Nederlandse films in het buitenland Leergang over het ambacht van de filmkunstenaar Teclmi§che problemen volledig op de hoogte zijn met de landstaal en zijn ver schillende eigenaardigheden. Op het eerste gezicht lijkt dit alles een buitengewoon moeilijke opgave, maar het is verbazingwekkend hoe goed sommige ervaren acteurs de talloze moeilijkheden weten te overwinnen. De productie van een goed nagesynchroniseerde film biedt vanzelfsprekend ook een aantal technische proble men, waarvan wij enige der voornaamste onder de loupe zullen nemen. In de eerste plaats komt daarbij de accoustiek aan de orde. Het publiek verwacht een geluidskwaliteit, die over eenkomt met hetgeen op het doek te zien valt. voor wat betreft omgeving, weerkaatsing, enz. In theorie zou men kunnen zeggen, dat wanneer het syn chroniseren wordt uitgevoerd in een goede galmvrije ruimte, men alle gewenste effecten kan bereiken door het gebruik van echo-kamers, frequentiegelijkrichters en der gelijke. In de practijk is dit echter niet zo eenvoudig. Het stemgeluid van de mens is automatisch afhankelijk van de ruimte, waarin hij zich bevindt. Zo zal een ieder zijn stem anders gebruiken wanneer hij bijvoorbeeld in een rustige kamer zit dan wanneer hij spreekt in een drukke en rumoerige omgeving of in de open lucht. Zo zal ook degene, die de tekst naspreekt, beïnvloed worden door de accoustische karakteristiek van de synchronisatieruimte. Met het oog daarop wordt er steeds naar gestreefd de accoustische conditie van deze ruimten zo goed mogelijk aan te passen aan de omstandigheden, die in de desbetref fende scène heersen. Dit heeft ertoe geleid, dat opname ruimten zijn ontwikkeld met verplaatsbare panelen op de muren, waardoor men de situatie voor wat de accoustische kant betreft, practisch naar believen kan veranderen. Voorts wordt al naar gelang van de omstandigheden gebruik gemaakt van meer microfoons, die door speciale schakelingen ieder afzonderlijk zowel als in groepen be diend kunnen worden. Daarnaast heeft men geperfection- neerde menginrichtingen ontwikkeld, teneinde ieder gewenst effect te kunnen creëren of imiteren. Het valt te begrijpen, dat ook voor het bedienen van een dergelijke apparatuur geroutineerde specialisten nodig zijn. Dat zich op dit gebied tallooze problemen voordoen, moge de lezer blijken uit het feit, dat men bij nasynchro- nisatie zelfs moet letten op de toonhoogten van de ver schillende talen, aangezien ook die onderling verschillen. De instelling van de opname-apparatuur hangt daarom mede samen met de taal, die men in de gesynchroniseerde versie gaat gebruiken. Het valt buiten het bestek van deze publicatie om op dit zuiver technische gedeelte nader in te gaan. Wij geloven de lezer met het vorenstaande wel een indruk te hebben gegeven van de problemen, die bij het verkrijgen van een goede nasynchronisatie overwonnen moeten worden en behoeven hieraan nog nauwelijks toe te voegen, dat dit de reden vormt, dat het nasynchroniseren van films steeds een kostbaar werk is. Zoals reeds gezegd is men op dit gebied ook in ons land diligent en wij zijn voornemens in een volgende aflevering van dit orgaan een beschouwing te wijden aan de stand van zaken op het gebied van de nasynchronisatie in de Nederlandse filmstudio's en laboratoria. Op het Internationale Festival voor commerciële films, dat van 26 September tot 1 October te Monte Carlo is gehouden, heeft „N o T ax On Tip s", een film van Joop Geesink's „Dollywood", de eerste prijs gekregen in de categorie ,,Animated models and objects". Er zijn op dit festival 550 films van 79 verschillende producenten uit alle delen der wereld vertoond. De films waren verdeeld in vier categorieën, waaronder „Animated models and objects", een term waarmee films worden aangeduid, waarin een bepaald product zelfstandige be wegingen uitvoert; een effect dat met truquages wordt be reikt. .,No Tax On Tips" werd vervaardigd onder leiding van Jan Coolen. De animation en het camerawerk was in han den van Guus Harmsen. Op Zaterdagmiddag 12 November te drie uur is onder grote belangstelling in een der zalen van de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam de eerste les gegeven van de door het Nederlands Filminstituut georganiseerde leer gang ,.Het ambacht van de filmkunstenaar". Vanaf deze datum zullen tot 21 April iedere Zaterdag middag lessen worden gegeven, met uitzondering van 24 en 31 December, en 31 Maart 1956. Deze cursus is in eerste instantie bedoeld voor hen, die op een of andere wijze als beginneling in de filmproductie werkzaam zijn, of zich hiertoe willen bekwamen, verder voor al degenen die de vereiste propaedeutische kennis wensen op te doen omtrent de ambachtelijke zijde van de filmproductie (b.v. a.s. bioscoopexploitanten, filmrecensenten, enz.). De onderwerpen der lessen zijn de volgende scenario- en draaiboektechniek, opname-techniek, regie, montage-techniek, geluidstechniek, laboratoriumwerk, pro ductieleiding, filmhandel, geschiedenis van de filmkunst, werkwijze der grote regisseurs, filmkunsttechniek in da practijk. Docenten zijn: J. G. J. Bosman, Charles Dekeuke- leire, Prosper Dekeukeleire. A. van Domburg. Bert Haan stra, Dr. J. B. Knipping, O.F.M., A. Koolhaas, S. I. van Nooten, Mejuffrouw L. d'Oliveyra. Dr. J. M. L. Peters, Henri Storck Alle lessen worden gegeven in de Gemeentelijke Univer siteit te Amsterdam, Oude Manhuispoort 46. Degenen die zich nog wensen op te geven voor deze cursus, kunnen zich wenden tot het Nederlands Film instituut, Van Eeghenstraat 77, Amsterdam-Z., telefoon: 99901. 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 18