Een. vrolijke maaltijd uit joop GeesinR s ..STORY OF LIGHV eerste plaats waren de meeste filmproductiemaatschappijen geïnteresseerd in Technicolor. zodat er weinig vrees voor concurrentie bestond. Bovendien werd alle research in een geheimzinnig waas gehuld en bleef tot voor kort het eigen dom van enkelingen. Het is bijvoorbeeld nauwelijks drie jaar geleden, dat het Amerikaanse Hooggerechtshof op grond van de anti-trust wetten Technicolor dwong licenties te verlenen aan andere laboratoria, waarmede het oudste kleurenmonopolie in de filmproductie voorgoed werd doorbroken. Natuurlijk had intussen de ontwikkeling van kleuren- procédé's in andere landen zoals België. Duitsland, Italië en de Verenigde Staten zelf niet stilgestaan, zoals door de toepassing van tal van systemen op overtuigende wijze werd gedemonstreerd. Namen als Eastmancolor, Agfa- color. Gevacolor, Ferraniacolor e-a. zijn algemeen erkende begrippen geworden in het filmbedrijf. De toenemende toepassing van de kleurenfilm wordt voor wat ons land betreft duidelijk aangetoond door de importcijfers inzake hoofdfilms. In 1950 werden er in totaal nog slechts 64 kleurenfilms ingevoerd, dat wil zeg gen 15.9 van de totale import met 180 copieën. In 1954 bedroeg het aantal ingevoerde kleurenfilms 186, dit is 46 van de totale import met 386 copieën of 63.4 van het totaal aantal ingevoerde filmcopieën. In 1955 werd een nieuw record van 222 films bereikt, vrijwel de helft van de totale import, met 421 copieën, dat wil zeggen 67.1 van de 627 in totaal ingevoerde copieën. Deze steeds snellere overschakeling van zwart/wit naar kleurenfilm is een natuurlijk proces. Mogelijk zal dit ten slotte resulteren in de totale verdwijning van de zwart/wit film, hoewel dit door velen betwijfeld wordt, omdat er nu eenmanl onderwerpen zijn, welke beter tot hun recht ko men in eenvoudig zwart en wit. Men moet echter wel reke ning houden met het feit, dat de materiaalfabrieken de productie van zwart-wit materiaal slechts zullen voortzet ten zolang deze lonend blijft. Ten aanzien van het gebruik van kleurenmateriaal valt er tegenwoordig een algemene tendenz waar te nemen om de kleuren zo onopvallend mogelijk toe te passen, zodat het vloeken" van de tinten tot een minimum wordt be perkt en de ogen van de bioscoopbezoekers niet vermoeid raken. Het is een logische reactie op het streven, dat aan vankelijk bij de kleurenfilm viel waar te nemen, om zo scherp mogelijke kleuren te gebruiken zodat de kleuren disharmonieerden en de aandacht van het filmverhaal af leidden. Men kan de dramaturgische betekenis van de kleuren ter verrijking van de film niet langer onderschatten of zelfs maar ontkennen. De toekomst van de film en van het filmbedrijf zal voor een belangrijk deel afhangen van de wetenschappelijke ontwikkeling van de kleurenfilm. Men tracht tegenwoordig de kleuren op zo natuurlijk mo gelijke wijze weer te geven, zoals vroeger de cameralieden bij de zwart/wit film gepoogd hebben natuurlijke schake ringen te ontwikkelen zonder kleuren te gebruiken. Nu de ontwikkeling van de kleurenfilm reeds zover is gevorderd, dat niet langer de enorme kunstmatige belichting nodig is welke het oude technicolormateriaal vereiste, zullen de moeilijkheden welke er aan de diverse kleurenprocédé's nog kleven, geleidelijk aan worden opgelost. De tijd is voorbij dat avant-gardisten en critici smalend opmerkten dat de kleurenfilm hen deed denken aan bonte prentbriefkaarten. In het in 1947 verschenen symposium over de avant-garde film ..Art-Cinema" schrijft Hans Richter in een opstel over de geschiedenis van de avant- garde met betrekking tot de invloed van de nieuwe tech nieken letterlijk het volgende: „Van de andere zijde kwam een verruiming van de conventionele toepassing. De visie van iedere generatie verschilt van de voorgaande, maar de fenomenale groei van de techniek gedurende de laatste 50 jaar heeft onze ogen geopend voor dingen, waarvan onze voorouders nooit gedroomd hebben. Geleidelijk wor den meer en meer mensen er zich van bewust, dat machi nes en techniek niet alleen rationalistische zaken beteke nen, productie en comfort, maar dat haar snelheid, haar rhythme, haar voorbeeld een nieuwe aantrekkelijkheid aan het leven gaven, een nieuwe schoonheid." 23

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1956 | | pagina 24