SNAPSHOTS W DE LOGES
V.l.n.r. de heer Ch. G. Malser, Burgemeester van
Arnhem, mevr. Malser, mevr. en Jhr. Dr. G. C.
Quarles van Ujjord, Commissaris der Koningin
„Dames en heren, ik stel er prijs op U nu
reeds dank te zeggen voor Uw belangstel
ling. Ik hoop, dat de vele vertoningen, die
in de komende dagen zullen worden gege
ven, zullen bijdragen tot een beter begrip
van de betekenis van de film in de huidige
samenleving en dat ook de besprekingen,
door de Nederlandsohe Bioseoop-Bond, de
stichtingen Nederlands Filminstituut en
Film en Jeugd georganiseerd, verhelderend
zullen werken en de beantwoording van
bepaalde vragen naderbij zullen brengen.
Ik vertrouw, dat U volop gelegenheid
zult hebben om de schoonheid van stad en
land van Arnhem te leren kennen en dat
de tijd welke U hier zult doorbrengen ter
gelegenheid van de Filmweek Arnhem voor
U een zeer aangename zal zijn.
Dames en heren, hiermede verklaar ik
de filmweek voor geopend."
Na deze openingswoorden zette luet
orkest het Wilhelmus in en toen de laatste
tonen weerklonken waren, betrad de verte
genwoordiger van de Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. H.
J Reinink, Secretaris-Generaal van dit
departement, het podium voor het uitspre
ken van een herdenkingsrede.
Herdenkingsrede van Mr. Reinink
..Met groot genoegen heb ik voldaan aan
het verzoek van de Commissie van Voorbe
reiding om hier aan het begin van de
Filmweek Arnhem 1955, georganiseerd ter
gelegenheid van het zestigjarig bestaan
van de cinematografie, een enkel woord te
spreken" verklaarde Mr. Reinink, en hij
vervolgde:
„Ik doe dit als Secretaris-Generaal van
het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen en tevens als Voorzitter van
het Holland-Festival.
Reeds menigmaal heb ik in deze beide
functies een manifestatie op kunstgebied
mogen inleiden, maar nimmer stond de
tiende muze, de filmkunst, als thans, in het
middelpunt der belangstelling. Een enkele
maal mocht zij als jongste telg op het feest
van de oudere zusters even om de hoek van
de deur komen kijken, maar op het Hol
land-Festival 1955 wordt de film kennelijk
als volwassen beschouwd en bij deze Film
week Arnhem gaat het zelfs geheel om
haar en wordt het feest geheel te harer ere
gevierd. Dit feit op zich zelf reeds geeft
stof tot overpeinzing, omdat hiermede be
wezen wordt, dat het verschijnsel film
langzamerhand in onze culturele samen
leving een plaats van betekenis is gaan
innemen.
Dat deze filmweek bier in Arnhem plaats
vindt, verheugt mij. Het is opnieuw een
teken, dat het culturele leven ook in hel
Oosten des lands een krachtige ontwikke-
V.l.n.r. op de eerste rij de lieer pn mevr. Weening
en de heer en mevr. W. K. G. van Roven. 2de
de heer en meer. C. S. Roem. de heer v. Si
en de heer en mevr. B. Schimmel.
ling doormaakt en met hel oog op hel
ideaal van de cultuurspreiding, dat ook de
huidige Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, zoals U weet, een warm
hart toedraagt, is het dus slechts toe te
juichen dat het deze eerste grote filmma-
nifestatie in ons land nu eens niet in het
Westen, maar in het actieve Arnhem, de
stad van het schone Sonsbeek, wordt ge
houden.
Zevenduizend jaar geleden wal spra
ken wij toch van een zestigjarig beslaan
lachten de Chinezen reeds om een
schimmenspel: bewegende figuren van
mens en dier. voortgetrokken langs een
wand van perkament. Dit was -- zegt
Gunter Groll in zijn „Magie des Films" -
de geboorte van de film.
