Bijzondere films tooi* de jeugd
hij met enkele woorden de Spaanse première in. Hij wees
daarbij vooral op het thema van de flim, die een eerlijke
hulde wil zijn aan de gewone vrouw, die, ofschoon vaak
in de schaduw levend, voor een belangrijk deel de gang
van de samenleving bepaalt. Hierom vooral is deze film
van belang, ook al zijn er naar de vorm gezien zwakkere
momenten, die wat al te zeer geconstrueerd zijn of teveel
steunen op een toneelmatige dialoog. Het feit, dat de
beschikbare kopie van Franse ondertitels was voorzien,
bleek voor de aanwezigen geen bezwaar, temeer daar de
importeur (Spiendal) voor een duidelijke beschrijving
had gezorgd.
Na afloop van ..El Batallon de las Sombras" sprak Mr.
C. A. Erancissen een afscheidswoord tot de aanwezi
gen, daarin allen dankend die door voorbereiding of aan
wezigheid tot het welslagen hadden bijgedragen.
En inderdaad mogen Katholieke Film Actie en Katho
liek Filmcentrum voor de Jeugd op een interessante en
geslaagde dag terugzien. Zowel in de gesproken inleidin
gen als in het interessante filmprogramma, waarin Spanje.
Mexico, Frankrijk, Duitsland, Engeland en Vlaanderen
vertegenwoordigd waren, werd overduidelijk een volko
men positieve en constructieve instelling ten opzichte van
de film gedemonstreerd.
Rest tenslotte nog te vermelden, dat achter in de
zaal een smaakvolle stand was ingericht ter kennisname
met het vorming.;- en publicatiewerk der beide Stich
tingen.
Het Instituut Film en Jeugd had voor de
Eilmweek afgezien van het beleggen van een conferentie of
het houden van een congresdag. In plaats daarvan had het
belangstellenden uitgenodigd tot het bijwonen van een
bijeenkomst op Woensdagochtend 19 Juni, waarop enkele
nieuwe kinderfilms zouden worden vertoond en voor een
bijeenkomst op de middag van die dag, waarop het geïn
teresseerden wilde doen kennismaken met en kennisnemen
van een genre films dat tot de sociale vorming van (rij
pere) jeugd kan bijdragen.
In zijn welkomstwoord tot de ruim 200 aanwezigen bij
de ochtendvoorstelling in de filmzaal van het Gemeente
Museum te Den Haag betreurde de Voorzitter van het
Instituut, de heer J. Pront, het, dat hier geen „pre
mière" van een Nederlandse kinderfilm kon worden ge
geven. Hij releveerde dat het Instituut in de laatste jaren
enkele scenario's heeft doen vervaardigen, doch dat de
gelegenheid om deze voor productie beschikbaar te stellen
zich nog steeds niet had voorgedaan. Weliswaar had het
Instituut reeds enkele jaren onafgebroken gewerkt voor de
totstandkoming van een Stichting ter bevordering van de
productie van Jeugdfilms, dooh ook daarin kon het, na
gedaan te hebben wat in zijn vermogen ligt, niet verder
komen. Het Instituut heeft voorts gepoogd na te gaan of
voor de productie van Nederlandse kinderfilms steun kon
worden verkregen uit het filmproductiefonds en ook
dienaangaande kon geen voortgang worden verkregen.
Het is te danken aan een aantal ondernemers dat voort
gaat met de invoer van buitenlandse jeugdfilms en deze
met offers en risico uitbrengt, dat geleidelijk de Neder
landse jeugd op hun leeftijd afgestemde filmprogramma's
te zien kan krijgen en aldus met de film in verantwoorde
zin opgroeit.
Pogingen om te bemiddelen voor het verkrijgen van
steun voor nasynchronisatie, zodat de kinderen niet tege
lijk de beelden behoeven te volgen, het geluid hebben te
verwerken en bovendien nog ondertitels moeten lezen, had
den geen succes.
Het Instituut wilde met de films die hier werden ver
toond niet anders dan de mogelijkheid voor belanghebben
de ouderen bieden om kennis te maken met materiaal dat
in Nederland nog niet vertoond was.
Vuor de speciale jeugdfilmpremières,
welke duur het Instituut Film en Jeugd
en de Haug.se Jeugdactie in samenwer
king met exploitanten en verhuurders
werden georganiseerd, bestond grote
belangstelling.