EEmEDKRLANDS KLEUREiHFILMLABORATORIUM Degenen, die op de Nederlandse avond, welke de in de zomer 1955 gehouden eerste Nederlandse Filmweek af sloot, de tekenfilm „De kring om de maan" hebben be wonderd en de vele belangstellenden die in de bioscopen van stad en land „De Koninklijke reis" hebben gezien, is het waarschijnlijk ontgaan, dat deze kleurenfilms geen buitenlands laboratoriummerk vertoonden; zij waren namelijk werkstukken, welke niet alleen door Nederlan ders waren gecreëerd maar ook geheel in een Nederlands laboratorium waren afgewerkt. Sinds enige tijd is het Nederlandse filmbedrijf namelijk uitgebreid met een modern ingericht kleurenfilmlaborato rium van de N.V. Filmfabriek Polygoon te Haarlem, waar in het gangbare kleurenfilmmateriaal verwerkt kan wor den. Volledigheidshalve zij hieraan toegevoegd, dat de zogenaamde technicolorcopieën volgens een geheel ander systeem worden vervaardigd. Voor deze soort van kleuren- copieën is en blijft men op de Technicolorlaboratoria in het buitenland aangewezen. Polygoon hield zich reeds geruime tijd bezig met het vervaardigen van filmstrips in kleuren en daaruit heeft zich een complete kleurenfilmafdeling ontwikkeld. Deze ontwikkeling was echter niet zo eenvoudig als zij hier wordt neergeschreven. Allereerst zijn in 1953 en 1954 talloze proeven genomen met een kleine ontwikkelmachine, die een capaciteit had van slechts 60 meter per uur. Al spoedig kwam men tol de ontdekking, dat het terrein der kleurenfilm dusdanig gecompliceerd is en zoveel voetangels en klemmen her bergt, dat men het voor een regelmatige en feilloze pro ductie niet stellen kan zonder een volledig ingericht che misch laboratorium, dat de verschillende behandelingen, welke de films moeten ondergaan, voortdurend en met de grootste nauwkeurigheid controleert. De inrichting van een chemisch laboratorium is echter een zeer kostbare zaak en het is begrijpelijk, dat dit slechts 18 De pompkamer van waaruit de kleurenonl wikkelmachine van alle noodzakelijke c/iemi- caliën wordt voorzien verantwoord is wanneer een filmlaboratorium met een behoorlijke capaciteit in bedrijf zou komen. Polygoon stond dus voor de keuze de zaak grondig aan te pakken, of haar kleurenfilmactiviteit tot de vervaardiging van strips te beperken. Zij koos het eerste en wij geloven zon der overdrijving te mogen zeggen, dat het resultaat gezien mag worden. Weliswaar moest Polygoon, zoals met zovele bedrijven het geval is, met de ruimte woekeren, doch de inrichting is daardoor niet minder geperfectionneerd. Bovendien heeft zij thans de beschikking over een staf van in het eigen bedrijf opgeleide specialisten, die het moeilijke ter rein door en door kennen. Er wordt op het ogenblik gewerkt met een volledig automatische ontwikkelmachine, die een capaciteit heeft van 300 a 600 meter per uur en de verschillende te gebrui ken chemische vloeistoffen automatisch op de vereiste samenstelling en temperatuur houdt. Vooral de tempera tuur speelt bij kleurenfilms een zeer voorname rol en de installatie is daarom uitgerust met instrumenten, welke de temperatuur van de ontwikkelaar tot op 0,1° nauw keurig constant kunnen houden en die der overige baden tot op 0,5° nauwkeurig. Vanuit een speciale pompkamer worden de diverse, tevoren gereed gemaakte chemicaliën geheel automatisch in de vereiste hoeveelheden naar de onderscheidene baden gestuwd, na onderweg op de juiste temperatuur te zijn gebracht. Dit alles wordt geregeld vanaf een centraal schakelpaneel, waarin maar liefst 450 meter electrische kabel is verwerkt. Voor de opbouw van de ontwikkei- installatie was voorts nog eens 500 meter electrische kabel nodig, benevens 300 meter