Zestig jaar film
Een geslaagde tentoonstelling
Openingswoord van de Burgemeester
Een gezelschap van ongeveer zestig genodigden woon
de Zaterdagmiddag 25 Juni j.1. in de foyer van ..Music
Sacrum" te Arnhem de opening bij van de tentoonstel
ling ..Zestig jaar film", welke in de grote concertzaal
van dit gebouw was opgesteld.
De heer J. G. J. Bosman. Directeur van de Nederland-
sche Bioscoop-Bond, begroette in zijn kwaliteit van Vice-
Voorzitter der Stichting „Filmweek Arnhem alle aanwe
zigen, in de eerste plaats de heer Ch. G. Matser, burge
meester van Arnhem, de afgevaardigden der Regering en
de vertegenwoordigers van de Departementen. De heer
Bosman wees op het feit, dat Arnhem het mede mogelijk
had gemaakt, dat voor het eerst in Nederland een tentoon
stelling over de film op zulke grote schaal kon worden
gehouden, als nu het geval was.
Film en bioscoop zijn realiteiten, waarmede niet alleen
allen in het uitgebreide filmbedrijf, doch even
zeer de cultuurhistoricus, de kunsthistoricus, de socio-
graaf, de psycholoog e.a. meer intens rekening zullen
moeten houden. Het zijn niet meer alleen de exponenten
van een klein, en zich amuserend gedeelte der mensheid,
maar van een geheel tijdvak, welke daarin leven, denken,
voelen en verlangen tot uitdrukking brengen en gebracht
zien. Van dit tijdvak zijn nu zestig jaar verlopen en het
is nuttig daarvan eens de balans op te maken door middel
van een tentoonstelling.
Zij tij het niet, vroeg de heer Bosman zich af, van de
tentoongestelde voorwerpen de oudste filmapparaten uit
de tijd van Lumière, die welhaast de gemoedelijkheid heb
ben van een oude Friese klok. maar nochtans de weten
schappelijke vervulling zijn van het eeuwenoude heimwee
der mensheid naar de registratie van en het spel met haar
eigen beweging? Verder krijgt men op de tentoonstelling
een historisch overzicht van het filmproces, aan de hand
van panelen met foto's; men ziet bijvoorbeeld hoe een
journaal tot stand komt. enz. Deze tentoonstelling is vooral
van belang voor de schoolgaande jeugd, die hierdoor ge
holpen kan worden films beter te leren waarderen en er
meer van te genieten.
Het verheugende van deze tentoonstelling is, meende
spreker, dat deze tot stand is gekomen in hechte samen
werking der verschillende Nederlandse instellingen op
het gebied van de film. Hij dankte dan ook al deze instel
lingen, zowel de culturele als de economische en hoopte,
dat ook na afloop van de expositie, de goede samenwer
king zal blijven bestaan.
Dat „Zestig jaar film", ondanks de uiterst korte tijd
van directe voorbereiding, toch nog heeft kunnen bieden,
wat men er redelijkerwijs van kan verwachten, is aller
eerst te danken aan de bekwame staf van medewerkers,
die, van de nood een deugd makend, gedurende ruim
achttien uren achtereen in touw is geweest met het opstel
len van deze veelzijdige en daarom gans niet gemakkelijk
te organiseren expositie. Spreker brengt bijzondere dank
26
aan de wetenschappelijke medewerkster van het Neder
lands Filminstituut, Mej. Dr. Bettina Polak, en aan de
directeur van het Nederlands Filmmuseum, de heer J. de
Vaal. Zij hebben met een reeks toegewijde medewerkers
op het late uur geen moeite gespaard om nog vlak voor
deze opening gereed te zijn. Onder deze verdienen spe
ciaal vermeld te worden, de heren S. Nuissl, de architect
der tentoonstelling, de heer J. M. Madsen, assistent van
liet Filmmuseum, de heer S. P. van Loo. assistent van het
Stedelijk Museum, Pater Dr. J. B. Knipping en Mejuf
frouw H. de Pater.
Spreker dankte ook de zeer actieve medewerkers van
de „Filmweek Arnhem", met name de heer Mr. J. den
Daas, en de heer J. Vet, directeur van de Vereniging voor
Vreemdelingenverkeer. Vooral wilde de heer Bosman
een pluim op de hoed steken van de dienst der ge
meentewerken, de heer Ir. F. F. Venstra, die er voor zorg
droeg dat de heer C. Th. Wolf met zijn staf van gemeen
tewerken, overal waar dit maar technisch nodig bleek,
met raad en daad de inrichters ter zijde stond. Tenslotte
ook de heer Pongs, en al degenen die vanwege de gemeen
te hun kostbare hulp gegeven hadden en nog wilden geven
aan de inrichting, bewaking etc. van deze tentoonstelling.
Tenslotte verzocht de heer Bosman de Burgemeester,
de heer Matser. deze filmtentoonstelling te openen.
..Fr is dezer dagen in Arnhem op tentoonstellingsgebied
nogal wat te doen", zo merkte de Burgemeester op.
„Denkt U maar eens aan de tentoonstelling van beeld
houwwerk op Sonsbeek, de tentoonstelling van Gelders
Zilver in het Gemeentemuseum. Dan hebben we het feest,
dat uil de burgerij van Arnhem zelf voortkomt, Eutopia.
terwijl wij thans staan voor het begin van een reeks van
opmerkelijke gebeurtenissen op filmgebied: bijzondere
Filmvertoningen, congressen en jaarvergaderingen gewijd
aan de film en alles wat daarmede samenhangt, welke
manifestaties en activiteiten zijn samengebundeld in het
begrip ..Filmweek Arnhem 1955".
Een zeer speciale attractie tijdens deze filmweek zal
de tentoonstelling vormen voor welker opening wij hier
bijeengekomen zijn."
Vervolgens schetste spreker in enkele woorden hoe de
film zich in zestig jaar ontwikkeld heeft tot wat zij nu is
geworden: ..het gemeengoed van alle volkeren der aarde.
Haar taal is universeel, wordt door allen, ongeacht ras
of grenzen, verstaan; zij weet tijd en afstand te over
bruggen; zij vermag niet alleen ontspanning te brengen
in een vertechniseerde samenleving, maar ook te ont
roeren en tot nadenken te prikkelen, want zij is de expo
nent van wat de Angelsaksen, tegelijk zakelijk en dichter
lijk omschrijven als de „free flow of information'.