Het jubilerende Bestuur tijdens de 10e laarvergadering (v.l.n.r. de heren F. v. d Heyden,
O P Besseling, E. F. W. Trijssenaar, W. F. Dubbeldeman, Voorzitter, L. Claassen, Secretaris,
G. H. Groenewegen, Penningmeester en A. Hakhoff. De heren D. Meenhorst en H. J. Zwart
waren niet aanwezig)
dit het volgende beeld:
Houders Diploma-B
Houders Diploma-A
Houders Praktijkcertificaat
Vrijstellingen
Onbevoegden (met inbegrip van leerling
operateurs)
per Sept. '52 per Sept. '56
1 46
7 17
2 23
64 133
367
Totaal 441
589
808
Hieruit blijkt, dat van de afgevloeiden per Sept. '52
17 bevoegde operateurs waren en per Sept. 1956 27
Het grootste verlies vinden wij hier bij de gediplomeer
den, te weten 2]/2 tegen 11 van het totaal. In het
algemeen kunnen wij echter stellen, dal weliswaar een
aantal gediplomeerden de laatste jaren het bedrijf vaar
wel heeft gezegd, doch het is niet zo. dat het onmogelijk
is gebleken dit verlies op te vangen.
De toevloed van jonge krachten (leerlingoperateurs)
geeft zelfs een gunstig beeld en het totaal aantal ope
rateurs heeft gelijke tred gehouden met de uitbreiding
van het bioscooppark. Vele onbevoegden hebben inmid
dels het bedrijf verlaten.
Ter vermijding van misverstanden moet hierbij wel
worden opgemerkt, dat het genoemde cijfermateriaal
slechts beschouwd mag worden als een zo nauwkeurig
mogelijke benadering van de werkelijke situatie. Zoals
bekend vindt de controle der werkboekjes, waarop al het
cijfermateriaal is gebaseerd, periodiek plaats, waardoor
mutaties soms pas veel later blijken. Door diverse andere
controlemogelijkheden kunnen de daardoor optredende
verschillen echter niet al te groot zijn".
Tenslotte wordt in het verslag van het Stichtingsbestuur
in de vorm van een resumé gesteld:
„Terugziende op hetgeen in de afgelopen tien jaren
werd bereikt, kan het Bestuur met voldoening constateren,
dat de operateursopleiding en wat daarmede samenhangt,
zich een vaste plaats in het bioscoopbedrijf heeft ver
worven, waarbij de aanvankelijk nogal eens gehoorde
critiek van de kant van de werkgevers, dat het de ope
rateurs nodeloos moeilijk werd gemaakt, in de meeste
gevallen is veranderd in een volmondige erkenning van
de noodzaak en het belang ener grondige vakopleiding.
Er mag thans worden vastgesteld, dat de overgangs
periode met succes is voltooid en dat de aandacht nu
in hoofdzaak gericht kan worden op de jongere generatie,
zijnde de operateurs van de toekomst.
Het is niet geheel toevallig, dat juist bij deze kentering
de plannen tot het samenstellen van het eerder genoemde
handboek verwezenlijkt worden. Ook bij het schriftelijk
onderwijs zal van 1 Januari 1957 af van de tekst van dit
handboek gebruik gemaakt worden in dier voege, dat
wekelijks gedeelten daarvan aan de cursisten ter bestu
dering zullen worden toegezonden onder bijvoeging van
losse vragenlijsten. De toekomstige cursisten hebben op
deze wijze na voltooiing van hun studie tevens het com
plete handboek in hun bezit.
Door zijn losbladige uitvoering zal dit werk ruime
nogelijkheden bieden om operateurs, adspirant-operateurs
en verdere belangstellenden met behulp van supplemen
ten regelmatig op de hoogte te houden van de ontwik
kelingen op bioscooptechnisch terrein, hetgeen gelet op
de technische revolutie, welke zich de laatste jaren in het
bioscoopbedrijf heeft voltrokken en waarvan het eind nog
niet in zicht is, van groot belang zal kunnen zijn.
Resumerende kunnen wij stellen, dat er thans sprake
is van een hechte basis, waardoor de komende jaren voor
wat betreft de operateursopleiding in Nederland met ver
trouwen tegemoet gezien kunnen worden".
23