Nieuws uit de cabine
Het Projectiescherm
Nu wij hel in de voorgaande twee publicaties in deze
serie hebben gehad over de lichtbron en de juiste instel
ling daarvan, teneinde een maximale hoeveelheid licht op
het doek te krijgen, zullen wij tenslotte hel projectiedoek
zeil aan een korte beschouwing onderwerpen.
Voor de toeschouwers is het het belangrijkste hoeveel
licht door hel projectiedoek wordt teruggekaatst. Hoe
beter het reflectievermogen van hel scherm is. des te min
der licht behoeft er op gestraald te worden, teneinde een
goed beeld Ie krijgen.
Om na te gaan hoe het met de reflectie van hei pro
jectiedoek gesteld is kan men gebruik maken van een
lux-meler. Men houdt de meter eerst tegen hel projectie
doek aan mei de gevoelige kant naar de lichtbron loe en
leest het aantal lux af. Daarna draait men de meter om
en meet op een afstand van enige meters van hel scherm
het daarvan teruggekaatste licht. Men krijgl nu allijd een
lagere waarde.
Wanneer men deze lagere waarde deell door hel aantal
lux dat het eerst werd gemeten, vindt men een verhou
dingsgetal dat steeds kleiner is dan 1. Is dit bijvoorbeeld
0,8 dan wordt dus 0.8 deel van het opgevangen licht
teruggekaatst, hetgeen overeenkomt met 80 r/<Dit noemt
men het lichtrendement van het projectiedoek.
Voor een nieuw projectiedoek is dit wel ongeveer nor
maal, hetgeen dus betekent, dat er een lichtverlies van
ca 20 optreedt. Het valt te begrijpen, dat naarmate het
projectiedoek vuil wordt, dit verlies groter zal zijn.
Een goede verlichlingssterkte voor het midden van het
doek is 125 lux; rekening houdende met een absorbtie-
verlies van 20 wordt dan 100 lux naar het
publiek gereflecteerd, hetgeen een mooie, heldere beeld-
indruk geefl.
Dit alles en ook de hierna volgende gegevens gelden
uitsluitend wanneer er sprake is van projectiedoeken met
een diffuse reflectie, dat wil zeggen, dat het opvallende
licht naar alle richtingen nagenoeg gelijkmatig wordt
teruggekaatst.
Voor gemetalliseerde projectiedoeken of andere pro
jectiedoeken met gerichte reflectie, bijvoorbeeld parel-
schermen, moeten geheel andere normen worden aange
legd.
In Duitsland heeft Zeiss Ikon een eenvoudig hulpmiddel
op de markl gebracht, waarmede gemakkelijk kan worden
vastgesteld in hoeverre de maximale lichthelderheid van
het projectiescherm achteruit is gegaan door het vuil wor
den van hel doek, zolang er sprake is van diffuse reflectie.
Men noemt dit hulpmiddel in Duitsland „Bildwand-
proben" (Zie afbeelding). Vrij vertaald zouden wij kunnen
spreken van: controlepanelen voor hel projeetiedoek.
Overigens hebben deze paneeltjes slechts afmetingen van
9.5 X 15 cm. Het geheel is opvouwbaar en daardoor ge
makkelijk te hanteren. Het kan door de erkende handelaren
in ons land ongetwijfeld geleverd worden.
Indien men over een lux-meter beschikt kan de toestand
van het projectiedoek door middel van de hierboven be
schreven meting regelmatig gecontroleerd worden en heeft
men geen verdere hulpmiddelen nodig. anneer zulk een
instrument niet aanwezig is kan men de verlichtingssterkte
van het doek eenmaal laten meten en verder, aangenomen
dal in deze lichtsterkte geen verandering wordt gebrachl,
met behulp van de Bildwandproben nagaan, of het tijd
wordt, dal hel projectiedoek een schoonmaakbeurt krijgt
respectievelijk voor vernieuwing in aanmerking komt.
In Duitsland heeft men aan de hand van uitgebreide
onderzoekingen vastgesteld, dat de helderheid van een
projectiedoek in het midden circa 100 apostilb dient te
bedragen om een goed helder beeld te verkrijgen.
Een nadere verklaring van de eenheid van helderheid
apostilb valt buiten het bestek van deze publicatie. Er zij
volstaan met de opmerking, dat zij is samengesteld uit de
lichtsterkte in samenhang met het belichte oppervlak.
Wanneer men uitgaat van 100 apostilb in het midden
van hel doek, mag de helderheid aan de randen niet min
der bedragen dan 75. Hoger dan .120 apostilb mag men
echter ook weer niet gaan, omdat dan sprake is van over
belichting, hetgeen zeer storend werkt.
Genoemde Bildwandprobe dient nu om met vrij grote
nauwkeurigheid het aantal apostilb te bepalen, hetgeen
zoals uil het vorenstaande blijkt bij onveranderlijke licht
sterkte afhangt van het reflectievermogen van het doek.
Dit laatste hangt op zijn beurt weer nauw samen met de
vraag, in hoeverre het doekoupervlak schoon is.
De contrölepaneeltjes zijn derhalve voorzien van opper
vlakken met verschillend reflectievermogen. Deze opper
vlakken zijn zodanig gekozen, dat ze overeenkomen met
de toestand, die zich over het algemeen voor wat de pro
jectieschermen betreft in hel bioscoopbedrijf voordoen.
Voor het verrichten van de gewenste meting houdt men
18