De
nieuwe
Voorzitter
De verkiezing van de heer Joh. Miedema uit Sneek lol
Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond is een
even eervolle als die van zijn voorganger indertijd. Zij
geschiedde namelijk bij acclamatie, aangezien bij het
aflopen van de termijn van candidaatstelling gebleken
was. dat niemand anders dan hij voor de voornaamste
functie in de Bond candidaat was gesteld.
Hel past ons de nieuwe Voorzitter hier een hartelijk
welkom toe te roepen en hem geluk te wensen met de::o
benoeming, die de kroon betekent op een staat van dienst
in de organisatie welke er zijn mag. Ook de organisatie
mag zich met het feit, dat de heer Miedema bereid is ge
bleken de verantwoordelijkheid en de lasten van het voor
zitterschap te dragen, gelukkig prijzen. Met zijn benoe
ming bleef het voorzitterschap in vertrouwde handen. De
heer Miedema staat in het bedrijf bekend als een be
kwaam vakman, die welhaast 40 jaar in het bioscoopbe
drijf werkzaam is en zijn hoofdzakelijk in de Noordelijke
provincies gelegen zaken in de loop der jaren niet alleen
tot grote bloei heeft gebracht, maar ook zodanig heeft
geleid, dat sommige ervan als een model mogen gelden
voor de bioscoop in de provincie, ja zelfs voor tal van
zaken in de grotere en de grootste gemeenten.
Als bedrijfsman neemt hij een onafhankelijke positie in.
Door de vele functies, die hij in de loop der jaren in
het organisatorische leven is gaan vervullen, heeft hij een
brede kijk op de problemen in groter verband gekregen,
welke met de bedrijfsuitoefening van de onderscheiden
groepen van onze leden gemoeid zijn. en kent hij het
raderwerk der organisatie, waaraan hij altijd zeer ver
knocht is geweest, als geen ander.
De heer Miedema. die thans 55 jaar oud is, is zoals
gezegd al bijna 40 jaar in het bedrijf werkzaam. Bij de
oprichting van de Afdeling Het Oosten op 14 Juni 1934
werd hij tot Voorzitter dezer Afdeling gekozen, welke
functie hij is blijven bekleden tot de werkzaamheden
tijdens de oorlog moesten worden gestaakt. Hij was boven
dien een van de mede-oprichlers van de Afdelingsraad.
die op 17 Juni 1935 tot stand kwam; bij de installatie
op 18 November 1935 werd hij de eerste Voorzitter. Deze
functie bekleedde hij tot de jaarvergadering van de Bond
van 1937. waarin hij tol lid van het Hoofdbestuur werd
gekozen Ier voorziening in de vacature ontslaan door hel
aftreden van de heer S. Zondervan. In 1940 werd hij
door het Hoofdbestuur gekozen tot Vice-Voorzitter. welke
functie hij ook onmiddellijk na de Bevrijding nog enige
lijd heeft vervuld; onder meer leidde hij de eerste grote
ledenvergadering op 12 November 1945. Voorts werd hij
in 1937 tot lid van de Commissie van Geschillen benoemd
en in 1938 tot lid van het Bestuur van de Stichting Bio-
Vacantieoord, waarvan hij in Juni 1916 lol Voorzitter is
Di' nieuwe Voorzitter, do lieer joli. Miedema
gekozen. In 1946 werd hij lid van de toen ingestelde
Ministeriële Adviescommissie voor het Filmwezen, welke
functie hij tot de opheffing van deze Commissie heeft
bekleed. Sedert 1947 maakt hij deel uit van de Raad van
Beroep en van de Gemengde Raad van Beroep en sedert
1948 van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken, in welk
jaar hij tevens lid werd van de Beroepscommissie Nieuwe
Leden der Bioscoopreclame-Exploitanten. Hij is mede-op
richter en lid van de Raad van Beheer van de Stichting
Nederlands Filminstituut. Het Hoofdbestuur benoemde
hem in April 1948 tot lid van de Raad van Beheer van
de Stichting Nederlandse Filmstudio, terwijl de Afdeling
Het Noorden, van welke Afdeling hij tot bestuurslid was
gekozen, hem in 1953 afvaardigde naar de Afdelings
raad. Voorts is hij plaatsvervangend lid-werkgever van
de Bedrijfscommissie voor het Film- en Bioscoopbedrijf,
ingesteld krachtens verordening van de Sociaal Economi
sch,- Raad .ld. II Mei 1951.
in al deze functies heelt de heer Miedema zijn beste
krachten gegeven in het algemeen belang van zijn be
drij f sgenotenin niet mindere mate zal hij ze schenken,
nu hij Voorzitter is. Integendeel, zijn zeer grote ervaring
enerzijds en het gezamenlijk vertrouwen van alle leden
der organisatie - - exploitanten zowel als verhuurders,
fabrikanten en producenten anderzijds zullen zijn werk
zaamheid schragen, welke naar wij vertrouwen rijke vruch
ten af zal werpen voor het Bondsleven in de naaste
toekomst.
5