Wiit de Chinezen maakten was slecht;
speelgoed. Eerst vele eeuwen later schiep
Europa samen met Amerika in de eeuw
van de massa en de machine uit schimmen
spel en de Laterna magica, de toverlan-
laarn van de Jezuïel Kircher uil 1650,
het fenomeen Film, zoals wij het kennen:
droom en techniek, opium en propaganda
middel, handelsobject en zedenspiegel. Dit
alles tezamen met een klein vleugje kunst.
Als kunst deelt de
film in de Overheidszorg
En dit laatste nu geeft mij een aankno
pingspunt om als Secretaris-Generaal van
het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen hier iets te zeggen over de
verhouding Overheid en Film. Want niet
allereerst om de educatieve betekenis van
de film al moge dan de bioscoop naar
het woord van een vroegere Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
Prof. Dr. Rutten, de avondschool van de
massa genoemd zijn is de film in Ne
derland aan de zorgen van deze bewinds
man toevertrouwd, maar veel meer omdat
bij de Overheid na 1945 het inzicht rijpte
dat film iets met Kunst te maken heeft.
En omdat alle kunsten, muziek, toneel en
letteren en beeldende kunst op het Minis-
mogelijkheden bestudeerd worden. Is het
wonder dal de gedachte aan een taak van
ilc Overheid op dit gebied len achter bleef
bij de andere gebieden van de kunst met
hun reeds vastverankerde tradities? Hoe
vele ogen, voor deze nieuwe mogelijkheden
volkomen gesloten, moesten worden ge
opend; hoevele harten, tot wie deze nieu
we vormentaal niet sprak, moesten, ook in
Overheidskringen worden wakker geschud.
Langzamerhand drong het bessef door dat
Nederland, dat op alle andere terreinen
van de kunst voor de dag kwam met wer
ken, die zoal niet de toon aangaven in de
terie van Onderwijs. Kunsten en Weten
schappen behartigd worden, hoorde de
film ook daar thuis.
De film als kunst echter is nog jong,
ondanks mijn opmerking van daareven
over de Chinezen en hun schimmenspel.
Wat zijn tenslotte zestig jaren vergeleken
bij de eeuwen kunstontwikkeling op de
andere zo juist genoemde gebieden.
Tastend en zoekend, moest hier een geheel
nieuw, zich in deze technische eeuw met
reuzenschreden ontwikkelend gebied wor
den verkend en in al zijn fascinerende
wereld, toch gezien, gehoord en gelezen
mochten worden, op liet gebied van de
film niel achter kon blijven. De Overheid
begreep haar taak: naast de vele moge
lijkheden, die opdracht- en reclamefilms
voor onze filmkunstenaars inhielden en
het is hier zeker de plaats om in grote
dankbaarheid te gedenken hoe zeer velen
in ons land in dit opzicht de cinematogra
fie aan zich verplicht hebben moest de
mogelijkheid geschapen worden voor het
vervaardigen van vrije films met een meer
uitsluitend kunstzinnig karakter. De
Overheid begreep verder goed werk te
kunnen doen voor de ontwikkeling van de
Medcrland.se filmkunst door Nederlandse
filmers in staat te stellen tot het bezoeken
van buitenlandse centra waar zij met de in
het buitenland opgedane ervaring konden
kennis maken en waar zij denkbeelden
konden uitwisselen met collega's uit de
gehele wereld. Het is U bekend, dat de
laatste jaren voor verschillende speelfilms
door de Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen garanties zijn verleend,
lerwijl hij verder gaarne zijn financiële en
morele steun aan deze filmweek heeft wil
len geven door aan het garantiefonds mede
Ir doen en hier de door hem beschikbaar
gestelde prijzen voor de beste Nederlandse
films Ie doen uitreiken. Van deze gelegen
heid wil ik verder gebruik maken om nog
een denkbeeld te opperen.
