Ierland
Verenigde Staten
Vergelijking met Italië
Cannes 1956
Festival van Cork
Nieuw onbrandbaar filmmateriaal
de bioscoopbezoeker weer dieper in zijn zak moet
tasten. Ook hier zal moeten worden afgewacht, wat het
uiteindelijk resultaat zal zijn.
Een bewijs hoe traag de Franse exploitatie zich onder
dergelijke moeilijke omstandigheden aanpast aan het in
ternationale peil van het bioscoopwezen is wel haar moei
zame overschakeling op de nieuwe projectietechnieken.
Van de 5.668 normaalfilmbioscopen, welke Frankrijk
einde 1954 telde, was in het midden van 1955, dat wil dus
zeggen na 2l/2 jaar nieuwe technische ontwikkeling, amper
15% ingericht voor nieuwe projectietechnieken.
Bij een overzicht van het Franse filmbedrijf springt
onmiddellijk in het oog het grote verschil met de gang
van zaken bij het Italiaanse filmwezen, waarvan wij in
het Augustus/Septembernummer van dit blad een analyse
gaven. In dezelfde periode, waarin de Franse industrie
met kunst- en vliegwerk haar productie kwantitatief nau
welijks op peil kon houden, steeg het aantal Italiaanse
hoofdfilms van 54 tot 157 per jaar, waarvan 50% kleu
renfilms. Terwijl in Frankrijk het aantal bezoekers van
387 millioen in 1949 daalde tot 370 millioen in 1953.
boekte de Italiaanse exploitatie in die jaren een onafge
broken stijging van 607 tot 780 millioen.
Dat de Fransen bij deze gunstige Italiaanse ontwikke
ling vooral samenwerking met het Italiaanse filmbedrijf
hebben gezocht, is begrijpelijk. Het merendeel van de
co-producties met het buitenland is daarom met Italiaan
se producenten tot stand gekomen en deze samenwerking
heeft tot grote artistieke en financiële successen geleid.
Van de 20 in 1952 in samenwerking met het buitenland
vervaardigde hoofdfilms waren er bijvoorbeeld 19 Frans-
Italiaanse co-producties, van de 46 in 1953 niet minder
dan 37, terwijl er van de 44 in 1954 gereedgekomen co
producties eveneens 37 voor Frans/Italiaanse rekening
kwamen. In totaal werden er van 1949 tot en met 1954
met buitenlandse producenten 143 hoofdfilms vervaar
digd, waarvan 124 co-producties met Italië.
Dit cijfermateriaal geeft geen antwoord op de vraag
waarom Frankrijk er niet in geslaagd is om evenals Italië
zijn filmproductie te stimuleren, maar het zou ons te ver
voeren om hier dieper op mogelijke oorzaken in te gaan.
Weliswaar streven de regeringen in beide landen door pro
tectionistische en andere maatregelen naar opvoering van
de nationale filmproductie, maar zelfs bij een opper
vlakkige beschouwing springt het frapperend verschil in
de benadering van dit vraagstuk in het oog. In Italië
heeft de Overheid met een scherp oog voor de realiteit
vooral de stalen wet van vraag en aanbod als richtsnoer
genomen. Dat wil zeggen, dat zij er naar gestreefd heeft
enerzijds het ondernemen van het produceren van films
voor de producenten en anderzijds het vertonen van die
films voor de exploitanten aantrekkelijk te maken. De
producenten verschafte zij financieringscredieten voor de
productie en aanzienlijke subsidiën achteraf op grond van
de vertoningsresultaten. De exploitanten verleende zij
belangrijke belastingreducties voor de vertoning van na
tionale hoofdfilms en bijwerk. Als gevolg hiervan heeft
de Italiaanse film met succes tegen buitenlandse films
kunnen concurrereren, niet in de laatste plaats door de
grotere prolongatiekansen welke zij door de reductiever
lening van de Overheid heeft gekregen.
In Frankrijk is men blijkbaar teruggeschrokken voor
de consequenties van het nuchtere advies van de Conseil
Economique, zodat de belastingheffingen in verhou
ding tot de omvang van de nationale
markt nog steeds te hoog zijn. Weliswaar worden de
producenten bij de financiering van hun films en op an
dere wijze gesteund, terwijl de exploitanten financieel
geholpen worden om hun bioscopen op peil te brengen,
maar het zwaartepunt ligt niet -- zoals in Italië op
het animeren lot het boekeu van nationale films maar op
het verplichtend stellen daarvan.
Het IXe Internationale Filmfestival te Cannes zal niet,
zoals oorspronkelijk vastgesteld, van 10 tot 24 April maar
van 23 April tol 10 Mei 1956 worden gehouden. Dit uit
stel houdt verband met het aanslaande huwelijk van prins
Rainier van Monaco met Grace Kelly.
Door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen zal de film „En de zee was niet meer" van Bert
Haanstra worden ingezonden.
De leden van de Internationale Unie van Bioscoopex
ploitanten zullen dit jaar hun jaarlijkse algemene leden
vergadering van 2 tot 3 Mei te Parijs houden. De Raad
van Helieer van de Internationale Federatie van Vereni-
gingen van Filmproducenten vergaderl te Cannes op 27
en 28 April a.s.
Sedert 1953 organiseert de stad Cork in Ierland jaar
lijks een reeks van evenementen op het gebied van de
cultuur en de sport als onderdeel van An Tóstal, het
Ierse ..Lentefestival". Dit jaar zal het festival van Cork
plaatsvinden van 6 tot 27 Mei in het kader van het Ierse
Nationale Festival.
Met goedkeuring van de Federatie wordt in deze om
lijsting van 21 tot 27 Mei het eerste Internationale Ierse
Filmfestival gehouden, waaraan kan worden deelgenomen
door speelfilms, documentaires en bijfilms. welke van
Engelse ondertitels moeten zijn voorzien.
Als eerste prijs zal uitgeloofd worden een zilveren beeld
van St. Finbarr, de legendarische stichter van Cork, voor
de beste speelfilm en een bronzen beeld voor de beste
korte en documentaire film, welke als zodanig door een
jury van zeven personen worden beoordeeld.
Zilveren Tóstal-harpen worden toegekend voor: de beste
regisseur, acteur en actrice.
Copieën moeien einde April zijn ingezonden.
Reeds het vorige jaar hebben wij er de aandacht op
gevestigd, dat de Du Pont fabrieken in Amerika doende
waren een nieuw soort dragermateriaal voor films
te ontwikkelen, dat werd aangeduid met de naam
..Cronar".
Inmiddels zijn uitgebreide proefnemingen met dit ma
teriaal genomen, waarbij is gebleken, dat het verre supe
rieur is aan het tot dusverre toegepaste dragermateriaal.