Begroting
Toelichting van de Penningmeester
Nog een overzicht run de gedenkwaardige ledenvergadering in het Provinciehuis.
gen. De Rapporteurs konden zich niet aan de indruk ont
trekken, dat iedere stijging van inkomsten volkomen geab
sorbeerd wordt door nieuwe uitgaven, zodat er de voor
keur aan zou moeten worden gegeven eventuele hogere
inkomsten te reserveren voor onvoorziene omstandigheden.
Indien op de tot heden gevolgde weg zou worden voort
gegaan en een minder gunstige toestand zou intreden, zou
contributieverhoging niet meer te verhinderen zijn. De
Commissie verzocht daarom met deze opvatting rekening
te willen houden bij toekomstige bedrijfsvoering. Liever
zag zij een verlaging in de contributie, respectievelijk ver
sterking van de Weerstandskas, dan het steeds meer op
voeren van nieuwe uitgaven.
De Commissie van Rapporteurs achtte de toelichting op
de Begroting te beperkt gehoudenzij vond, dat deze zich
bepaalde tol de posten welke geen al te grote toelichting
van node hadden, maar dal onderscheiden belangrijke
posten, welke ongetwijfeld nadere toelichting vereisten.
deze niet verkregen hadden.
Zo waren door de Commissie onder meer nadere inlich
tingen gevraagd en verkregen over ..Filmverzekering",
..Bijdrage Nederlands Filminstituut", ..Advies inzake be
drijfspensioenfonds", ,,Filmweek Arnhem 1955" en On
derzoek film en vrije tijdbesteding".
Met betrekking tot de Balans werd door de heer Alter
onder meer nog opgemerkt, dat de Commissie uit nadere
informatie gebleken was, dat het effectenbezit tegen aan
koopwaarde op de Balans wordt vermeld en niet tegen
koerswaarde, omdat van de Bond geen fiscale balans ver
eist wordt.
Tenslotte adviseerde spreker namens de Commissie tot
goedkeuring der jaarstukken. (Applaus).
De heer A. F. Wolff, lid van de Commissie van Rappor
teurs en Voorzitter van de Afdeling Het Centrum, onder
steunde krachtig de reeds op Maandag namens de Afde-
lingsraad uitgesproken wens de Jaarrekening en Begroting
vroeger aan de leden toe te zenden, dan de laatste jaren
is geschied. Spreker verzocht de vergadering, haar goed
keuring te geven aan de jaarstukken, inzonderheid ook aan
de post verbouwingskosten, die van te voren niet op de
begroting had gestaan.
Spreker deelde mede vertrouwelijk kennis te hebben
genomen van de salarissen, welke nergens de redelijke
grenzen overschreden. Namens de Commissie adviseerde
hij de jaarstukken goed te keuren.
De Penningmeester, de heer W. K. G. van Royen, ver
klaarde aan de uitvoerige uiteenzetting van de heer Alter
slechts weinig te hebben toe te voegen, üp enkele punten
wilde spreker echter nog nader ingaan.
Inderdaad stond er bij de indiening van de Begroting
voor 1954 nog niets vast met betrekking tot de verbouwing
van het pand, waarin het Bondsbureau gevestigd is. Er
waren weliswaar besprekingen gevoerd over noodzakelijke
11