Met is mij bekend dat in de Raad van
Europa sinds geruime tijd de wens leeft om
nog meer prijzen beschikbaar te stellen
oor dr beste Europese films. De filmweek
!e Arnhem lijkt mij door zijn eigen karak.
ter, dat geheel afwijkt van festivals zoals
te Cannes en te Venetië worden gehouden,
een zeer goede plaats om in de toekomst
een dergelijke prijsuitreiking aan te ver
binden en ik ben bereid als lid van het
Comité des Experts Culturels, deze ge
dachte in Straszburg aanhangig te maken.
Het komt mij voor dat daardoor in de toe
komst, aan de Arnhemse Filmweek, waar
reeds de prijzen voor de beste Nederlandse
films worden uitgereikt, nog meer luister
zou worden bijgezet. (Applaus).
I .in r. mevr. Bijdendyk, de heer M. I'. M. Vermin,
Bondsvoorzitter, Mr. D. Bijdendijk, Voorzitter van de
Centrale Commissie voor de Filmkeuring en Sir
llenn French uit Londen.
Groei van de
Nederlandse filmproductie
De resultaten van veler inspanning, zo
wel in als buiten de Overheidskringen,
waarbij vooral ook het werk van het film
en bioscoopbedrijf in Nederland niet ver-
geten mag worden, werden stilaan zicht
baar in bel groeiend aantal opdrachten aan
onze filmproductiebedrijven in steeds klim
mende mate, zelfs ook uit allerlei andere
landen in Europa en Amerika. De resul
taten van die inspanning blijken ook uit
de reeks van successen behaald op festivals
in het buitenland. Nederland kreeg een
goede naam op het gebied van de docu
mentaire film; sedert 1947 waren de Ne
derlandse films geregelde prijswinnaars op
de buitenlandse festivals en zelfs behaalden
onze documentaires enige malen achtereen
de Grand Prix du Festival te Cannes.
Maar niet alleen te Cannes, ook in Venetië,
Brussel, Locarno, Caracas en Guraeao wer
den eerste prijzen of gouden medailles
gewonnen. Een Nederlandse korte film
draaide negen weken achtereen in Kopen
hagen en negen maanden in twee grote
Parijse bioscooptheaters tegelijkertijd. An
dere films lopen met meer dan 40
copieën in de Verenigde Staten, Canada
en Portugal, in Duitsland en Oostenrijk.
Nederlandse cineasten krijgen uit het bui
tenland vererende opdrachten. Men spreekt
daar zelfs van een „Nederlandse School".
Onze (eken- en poppenfilms zijn bekend in
Amerika. België. Duitsland, Engeland.
Italië en Scandinavië.
ril
averen
Niet onderschat mag worden het werk op
wetenschappelijk filmterrein gepresteerd.
Ook hiervoor toonde het buitenland waar
dering: in 1952 werd een film over een
hartoperatie bekroond in Venetië met de
eerste prijs en vorig jaar was het een film,
die een hersenoperatie vertoonde. Voor de
in kleuren opgenomen film over de schei
ding van de Friese tweeling bestond in
medische kringen in binnen- en buitenland
grote belangstelling. Daarnaast is er nog
een terrein, waarop de Nederlandse film op
een grote verspreiding in het buitenland
mag bogen. Ik bedoel het journaalbedrijf,
dat wekelijks over de gehele wereld Ne
derlandse gebeurtenissen, op cultureel,
sportief, sociaal of economisch gebied ver
spreidt. De goede diensten hier door Neder
land in den vreemde bewezen, worden nog
veel te weinig naar waarde geschat.
Ifct ontbreken van
een Nederlandse speelfilm
industrie een groot gemis
Dal men niettemin in Nederland nog
moet spreken van een achterstand op film-
gebied, ligt voornamelijk in het ontbreken
van een eigen nationale speelfilmindustrie.
Dat dit in vele opzichten als een groot
genlis moet worden beschouwd, behoeft
De heer Bosman begroet Jill Adams