Voortzetting jaarvergadering Jaarrekening talrijke aanwezigen, waaronder de Franse regisseur Yves Allégret en vele buitenlandse bezoekers, de Secretaris- Generaal van het Ministerie van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen, Mr. H. J. Reinink, hel Arnhemse gemeente bestuur en tal van andere autoriteiten. Velen betreurden het. dat dit gezellige samenzijn legen twee uur moest wor den onderbroken, aangezien men zich naar het Rembrand) Theater moest begeven voor het bijwongn van de officiële opening van de „Filmweek Arnhem 1955". Op Dinsdag 28 Juni. des morgens om half' elf', her opende de Voorzitter, de heer M. P. M. Vermin, de leden vergadering. Na de aanwezigen welkom te hebben geheten, begroette hij de heer R. J. Schimmel als nieuw Hoofdbestuurslid. Spreker wees erop, dat de functie van Hoofdbestuurslid geen sinecure is en veel van de tijd en de werkkracht van de leden van dit College vergt. Hij hoopte, dat de heer Schimmel gedurende diens zittingsperiode blijk zou geven van hetzelfde enthousiasme, waarmede hij deze functie had aanvaard. Een bijzonder woord van welkom richtte de Voorzitter ook tot de heer Ch. van Riene, die de dag tevoren door Hare Majesteit de Koningin benoemd was tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Vervolgens was aan de orde de behandeling van de Rekening en Verantwoording van het financieel beheer over 1954 en het voorstel van het Hoofdbestuur om de door het accountantskantoor W. Langelaar te Amsterdam gecontroleerde Rekening van de Rond goed te keuren, als mede alle op het Bondsbureau Ier visie liggende rekenin gen der Afdelingen. Namens de Commissie van Rapporteurs, waarin zitting hebben de heren E. Alter. C. S. Roem. H. J. de Vries en A. F. Wolft', werd door eerstgenoemde verzocht om tege lijkertijd het voorstel tot vaststelling van de contributie voor het jaar 1955 en de Begroting van Ontvangsten en Uitgaven voor 1955 in behandeling te nemen, welk ver zoek door de Voorzitter werd ingewilligd. Alvorens de heer Aller namens de Commissie van Rap porteurs verslag uitbracht aan de vergadering, wees hij er op, dat er leden zijn die geen juist begrip tonen voor de taak van deze Commissie, welke een adviserende functie heeft. Het is haar taak om jaarlijks aan de ledenvergade ring verslag uit te brengen over de jaarstukken; zij is dus geen uitvoerend lichaam, maar geeft uitsluitend toelichting en advies. De heer Ch. run Biene geridderd. Mr. H. Reinink, Secretaris- Generaal van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen spelt hem de versierselen op de revers Bij haar algemene beschouwingen over de jaarrekening had de Commissie, naar de beer Alter mededeelde, onder meer de vraag gesteld waarom deze niet zoals bijvoor beeld bij Rijk en Provincie gesplitst was in gewone en buitengewone voorzieningen. Rij monde van de Penning meester, de heer W. K.G. van Royen. en de Directeur, de heer J. G. J. Rosman, was daarop toegezegd, dat er bij het Hoofdbestuur ernstig op zou worden aangedrongen, dat bij de samenstelling van de begroting 1956 en de jaar rekening voor 1955 met deze wens van de Commissie reke ning zou worden gehouden. Nadere inlichtingen werden door de Commissie even eens gevraagd met betrekking tot de post verbouwingskos- ten van rond 84.000,aangezien op de Regroting voor 1954 van deze te verwachten uitgave met geen enkel woord melding was gemaakt. Naar de mening der Commissie was dit een der belangrijke posten, welke niet op de ge wone jaarrekening thuis behoorde. Ten aanzien van het bedrag van rond 12.000,—, dat in 1954 ter beschikking was gesteld aan het Nederlands Filminstituut, en bet op de begroting voor 1955 voor dit doel uitgetrokken bedrag ad 15.000,deelde de Com missie het inzicht van het Hoofdbestuur, dal deze uitgaven ten volle verantwoord zijn. Inzonderheid de post „Filmverzekering" had de aan dacht der Commissie. Deze verzekering loopt eerst ultimo 1956 af. In verband met de gehele overschakeling op het onontvlambare acetaatmateriaal, oordeelde de Commissie deze kosten aan de hoge kant. Door de Penningmeester, de heer Van Royen, was te dien aanzien medegedeeld, dat binnenkort onderhandelingen zouden worden gevoerd om tot een verlaging van deze post te geraken. De Directeur, de heer Bosman, bad er daarbij echter op gewezen, dat tegenover hel verminderde brandrisico een grotere invoer van kleurencopieën staal, welke tengevolge van de subtili teit van dit materiaal aan grotere beschadiging onder hevig" zijn. Rij haar algemene beschouwingen had de Commissie zich met betrekking tot de steeds stijgende uitgaven afge vraagd, hoe de toestand zou zijn geweest, indien de recettes niet tengevolge van de voor het bioscoopbezoek gunstige weeromstandigheden in de zomer van 1954 waren geste- 10

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 12