Jaarvergadering U. I. E. C. Ter gelegenheid van de Internationale Filmweek Den Haag 1957 vond de jaarlijkse algemene vergadering van de Union Internationale de 1'Exploitation Cinématogra- phique (Internationale Unie van Bioscoopexploitanten), welke normaal te Parijs wordt gehouden, ditmaal plaats te Scheveningen en wel op 18 en 19 Juni in het Kurhaus. De Nederlandsche Bioscoop-Bond, welke lid is van de Unie, was op dit congres vertegenwoordigd door de Bonds voorzitter, de heer Joh. Miedema. de heer W. K. G. van Royen, Penningmeester van het Hoofdhestuur. en de Bondsdirecteur. de heer J. G. J. Bosman. Voorts waren aanwezig de navolgende delegaties van bij de Unie aan gesloten nationale exploitantenorganisaties: België: Vereniging der Kinemabestuurders van België W. Dutillieu. Voorzitter; W. Polomé en J. Toussaint Duitsland: Zentralverband der Deutschen Filmtheater e.V. R. Theile. Voorzitter; W. Fischer. Directeur; J. Kalb- fell en H. Will Engeland: Cinematograph Exhibitors' Association of Gt. Britain Ireland E. J. Hinge, Vice-PresidentE. F. Pinkney M. G., Algemeen Secretaris Frankrijk: Fédération Nationale des Cinémas Frangais A. Trichet, Voorzitter; R. Xardel, Th. Delafon (te vens directeur van het Bureau van de U.I.E.C.) Italië: Associazione Generale Italiana dello Spettacolo I. Gemini, Voorzitter; Dr. F. Bruno, S. Cilenti OostenrijkFachverband der Lichtspieltheater O. Herman, Voorzitter; L. Langauer, Vice-Voorzitter Spanje: Subgrupo Nacional del Exhibicion del Sindicato del Espectaculo J. Vila Gardona, L. Fraga Framil Zwitserland: Schweizer Lichtspieltheater Verband M. Frikart, Dr. Th. Kern, L. Moser De vergadering werd gehouden in de feestzaal van het Kurhaus, welke zaal zich uitstekend bleek te lenen voor een manifestatie als de onderhavige. De technische voor bereiding van deze internationale vergadering is van dien aard geweest onder andere konden de gedelegeerden door middel van een simultane vertaalinstallatie het ge sprokene in de door hen gewenste landstaal volgen dat de besprekingen, welke twee volle dagen in beslag namen, uitermate vlot en tot grote tevredenheid der gedelegeerden zijn verlopen. Het verdient bijzondere vermelding, dat de Staats secretaris van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen. Mr. R. G. A. Höppener, genegen bleek de jaarvergadering van de Unie te openen, daarmede het bewijs gevende van de betekenis welke ook in overheidskringen in ons land aan het werk van deze internationale exploitantenorgani satie wordt gehecht. Bij de openingsplechtigheid op Dinsdag 18 Juni om 10.00 uur was voorts aanwezig de heer Dr. J. Hulsker, Ghef van de Afdeling Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, alsmede het Hoofdbestuur van de Bond. De Staatssecretaris werd welkom geheten door de Pre sident van de U.I.E.C. de heer I. Gemini. Deze beschouw de het als een grote eer voor de Unie. dat de Staatsscre- taris zich bereid had verklaard de jaarvergadering te openen. De heer Gemini achtte het van groot belang, dat een officiële vertegenwoordiger van de Nederlandse rege ring van zijn interesse getuigde voor het werk van de organisatie. Spreker legde er de nadruk op. dat de U.I.E.C. omstreeks 60.000 bioscopen vertegenwoordigt, welke jaarlijks door 6'/> milliard bezoekers worden be: zocht. De Unie is zich bewust van de verantwoordelijkheid van het bioscoopbedrijf jegens deze milliarden bezoekers. Met het oog hierop heeft zij zich steeds verzet tegen iedere tendenz tot verzwakking van het morele peil der films. Bij de uitoefening van hun beroep zien de exploitanten zich voortdurend voor gemeenschappelijke problemen ge plaatst, zoals de verbetering van inrichting en outillage der theaters en de aanpassing aan de nieuwe technische ontwikkeling. Het zijn deze problemen die in de verga deringen van de U.I.E.C. aan de orde komen. De heer Gemini wees er op, dat het gebruikelijk is om aan het slot van de behandeling der talloze economische en orga nisatorische kwesties een aantal resoluties aan te ne men, waarin de desiderata van de vergadering zijn neer gelegd. Spreker bracht tot uiting, dat het bioscoopbedrijf als het ware een trait d'union vormt tussen de filmproduc tie en de toeschouwers. Daarom diende ook de U.I.E.C. zich te beraden over de vraag op welke wijze men zou kunnen geraken tot opvoering van het peil van de film. Hieraan kende spreker veel waarde toe. De film immers, een van de merkwaardigste moderne uitingen van de menselijke geest, heeft haar eigen taal, die in alle werelddelen kan worden verstaan. Zij kan een boodschap brengen van broederschap, liefde, verlangen en vrede en kan zo een brug zijn tussen de volkeren, welke staatkun dige grenzen en verschillen in taal, kleding en traditie doet vervagen. De heer Gemini betoogde, dat in dit opzicht ook het bioscoopbedrijf een taak heeft te vervullen. Deze taak vormt de basis van de Unie en de oorsprong van haar werkzaamheid. Na dit welkomstwoord hield de Staatssecretaris de na volgende openingsrede: „Mijnheer de President, Met groot genoegen heb ik de uitnodiging aanvaard de jaarlijkse algemene vergadering van de Union Internatio nale de 1'Exploitation Cinématographique te openen. De mogelijkheid mij met deze kleine toespraak tot U te rich ten grijp ik gaarne aan, omdat zij mij veroorlooft de ver tegenwoordigers van zoveel verschillende landen, die hier bijeengekomen zijn voor de behandeling van de gemeen schappelijke belangen en problemen der bioscoopexploi tanten in Europa, welkom te heten in Nederland. Ik ver heug mij ten zeerste over het feit, dat U de uitnodiging van de Nederlandse delegatie hebt geaccepteerd om de jaarvergadering van 1957 hier in Nederland te houden in het kader van de Internationale Filmweek Den Haag. Ik behoef U wel niet te zeggen, dat deze filmweek haar bete kenis niet slechts ontleent aan de kwaliteit van de te ver tonen films van deze kwaliteit hebt U zich door het 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 16