pijpleiding van en naar de ver schillende baden en pompkamer. De totale tankinhoud van de ontwikkelmachine be draagt 2000 liter en per uur wordt in de installatie 2400 liter spoelwater gebruikt. De circulatie van de inhoud der baden wordt verzorgd door vijf pompen met een gezamen lijke capaciteit van 400 liter per minuut. Na deze algemene beschouwing ten aanzien van het ont slaan en de inrichting van het enige kleurenfilmlaborato rium, dat ons land rijk is. zullen wij in het kort de weg van een kleurenfilm door het laboratorium volgen. Allereerst komt er natuurlijk een negatief aan te pas, dat ontwikkeld moet worden om daarvan de gewenste po sitieve copieën te kunnen maken. Dit ontwikkelen moet, evenals bij zwart/wit films, met de grootste zorg gebeuren, daar een negatief nu eenmaal zeer moeilijk of in het ge heel niet te vervangen is. De gevaren, welke het kleuren- negatief bedreigen zijn echter talrijker dan bij de zwart/ wil film en alle denkbare voorzorgen moeten dus worden genomen om zelfs de kleinste fout te vermijden. Wanneer het laboratorium weet onder welke omstandig heden het negatief is opgenomen, speciaal voor wat be treft de belichting, kan daarmede bij de ontwikkeling rekening worden gehouden, doch veelal weet men dit niet en moet dus worden afgegaan op gemiddelde waarden voor de desbetreffende emulsie. Hierbij neemt men dan aan, dat steeds de juiste belichting is toegepast. Is dat echter niet het geval, dan is het laboratorium, in tegen stelling tot hetgeen nogal eens wordt verondersteld, helaas, onmachtig om allerlei reeds bij de opname gemaakte fouten te verhelpen. Hoogstens kunnen hier en daar cor recties worden aangebracht, waarbij men echter aan nauwe grenzen is gebonden. Met het vorenstaande hebben wij duidelijk willen ma ken, dat alles afhangt van de kwaliteit van bel negatief. Een kleurenfilmnegatief is belangrijk gecompliceerder dan een zwart/wit negatief. Het is namelijk opgebouwd uit niet minder dan zeven lagen, waarvan er één gevoelig is voor blauw, één voor groen en één voor rood. De kleur- gevoelige lagen worden van elkaar gescheiden door gela tine lagen, waarin soms filters zijn verwerkt om bepaalde kleuren tegen te houden. Het behoeft waarschijnlijk geen nader betoog, dat de vervaardiging van dergelijk materiaal uitermate moeilijk is wanneer men bedenkt, dat iedere kleurgevoelige laag slechts enkele duizendste gedeelten van een millimeter dik is en de daartussen liggende filters of gelatine lagen nog ongeveer de helft dunner. De ontwikkeling van het negatief is een zeer gecompli ceerd chemisch proces, waarbij na een vóórbehandeling in de kleurontwikkelaar in de blauwgevoelige laag een geel kleurstofbeeld wordt gevormd, in de groengevoelige laag een purperrood beeld en in de roodgevoelige laag een blauw-groen kleurstofbeeld. De drie lagen op elkaar leve ren bij doorlichting de gewenste kleuren blauw, groen en rood met de bijbehorende tussentinten op, als gevolg van filterwerking tussen de drie gekleurde lagen onder ling. Bij het afdrukken heeft men de mogelijkheid om door instelling van de belichting en het gebruik van geschikte kleurfilters de in het negatief aanwezige kleuren eniger mate te corrigeren. Het geluidsspoor, dat zich op de film bevindt, ondergaat een speciale behandeling, aangezien daarin ter verkrijging van een goede geluidsweergave niet alleen kleurstof, maar ook zilver aanwezig moet zijn. De kleurenontwikke- laar. welke een capa citeit heeft van 300 tot 600 meter per uur en ruim 8 meter lang is. wordt door net cen trale schakelpaneel, links op de voorgrond, bediend en gecontro leerd

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1956 | | pagina 20