Ten slotte Ir. H. van Vreeswijk Overzicht van de wachthall installatie. In Carolus wordt de ge filterde lucht verwarmd, onver warmd of door welwater gekoeld boven in de zaal ingeblazen en onder afgezogen. In de zaal bevinden zicli geen radiatoren; deze zijn wel in de dienstvertrekken geplaatst. In de vestibule is een afzonderlijke luchl- verwarming geplaatst, zodat daar overdruk heerst en tocht voorkomen wordt. De twee ketels, ieder met twee-derde van de totaal benodigde capaciteit, worden natuurlijk met olie gestookt. Wat zijn nu nog meer belangrijke punten, waarop men moet letten bij het bouwen van een bioscoop? Het zijn eigenlijk dezelfde punten, waar hel bij de meeste gebouwen op aankomt: Zo bouwen, dat de onderhoudskosten tot een minimum worden teruggebracht; zo bouwen, dat men overal te allen tijde gemakkelijk bij kan komen; zo bouwen, dat de cubieke meterprijs relatief zo laag moge lijk komt Ie liggen: het beschikbare geld zo gebruiken, dat de mooie materialen en de kostbare afwerking alleen daar komen, waar het publiek komt. „Behalve de eisen, die het bioscoopbedrijf zelf aan de financiën stelt voor wat betreft de nieuwbouw men denke aan de uitbreiding van de woonwijken in de grote steden en de investeringen men denke aan nieuwe technische vindingen zoals de onlangs ingevoerde Cine- maScope zijn er naar mijn mening en zo kom ik tot een tweede motief —nog andere belangen in het spel. Daarmede heb ik het oog op de Nederlandse filmkunst. Al schijnt het wel eens anders en al is het niet zo alge meen bekend, toch is het zo, dat het georganiseerde bio scoopbedrijf - daarmede bedoel ik de Nederlandsche Bioscoop-Bond voor de bevordering van de Nederlandse filmkunst niet alleen een open oog heeft, maar wat meer betekent, ook een open beurs. De Nederlandsche Bio scoop-Bond heeft reeds ƒ1.000.000 geïnvesteerd in de Cinetone Studio's bij Amsterdam. Men zal zeggen: dit is nog maar de technische kant van de zaak. Maar er is meer. Ik ben in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van een bereidverklaring, die de Nederlandsche Bioscoop- Bond heeft gegeven aan de Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen om gedurende 10 jaar de even tuele tekorten van de productie van Nederlandse speel films op te vangen. Het zal U duidelijk zijn, Mijnheer de Voorzitter, dat mij dit zeer ter harte gaat. Natuurlijk kan die bereidverklaring eerst gerealiseerd worden, wanneer het bioscoopbedrijf financieel daarvoor enige armslag krijgt. Daarom hoop ik van harte, dat, wanneer straks op de grote gemeenten een beroep zal worden gedaan, om tot verlaging van de bioscoopbelasting over te gaan, de grote gemeenten daarvoor een open oog zullen hebben. Ik houd mij er van overtuigd, dat deze bewindsman zulks met ge noegen zou zien." (Mr. Dr. P. J. Witte man, oud-Minister van Binnenlandse Zaken, Voorzitter van de Voor lopige Raad voor de Kunst, in zijn in de zitting van de Eerste Kamer op Woensdag 3 Maart 1954 mede namens zijn fractie afgelegde princi piële verklaring.) Verder moet men zorgen, dat het publiek nergens kans krijgt om te struikelen; nooit één opstapje in een gang pad maken. Zorgen voor een vloeiend verloop van de in- en uitgangen. Zorgen dat men zonder opstapje(s) van het trottoir in de cassahall binnengaat. Zorgen voor goede publiciteitsmogelijkheden: fotokasten. annonceerborden, neon-verlichting, enz. Wat dit laatste betreft is mijn opvatting, dat een thea tergevel meer „reclame in steen" is, dan „architectuur", al streef ik er naar beide te doen samengaan. Vooral bij avond zijn de gevel en de hall van Carolus fantastisch. Het trottoir wordt helder verlicht door het van binnen met wit neon verlichte transparant, waarop de film wordt aangekondigd. Ook de achterzijde van deze lichtbak is met opalineglas bezet, zodat de cassahall hier door eveneens licht ontvangt. Achter de vlaggemasten, die de gevel flankeren, zijn oranjerode neonlijnen aange bracht, die de halfcylindervormige vlakken des avonds fel verlichten. Dan is in de loggia boven in de cassahall een verlichting met natriumlampen geïnstalleerd, zodat deze loggia bij avond in geel licht baadt, terwijl aan het hall- plafond nog witte neoncontouren stralen. De gevel wordt bekroond door de naam Carolus, in blauw met gele neon- schaduwletters. Boven de C prijkt de keizerskroon. De zaal is betimmerd met mahoniehout; de wanden zijn ivoorkleurig bekleed met Acella. Er liggen nègre tapijten, terwijl het siergordijn voor het beeld van een prachtig warm goudbruin velours is. Het middenveld van liet plafond, dat hemelsblauw is geverfd, wordt aangelicht met blauwe neon in de rondlopende koof. In dieprelief- zijn in dit plafond 27 sterren gestucadoord. waarin de witte ballons hangen, die het directe licht geven, dal de zaal verlicht. De wachthall heeft een fraise frisee tapijt, een betim mering van ahornhout. met Zwitsers doek beplakte wan den, die in olieverf zijn geschilderd, blauwe fauteuiltjes en een fraaie lamp van spiegelend glas. waarop door de kunstenaar S. de Craaf de tekens van de dierenriem zijn aangebracht. Twee panelen van gezandstraald glas van zijn hand sieren de entreebordessen van de zaal. De voor stellingen zijn ontleend aan het leven van Karel de Grote.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 9