Blijk
J.
M
Vriezen. Op ilt
Il cier. ,1Dogterom,
'- heren: B. H. Dommering, M. Desmet,
kbaar waren er .spannende momenten. Op de eerste rij r.l.n.r. de heren: E. J. Weier, Dogterom. Mc
■an Willigen Jr.. .1Visser. A. Wolff, J. L. Paerl, Mr. D. Bijdendijk. Op de tweede tij de heren: B.
.1. II Peters. Jac. Miedema, II. '/.onderton. H. Miedema, H. de Vries. .1. S. Thedinga, Miedema, A
ezen. Op de derde rij: Men. du Mée. de heer A. P. C. Th. du Mée, I. Keizer en E. Chermoek.
Mej. N. Dogterom, D. Boon,
Dommering. M
Heuvers. .1. O. en J. A.
Berichten over filmsterren en films komen in sprekers
blad niet bij de filmredactie. Had hij deze in handen, dan
zou hij daarvan een groot deel schrappen.
De heer Bosman verklaarde bij hel stellen van zijn
vraag niet gedacht te hebben aan berichten over film
sterren en dergelijke, maar aan practische dingen. Zo was
er bijvoorbeeld in het kort geleden verschenen jaarverslag
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond gewezen op de
mogelijk ongelijke concurrentie welke tussen televisie en
film zou kunnen ontstaan als gevolg van de enorme sub
sidiëring van de televisie door de Overheid enerzijds, ter
wijl anderzijds het filmbedrijf, dat een nieuwe evolutie
moet doormaken, onder zware lasten gebukt gaat.
Men moest echter constateren, dat een uit zijn verband
geraakte aanhaling was geplaatst met als kop: „Bioscoop
bedrijf vreest concurrentie van de televisie" en met weg
lating van de argumentering, terwijl daaronder een tweede
kop ..Het gaat goed met de televisie", welk bericht ver
meldde, dat in het afgelopen jaar meer toestellen waren
verkocht, dan in de voorafgaande jaren. Spreker vroeg
zich af of die berichtgeving bij de krant wel in juiste han
den was. De bedoelde citaten geven een verkeerde sug
gestie en onjuiste voorlichting. Spreker verklaarde
hiermede geen verwijt aan een bepaald blad te willen
lichten, aangezien dit voorbeeld met andere zou kunnen
worden aangevuld.
De heer Van Domburg bestreed de mening van de heer
Bosman, dat niet alle berichten over het filmwezen in
handen zouden moeten komen van de filmcritici. Alle
berichtgeving ter zake draagt immers haar steentje bij tot
hel algemeen beeld van het belrokken bedrijf.
De Voorzitter, de heer Van Mechelen. constateerde, dat
het gesprek hiermede terechtgekomen was op algemeen
journalistiek terrein, zodat hij het debat hierover wilde
afsluiten.
Spreker merkte op. dat men niet uit het oog moet ver
liezen, dat een krant haar berichtgeving in sterke mate af
zal laten hangen van haar lezerskring. Bovendien tobt de
Nederlandse pers nog steeds met een tekort aan papier.
Het zou de heer Bosman tot schrale troost strekken, indien
spreker er op zou wijzen, dat ook van andere bedrijven
de zelfde klacht vernomen wordt.
Met deze uiteenzetting wilde spreker terugkeren tot het
onderwerp „filmcritiek" en de heer Bosman uitnodigen
het volgende punt ter discussie te brengen.
De heer Bosman formuleerde deze vraag aldus:
„Wie is in het algemeen de criticus en welke eisen
worden aan hem in de kringen van de pers gesteld wat
betreft zijn bevoegdheid tot oordelen? En uitgaande van
de aanwezigheid van die bevoegdheid of deskundigheid,
kan het dan niet zijn dat de criticus in vele gevallen niet
ontkomt aan de verleiding zich in zijn besprekingen als
een literair man tegenover zijn lezers te doen kennen en,
uiteraard in de meerderheid der gevallen, onbewust meer
zichzelf zoekt dan zich rekenschap geeft van zijn taak zijn
critische voorlichting zo in te richten, dat niet de verhou
ding filmfilmcriticus het doel schijnt of wordt doch de
verhouding filmpubliek op de voorgrond blijft staan
en dat de criticus daarin de rol van intermediair vervult?"
De heer Seyffert achtte het moeilijk om een diploma
voor criticus in te stellen. Het woord critiek komt van
krinein, dit is onderscheiden. Van de criticus wordt voor
alles onderscheidingsvermogen geëist. Het is daarom de
laak van de critiek om het gesprek op intelligente wijze op
gang te brengen.
Niemand wordt filmcriticus zonder langdurige ervaring
op het gebied van de film. De beginnende criticus wordt
opgeleid door ervaren vakgenoten, die hem een oordeel
laten geven over films, welke zij eerst zelf hebben gezien.
Het is echter zeer moeilijk bepaalde normen te geven. Dit
kan bijvoorbeeld evenmin bij de muziekcritiek: er is tussen
de critici zeer veel verschil in opleiding en kennis.
Wat het tweede punt van de vraag betreft merkte spreker
op, dal d:- korte omschrijving aan het slot van de film
recensies wel eens een misverstand kan wekken. Men
tracht hiermede, zoals soms het publiek dat doet, in een
23