Commentaar Grootbeeldprojectie Nieuwe operateurscnrsus Regel 13 Er vindt niet zozeer een versnelde slijtage van het malthezerkruismechanisme plaats, doch eerder een versnelde slijtage van de tanden der tamboer. Regel 15 Luchtbelletjes in filmlassen ontstaan niet door gebruik van te veel filmlijm, doch door te weinig druk bij het lassen, al of niet gecom bineerd met het gebruik van te weinig film- lijm. Regel 17 Wanneer een las zodanig is gemaakt, dat in het geluidsspoor een witte spleet zichtbaar wordt, hetgeen bij een goede las niet hoeft te gebeuren, ontstaat bij de projectie geen brom- toon, doch een knal in het geluid. Regel 21 Het is bij moeilijk brandbaar filmmateriaal niet toegestaan bij het afschrapen van ds emulsie water te gebruiken. Dit is namelijk zeer schadelijk voor het dragermateriaal. Het verwijderen van de emulsie moet dus droog geschieden. Regel 23 Het aanbrengen van filmlijm op de lasplaats dient niet eerder te geschieden dan nadat ook het andere gedeelte van de film gereed is ge maakt voor het lassen. Na het aanbrengen van de filmlijm moet de pers onmiddellijk kunnen worden gesloten daar de opgebrachte filmlijm zo kort mogelijk aan de lucht dient te worden blootgesteld. De in de regels 2326 aangegeven volgorde is derhalve onjuist. Regel 27 Het na-wrijven van de las is een goede ge woonte, doch dient steeds in de breedte-rich ting van de film te geschieden en niet in de lengte-richting. De lastigste fout was blijkbaar verscholen in regel 13, waarin wordt vermeld, dat door een te zware instelling van de scheendruk de perforatie van de film wordt be schadigd en bovendien een versnelde slijtage van het malthezerkruismechanisme optreedt. Diverse inzenders heb ben als hun mening te kennen gegeven, dat deze slijtage van het malthezerkruismechanisme wel zal meevallen, doch zij verzuimden daarbij aan te geven, dat de tanden van de tamboer door te zware trek zeker wel aan versnelde slijtage onderhevig zijn. De volgende fout, waarover vele deelnemers struikel den, zat in regel 21. Daarin is sprake van het afschra pen der emulsie van het linker filmeind. waaraan is toe gevoegd, dat het af te schrapen emulsiegedeelte eerst met water wordt bevochtigd. Bij moeilijk brandbaar filmma teriaal is een dergelijke behandeling echter niet toege staan, daar water het drager-materiaal van de film scha delijk beïnvloedt, waardoor een zwakke las ontstaat. De meeste deelnemers zagen dit over het hoofd en meenden de fouten te moeten zoeken in het afschrapen van het rechter filmeind in plaats van het linker. Uit de tekst blijkt echter (regel 24), dat de gladde kant van het start- stuk werd schoongemaakt, hetgeen juist is. In dit geval was dus terecht vermeld, dat het linker filmeind van de emulsie werd ontdaan. Een eenvoudig hulpmiddel op de vraag welk filmeind moet worden afgeschraapt, is dat dit steeds aan de boven zijde van het filmbeeldje moet gebeuren, teneinde de zo genaamde lasdrempel aan de verende kant van het film- venster te krijgen. Ook het in regel 24 aangegeven systeem om de gladde kant van de film iets op te ruwen met behulp van een weinig filmlijm, leverde veel commentaar op. Slechts één deelnemer schreef, dat hij deze methode had geprobeerd en dat het hem zeer goed bevallen was. Het opruwen van de gladde kant, bijvoorbeeld met be hulp van een scheermesje, is natuurlijk ook goed, doch de aangegeven methode is niet fout. maar blijkbaar in ons land ongebruikelijk. Dat daarbij de opgebrachte filmlijm niet met een harig doekje, maar met glad materiaal, bij voorbeeld met zeemleer, dient te worden afgeveegd, be hoeft zeker geen nader commentaar. Tenslotte ontvingen wij nog vele verhandelingen over de oorzaak van het beregenen der films. Sommigen stel den zich op het standpunt, dat door een nauwkeurige in stelling van de fricties beregening niet in de projectoren behoeft te worden veroorzaakt, maar als regel een gevolg is van ondeskundig terugwikkelen. Theoretisch kan dit juist zijn, doch de practijk wijst uit, dat het gebruik van acten met een grotere lengte dan 600 meter steeds leidt tot een versnelde slijtage van het filmmateriaal. \S ij menen het hierbij te kunnen laten en hopen in de volgende aflevering van dit orgaan het nodige omtrent de zesde en laatste opgave van de operateurswedstrijd te kunnen publiceren. Tevens zal dan de einduitslag bekend worden gemaakt, alsmede de namen van de hoofdprijs winnaars. Wij wijzen nogmaals op de enige tijd geleden door de Stichting „Instituut voor Opleiding van Technisch Bio scooppersoneel" uitgegeven publicatie, getiteld „Groot beeldprojectie". Het betreft hier een boekwerkje van circa 50 pagina's, waarin aan de hand van talrijke fraai uitgevoerde teke ningen, foto's en dergelijke, een beknopt, doch volledig overzicht wordt gegeven van de verschillende nieuwe projectie- en geluidssystemen, welke de laatste jaren hun intrede in het film- en bioscoopbedrijf hebben gedaan. De prijs van het boekwerkje is laag gehouden en be draagt 3,per exemplaar. Bestellingen kunnen worden gedaan bij het Secretariaat van genoemde Stichting, Jan Luykenstraat 2 te Amster dam. Van het Bestuur der Stichting „Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" vernemen wij, dat in Januari a.s. bij voldoende belangstelling een volgende schriftelijke operateurscursus zal beginnen. Het leerprogramma is zodanig ingedeeld, dat deelne mers aan deze cursus nog tijdig voor het examen Ier ver krijging van het practijkcertificaat, dat in Augustus 1956 wordt afgenomen, gereed kunnen zijn. Zoals bekend is het practijkcertificaat op grond van het bepaalde in de Loonregeling voor het Bioscoopbedrijf slechts geldig in bioscopen met een normale wekelijkse arbeidstijd van minder dan 24 uur. De leden, wier operateurs voor dit certificaat in aanmer king komen raden wij derhalve aan de betrokken opera teurs aan deze cursus te laten deelnemen. Aanmeldingsformulieren, alsmede alle gewenste inlich tingen worden op aanvrage verstrekt door het Secretariaat van genoemde Stichting, Jan Luykenstraat 2, Amster- dam-Z. 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 20