Rumoer om het
Malthezerkruis
Derde academische
filmstudie week
In Frankrijk is onlangs enig rumoer ontstaan omtrent
de herkomst van het malthezerkruis.
Daar wij dit ..hart" van de 35 mm projector als em
bleem van ons orgaan voeren, willen wij niet nalaten aan
deze kwestie enige aandacht te schenken.
Het begon met de publicatie in het Franse vakblad
,,La Cinématographie Frangaise" van December 1955,
waarbij werd herinnerd aan het zestig jarig bestaan van
het malthezerkruis en de uitvinding van dit systeem werd
toegeschreven aan Grimoin-Sanson in het jaar 1895.
Volledigheidshalve willen wij hierbij vermelden, dat
ongeveer een jaar eerder de Gebrs. Lumière een transport
systeem door middel van een grijpermechanisme hadden
ontwikkeld, waarmede zij in 1895 hun eerste films ver
toonden. Deze films waren slechts voorzien van één rond
perforatiegaatje per filmbeeldje.
Op bovenbedoelde publicatie werd prompt gereageerd
met de opmerking, dat eigenlijk moeilijk gesproken kon
worden van de uitvinding van het malthezerkruis in 1895,
omdat het principe van dit mechanisme reeds in de 17e
enl8e eeuw was uitgevonden en toegepast door Zwitserse
horlogemakers te Genève. Vandaar dat in de literatuur
hier en daar nog wordt gesproken van het ..Geneva-cross"
(kruis van Genève).
Grimoin-Sanson gebruikte voor het vertonen van be
wegende films in 1895 een mechanisme, dat gelijkenis
vertoonde met het thans bestaande malthezerkruis, doch
het was de Zwitser Biinzli, die in samenwerking met de
Portugees Continsouza, eigenaar van een fabriek van
precisie apparaten te Parijs, in 1896 het malthezerkruis-
mechanisme ontwierp zoals dat heden ten dage. uiteraard
in geperfectionneerde vorm. nog steeds overal ter wereld
in de bioscopen wordt gebruikt.
Deze kwestie is indertijd zelfs nog aan de orde geweest
bij de Franse organisatie, de Chambre Syndicale de la
Cinématographie. waarbij een speciale commissie tenslotte
heeft vastgesteld, dat ons tegenwoordige malthezerkruis-
mechanisme inderdaad beschouwd moet worden als een
vinding van de combinatie Bünzli/Continsouza. De fabriek
van Continsouza associeerde zich later met de bekende
Franse onderneming Pathé. Omstreeks 1910 werd een
groot deel men spreekt zelfs van 80 - - der wereld
productie van projectieapparaten dooi' deze fabriek ver
vaardigd.
Hoewel er bij het ontstaan van de bewegende film in
de jaren 1895/1896 een lawine van verschillende systemen
en namen op het gebied van de bioscopie over de wereld
werd uitgestort, waarbij' de jongste golf van nieuwe syste
men voor wat betreft het aantal volledig in het niet ver
zinkt, zullen wij ons voorlopig, aangaande het malthezer-
kruismechanisme, maar houden aan de hierboven bedoelde
commissie van deskundigen.
Het Nederlands Filminstituut organiseert van 24 tot 27
September van dit jaar voor de derde maal een Academi
sche Filmstudieweek.
Het algemene thema dat dit jaar in behandeling zal
komen is: „De Bioscoop-technis c h. snria a I.
c n I I u r e e 1".
In een tiental voordrachten door Nederlandse en buiten
landse deskundigen zal aandacht worden geschonken aan
het „instituut" bioscoop als maatschappelijk en cultureel
verschijnsel, mede ook in verband met de moderne tech
nische ontwikkeling, die dit instituut doormaakt.
Voorts zullen ter gelegenheid van deze studieweek een
tweetal bijzondere avond-filmvoorstellingen worden geor
ganiseerd in het Camera- en/of Studiotheater te Utrecht,
terwijl de Utrechtse Studenten Filmliga een derde avond
zal organiseren over het werk van de „filmliga's" in ons
land.
Het voorlopige programma vermeldt:
Maandag, 24 September: 10.30 uur: Opening in de
aula der Rijksuniversiteit; 11.00 uur: De ontwikkeling
van de bioscoop qua architectuur en optisch-acoustische
inrichting; 15.00 uur: De verschillende types „wide-
screen"en hun technische principes.
Dinsdag, 25 September: 10.30 uur: Prof. Dr. H.
Metzger (Munster) De psychische en aesthetische effecten
van de „wide-screen"-projectie; 14.00 uur: Vergelijking
van de thema's en genre's van de films vóór en na de
tweede wereldoorlog; 16.00 uur A. van Wieringen, soc.
paed. drs.: De inhoud van de „western" en de „show-
film"; 20.30 uur: Voordracht met illustratie door film
fragmenten over het werk van filmliga's, door de heer
J. Koelands.
Woensdag, 26 September: 10.30 uur: Gilbert Cohen-
Séat (Parijs) Bewuste en onbewuste motieven voor het
bioscoopbezoek; 14.00 uur: A. van Domburg: De film
criticus als stem van het maatschappelijk geweten t.o.v.
het instituut bioscoop; 16.00 uur: J. Pront: De spreiding
van de bioscoopprogramma's in de grote stad.
Donderdag, 27 September: 10.30 uur: J. van Leeuwen:
Reclame voor en door de film; 14.00 uur: H. Wielek:
Hoe ligt de waardering van het publiek voor de goede en
de „goede" film?; 15.30 uur: Sluiting van de studieweek.
Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door het
bureau van het Nederlands Filminstituut, tel.: 799901 en
799192, Amsterdam.
13