgenoemden ten slotte om te doen is. De vrijwel algemene neiging onder de exploitanten om een onafhankelijke productie te financieren heeft inmid dels tot een merkwaardige reactie geleid bij sommige productiemaatschappijen. Zo heeft Columbia Pictures Corporation medegedeeld dat zij een .,f"maneierings-fonds" van 10.000.000 ter beschikking stelt voor onafhankelijke producenten, die een behoorlijk project hebben. Andere maatschappijen welke nadien nog eens nadrukkelijk ver klaard hebben bereid te zijn een onafhankelijke productie te financieren zijn Republic, Allied Artists, R.K.O., War ner Bros., Paramount en United Artists. gegarandeerd. Andere exploitantengroepen hebben eveneens overeen komsten gesloten met onafhankelijke producenten, onder meer met de door Ida Lupino geleide Filmmakers Inc. Volgens betrouwbare berichten heeft het grootste bioscoop concern in de Verenigde Staten, het 466 zaken tellende Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft bij schrijven d.d. 30 December 1954 aan het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond medegedeeld, dat de ten bate van het Nederlandse Roode Kruis van 15 tot en met 21 October 1954 in de bioscopen van de Bondsleden gehouden jaarlijkse collecte rond f 87.540,— heeft opgebracht, hetgeen 14.590 méér is dan de collecte van het voorafgaande jaar. Een gespecificeerde lijst, welke een overzicht geeft van de opbrengst per bioscoop, is inmiddels aan alle theater directies aangeboden. Naar het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis mededeelt, zal de opbrengst van deze collecte in hoofdzaak worden aangewend voor de inrichting en verbetering van de ruim 900 hulpposten langs de weg, die aan vele verkeersslachtoffers waaronder kinderen niet op de laatste plaats de vaak van essentieel belang zijnde eerste hulp kunnen bieden. „Wij prijzen ons gelukkig", zo besluit de on- derwerpelijke brief, „dat het, Nederlandsche Roode Kruis telkens weer mag bouwen op de zo bijzonder gewaardeerde medewerking van Uw Hoofdbestuur en de leden van Uw Bond. Gaarne betuigt ons Hoofdbestuur U opnieuw zijn erkentelijkheid voor de steun, welke ook ditmaal weer van Uw organisatie werd ondervonden." 21

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 22