Schriftelijke
operateurscursus
Internationale conferentie Tan
journaalfilmproducenten
lampenhuis of bijvoorbeeld op een gelijk-
richter te leggen, zodat ze gelijkmatig
warm worden en goed droog zijn.
Verder is het steeds noodzakelijk voor
zichtig met de koolspitsen om te gaan,
teneinde te voorkomen dat bij hooginten-
siteit koolspitsen onder de dunne koper
mantel een breuk ontstaat. Bij het weg
smelten van het desbestreffende gedeelte
van de kopermantel tijdens het gebruik
zou dan immers een stuk van de kool af
breken, waardoor de booglamp gewoonlijk
uitgaat. Wanneer men zwarte koolspitsen
gebruikt die voortdurend spetteren en on
rustig branden, dan wijst dit op een te
hoge belasting.
Is er sprake van een vlekkerig beeld,
dan duidt dit op onvoldoende inbranden
van de krater. Bij LI (zwarte) zowel als bij
Hl-kolen is voor het inbranden een be
paalde tijd nodig. Een enkele maal komt
het voor, dat reeds gebruikte kolen bij
liet tegen elkaar drukken niet tot ontbran
ding komen. Dit is een gevolg van het feit,
dat zich op de brandvlakken een zeer
dun carbidlaagje heeft gevormd, hetwelk de
stroomdoorgang belemmert. Na korte tijd
valt dit carbidlaagje onder invloed van de
vochtigheid van de lucht meestal uiteen,
doch indien er niet voldoende vocht in de
lucht aanwezig is, kan het voorkomen, dat
men het moet afkrabben.
Een volgende ongerechtigheid, die zich
in het bijzonder bij het ontsteken van Hl-
kolen nu en dan voordoet, is het ontstaan
van een sterke roetontwikkeling. Deze
levert een ernstig gevaar op voor de spie
gel. Op de plaats waar het roet op de
spiegel neerslaat wordt namelijk de warm
testraling geabsorbeerd, waardoor het glas
zeer heet wordt, terwijl op de overige
plaatsen de lichtstralen vrijwel volledig
gereflecteerd worden en de spiegel dus
koud blijft. Hierdoor ontstaan spanningen,
waartegen de spiegel niet bestand is. Zij
zal derhalve barsten. Door het verlagen van
de ontsteekstroom zal men van deze storing
gewoonlijk geen hinder ondervinden, omdat
de roetvorming optreedt door tijdelijke over
belasting van de spitsen, waardoor onvol
ledige verbranding van de koolstof plaats
vindt.
Droomscène uit Joop GeesinKs speelfilm:
.MET WONDERLIJKE LEVEN VAN WILLEM PAREL''
Een zeker middel is overigens een be-
schermkap, die gedurende de tijd van het
inbranden respectievelijk ontsteken van de
booglamp de spiegel beschermt. Hierdoor
vermijdt men tevens, dat de spiegel wordt
getroffen door bij het ontsteken wegspat-
tende stukjes gloeiend koper. Bij moderne
spiegelbooglampen wordt deze bescherm-
kap bij het sluiten van de lichtklep auto
matisch voor de spiegel gebracht.
In de volgende publicatie zullen wij ons
verder bezighouden met de loop van de
lichtstralen vanaf de booglamp naar het
doek en met de storingen, die zich daarbij
kunnen voordoen.
Op Donderdag 13 Januari is wederom
een schriftelijke cursus, die opleidt voor
het examen ter verkrijging van het diplo
ma A of B, alsmede voor het examen ter
verkrijging van het practijkcertificaat, be
gonnen.
Het Bestuur van de Stichting „Instituut
voor Opleiding van Technisch Bioscoop
personeel" deelt ons mede, dat aan deze
cursus nog leerlingen kunnen worden toe
gevoegd, mits zij zich zo tijdig mogelijk
aanmelden.
Op initiatief van de directeuren van de Franse journaal-
filmproductiemaatschappijen hebben op 14 en 15 Januari
j.1. de directeuren van de journaalfilmproductiemaat-
schappijen in Europa te Amsterdam vergaderd om de
betrekkingen met de Europese televisiestations te be
spreken.
Met name in Frankrijk en België zijn overeenkomsten
van kracht geworden voor de levering van internationaal
nieuws aan de nationale televisie. Deze levering geschiedt
via bureaux, welke men in die landen de naam ..Video"
heeft gegeven.
Men heeft te Amsterdam de wens uitgesproken deze
overeenkomsten zo mogelijk uit te breiden, mits van alle
hierbij betrokken belanghebbenden de goedkeuring daar
voor kan worden verkregen. Voor dit doel is een resolutie
gezonden naar het Europese televisiecongres in Monte
Carlo.
Door verschillende deelnemers aan deze conferentie is
er nadrukkelijk op gewezen, dat de belangen van de
Europese bioscoopexploitanten geen ogenblik uit het oog
mogen worden verloren.
Het ligt in het voornemen aan het eind van dit jaar in
Parijs of Rome opnieuw bijeen te komen, teneinde na te
gaan in hoeverre het te Amsterdam besprokenB in de
practijk tot aanvaardbare resultaten heeft geleid.
„Goede films kosten geld. Als het filmbedrijf geen geld f
heeft, kunnen er ook geen goede films zijn. De film is 1
vandaag voor de brede lagen van het volk het instrument
voor de ontspanning en ontwikkeling. De officiële schouw- I
burgen krijgen in alle landen buitengewoon hoge subsi-
dies uit de begrotingsmiddelen. Is het geen schandaal 1
1 zonder weerga de film zo buiten verhouding te belasten? 1
Dit is een dwaasheid, welke men op de duur niet hand- 1
1 haven kan. Het is de taak van de Staat, deze barrière voor f
de film uit de weg te ruimen."
(P. B a u s c h, voorzitter van de filmcom-
missie van de Duitse Bondsdag, in een aan
het begin van deze maand gehouden radio-
1 toespraak)
25