Kwaliteitsnormen mogen niet verwaarloosd worden Ontwikkeling van superstandaardformaten „In de vlegeljaren vsn de film vond de vriend en medewerker van Max Reinhardi, de Oostenrijkse laat- romanticus Hugo von Hofmannstal, het gepast een goed woord voor de iflm neer te schrijven, In onze dagen zouden die paar woorden een versleten, conventionele indruk maken, doch in zijn taal flonkeren ze als herfst- draden. „Filme, ach, die Traume armer, geplagter Leute!" Ruim dertig jaar later, in het Augustusnummer van „Unifrance Film", 1954, verkondigde hetzelfde, ronder en zakelijker, de Parijse regisseur van „Les Compagnes de la nuit", Ralph Habib. Hem was ge vraagd, wat hij bij het maken van zijn films aan de toeschouwer meende verschuldigd te zijn. En zijn ant woord: een mooi verhaal, dat hem zijn dagelijkse zorgen een paar uur doet vergeten, meer niet. D i t alléén reeds die gave van een paar uur vergetelheid met een mooi ver haal zou voldoende zijn om het vermaak, in casu hetfil m-a m u s e m en t als een weldaad te begroeten, gel ij k dat van het begin der menselijk, e zorgen af als een lafenis verwel komd is. Het spelkarakter van het vermaak sluit echter meer in." (Dr. John B. Knipping O. F. M., ,,A pologie van het amuse- men t", referaat „Film en amusement", gehouden 29 September 1954; filmstudie- week Nederlands Filminstituut) de British Kinematograph Society gehouden werd over de toekomstige ontwikkeling van de cinematografie, hoorde men een dergelijk geluid. Dr. Leslie Knopp, de technische adviseur van de Britse organisatie der exploitanten, de Cinematograph Exhibitors' Association, wees er onder meer op dat er gedurende de laatste jaren onafgebroken geëxperimenteerd wordt met beeld zowel als met geluid. Weliswaar is de grootte van het geprojecteerde beeld aanzienlijk toegenomen, maar daarbij zijn ook de foto grafische gebreken aan het beeld scherper naar voren gekomen. Het wachtwoord is thans vooralgrotere beeld scherpte. En daarmede is een principe aangesneden, dal met de verschijning van Vistavision tot ontwikkeling ge komen is. Het is een niet te loochenen feit, dat de vergroting, welke op het ogenblik van een 35 mm. beeld gevergd wordt om het grote doek te vullen, het toelaatbare reeds heeft overschreden en dus niet meer voldoet aan de ei:-en. welke men reeds jaren geleden aan standaardkwaliteit placht te stellen. Ondanks de onverdroten arbeid van de apparaturenfabrieken aan de verbetering van de pro- jectie-apparatuur in het algemeen en van koolspitsen en lampenhuizen in het bijzonder, is de voor de projectie beschikbare hoeveelheid licht in zeer vele bioscopen welke tot grootbeeldprojectie zijn overgegaan onvol doende. Maar het grote struikelblok voor een kwaliteits projectie is hier niet zozeer de apparatuur zelf dan wel de kwaliteit van het fotografische beeld en met name de korrel. De eigenschappen van de korreling zijn de fac toren, welke de scherpte van het beeld bepalen en daar tot dusver geen systematisch onderzoek naar de korreling van de cinematografische film in verband met het zicht van de bioscoopbezoekers is ingesteld, heeft Vistavision als oplossing voor deze moeilijkheid een horizontaal negatiefbeeld op een 35 mm. band geaccepteerd, dat twee en een half maal zo groot is als het normale negatief beeld en na een optische verkleining van 48 procent waardoor dus de korrel tot minder dan de helft wordt gereduceerd op een normaal positief wordt overge bracht. Bij projectie wordt daardoor een grotere beeld scherpte verkregen dan bij de andere tot dusver in ons land gedemonstreerde systemen. Al lang geleden is men tot de conclusie gekomen, dal bij een sterk vergroot projectiebeeld een oplossing voor de beslist noodzakelijke kwaliteitsverbetering van beeld èn geluid te vinden is in een sterke vergroting van het oppervlak van het te projecteren beeld op de film zelf. Om begrijpelijke redenen wilde men daarbij aanvan kelijk het normaalfilmformaat niet loslaten en volgde men de door Vistavision ingeslagen weg, waarbij weliswaar beelden met een oppervlak van twee, twee en een half en zelfs drie maal het standaardformaat worden opgenomen, maar dan toch op een horizontaal door de camera lopende 35 mm. band, welke beelden later optisch verkleind op de gebruikelijke manier door middel van standaardappa- ratuur worden geprojecteerd. Natuurlijk heeft men onmid dellijk gedacht aan de mogelijkheid om van het horizon tale negatiefbeeld een onverkleind horizontaal positief- beeld te maken en dit ook horizontaal te projecteren. En dit procédé blijkt zoals te verwachten was in de practijk een beslist superieure kwaliteit te geven, welke niet door projectie van normale verticale 35 mm. film of door anamorfische 35 mm. film kan worden benaderd, al moet hieraan worden toegevoegd dat dit kwaliteitsver schil op kleine doeken niet zo duidelijk waarneembaar is als op grote projectieschermen. Een volgende stap in deze ontwikkeling is het gebruik van filmbanden van breder formaat, welke in de gebrui kelijke verticale richting door de camera lopen en welker beelden eveneens optisch tot normaalfilmbeelden worden verkleind. Zo bezigt Twentieth Century Fox thans 55 mm. film waarover elders in dit blad uitvoerig wordt be richt met een beeldoppervlak van vier maal het stan daardformaat, dat tot het normale frame wordt geredu ceerd en volgens de berichten met verbluffend resultaat. Een laatste, en waarschijnlijk voor de verdere ontwik keling van de cinematografie beslissender, stap is de projectie van de onverkleinde film in haar oorspronkelijk formaat. Er is tenslotte een grens aan wat een 35 mm. frame kan bevatten en wordt deze overschreden, dan gaat zulks ten koste van het beeld of van het geluid. Om een anamorfisch beeld plus een aantal geluidssporen in een standaardformaat samen te wringen moet men tot een compromis komen en voor zulk een compromis moet aan kwaliteit geofferd worden. Het is dus begrijpelijk dat degenen, wie een superieure kwaliteit van beeld en ge luid ter harte gaat, weer zijn teruggekeerd op een reeds in 1928-1932 ingeslagen pad, daartoe aangezet door de ontwikkeling van het Todd-AO procédé, dat een 70 mm. film bezigt. Metro-Goldwyn-Mayer zet haar experimenten met haar Panavision, een anamorfisch systeem dat even eens een 65 mm. film gebruikt, met kracht voort en het heeft niemand verbaasd dat Fox' president, de heer Spyros P. Skouras, publiekelijk verklaard heeft, dat zijn maat schappij naast 35 mm. copieën ook 55 mm. copieën zal afleveren, zij het voorlopig op beperkte schaal. Hij mo tiveerde dit met de veelbetekenende opmerking „wij moe ten de vooruitgang onophoudelijk bevorderen en geen ander medium op ons voor laten raken". Wat het vraagstuk van de superstandaardformaten be treft, dient er op gewezen te worden, dat de huidige om- 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1956 | | pagina 21