DE WEG DER ONTDEKKING ning als zou een filmtheater, wil het in de smaak van het publiek vallen, een stijltoepas sing behoeven (of vaakeen toepassing van vele stijlen), welke er uitsluitend op gericht is door een felle uitbundigheid en een bonle barok de bezoekers te épaleren. Dat die mening kon postvatten en zelfs in de jaren tussen twee wereldoorlogen tot een traditie uitgroeien, vindt zijn verklaring in de overrompelende ontwikkeling der cinematografie. Het is ver heugend, en belangwekkend tevens, wanneer ons bedrijf thans eigener beweging een andere richting inslaat en aanvoelt, dat aan de steeds langer wordende weg, die de film van haar kermisafkomst scheidt, het luidruchtige bio scooppaleis dient te evolueren naar een be- *-*&« huizing, die de huidige plaats van de cinema in onze samenleving demonstreert. Zo men de film gevestigd en erkend wenst te zien dan ligt het voor de hand, dat de moderne bioscoop, exterieur en interieur, die erkenning moet stimuleren. Zij doet dit niet door node afscheid te nemen van haar ros verleden, maar wel door zich doel bewust te voegen naar de tendenzen der moderne tijd zoals deze zich uiten in de huidige architectuur, die daartoe in staat gesteld door impulsen uit het economische De kunstenaar aan het werk. Hangende legen de gevel van hel Tltalia Theater legde de Amsterdamse heeldhouwer C. Kneulman de laatste hand aan de enorme hand van zijn plasliek-in-groen on zwart beton leven steeds meer ruimte laat aan toepassing van het talent en het kunnen van de beeldende kunstenaar. In deze „nieuwe orde" moge het Thai ia Theater te Rot terdam een geslaagd experiment blijken! J. L. van LEEUWEN In het tijdschrift „Wit op Zwart", een uitgave van de Werkgroep Film- evangelisatie van de Stichting Filmcentrum, heeft Ds. A. Dronkers onlangs stelling genomen tegen de leus. waarmede de Christelijke Film Actie ]n Gereformeerde kringen schermt: „Wel de film, maar niet de bioscoop". „Eén ding hebben we in ieder geval gewonnen: het inzicht in en de voorlich ting over het verschijnsel van de film is de laatste jaren in peil gestegen", con stateert Ds. Dronkers in de aanhef van zijn artikel „De weg der ontdekking", en hij vervolgt: „Ik heb daarmee vooral de ker kelijke of aanverwante kring op het oog. Hoe lang heeft daar de verdachtmaking piet geheerst, en wat kostte het een moeite om van die kant toegegeven te krijgen, dat de bioscoop en alles wat daarmee samen hing, in ieder geval voor een probleem stelde. Tegenwoordig is er op dit gebied het een en ander verschoven: de waarde ring van de film is anders geworden en de discussie over voor of tegen openharti ger. Twee Gereformeerde predikanten Ds G. Meijnen en Ds G. R. Visser hebben kort geleden „een boek voor jonge mensen" gepubliceerd, getiteld: „Zijn werk wacht". Het is doordrongen van de antithese geest en neemt fel stelling tegen de doorbraak gedachten, die naar de mening der schrij vers heel wat jongelui kopschuw hebben gemaakt om in de christelijke actie op allerlei terrein te werken. Het uitgangs punt blijve voor rekening van de auteurs: velen zullen er zich niet behagelijk bij voe len en de ontwikkeling in eigen kring reeds achterhaald we ten door de feiten: er valt, als wij ons met vergissen, juist in de Gerefor meerde wereld toch een koerswijziging te bespeuren, die juist bij de jongeren een sterke Anklang vindt, en deze jongeren zullen moeilijk in het bewuste boek het bevrijdende geluid kunnen onderkennen. Dit overigens daargelaten. Hoewel, juist daardoor krijgt de uitlating, die ik wilde citeren, eigenlijk nog meer relief. Genoemde predikanten schrijven: „In de hoofdstad gaat dus 85% van de Gerefor meerde jeugd naar de bio. En waar dat zo is, daar ben ik geneigd om te zeggen, met die dominee, die voor de Westlandse jeugd sprak en waarbij ik eerlijk gezegd eerst ook m n ogen uitkeek ga naar het beste van het beste. Als je een enkele keer, op deze wijze je vrije tijd wil besteden, be steed die dan bij het beste. Ga niet naar de films, waar er drie vermoord, twee af geranseld worden, waar er één wordt uit gekleed en twee worden verleid door een geraffineerde vrouw. Maar ga naar het beste van het beste. Met niets meer dan een natuurfilm nemen we geen genoegen meer. Daarvoor hebben wij al te veel ge zien. Het Christenvolk heeft geslapen toen het wakker had moeten zijn, nu was het misschien beter dat het af en toe even maar sliep in plaats van met grote wakkere ogen alléén maar te kijken. In verband met dit citaat zou ik graag de volgende opmerkingen willen maken. 1. Te prijzen valt m.i. de o p e n 1 ij k e constatering, dat er voor de Gere formeerde jongeren (want deze heeft men vooral op het oog) een opmerkelijke be langstelling is voor de bioscoop. We ver moedden wel zo iets, maar dat men een percentage van 85 durft te noemen, be tekent de ruiterlijke erkenning, dat een afwijzing van de bioscoop, die jaren lang vooral door de ouderen is aangeprezen, een verloren slag is. Er moge heel wat ge sputterd zijn tegen het binnendringen van de bioscoop in de aandacht der jongeren, deze jongeren bekommeren zich blijkbaar niet al te veel om deze negatieve waar schuwingen: zij hebben hun weg naai- dr film al lang gevonden en zijn door het verschijnsel van de film verrast en geboeid. Ouders en opvoeders zullen verstandig doen, met deze feitelijke situatie rekening te houden. 2. Deze erkenning houdt geen sanc tie in, want men is daarvoor te zeer ver ontrust door wat in de film alzo te genieten wordt gegeven: en we kunnen het met de schrijvers eens zijn, dat daar onder veel bedenkelijks is, zodat niet genoeg kan worden aangedrongen op bij het bezoek van de bioscoop de nodige selectie ten aanzien van de film toe te 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 12