Achtste Reclame- Filmdag Overzicht van de zaal van het Seinpost Thea ter op de Rcclamcjitm- dag van- het Genoot schap voor Reclame. Voor de achtste maal in successie heeft het Genootschap voor Reclame zijn jaarlijkse reclamefilmdag gehouden. Ditmaal niet in Amsterdam, maar in Scheveningen en wel op Vrijdag 21 Juni in het Theater Seinpost in het kader van de Internationale Filmweek Den Haag. In vakkringen bestond voor deze manifestatie grote belangstelling, ge tuige de aanwezigheid van meer dan vierhonderd experts op reclamegebied en vele belangrijke personen uit het bedrijfsleven. De Voorzitter van het Genootschap, Jhr. van Andringa de Kempenaer. heeft in zijn inleiding gewezen op de belangrijke plaats, die de reclamefilm te midden van de andere reclamemedia inneemt. Hij merkte op, dat in ons land het medium film reeds intensief wordt toe gepast, maar dat de toepassing ten slotte beperkl blijft door het aantal beslaande bioscopen en de ruimte, die in de bioscoopprogramma's beschikbaar is. De producen ten van reclamefilms hebben echter ook vele buitenlandse opdrachten met succes uitgevoerd. Een nieuwe toepassing van het filmmedium zou bovendien te vinden zijn op het terrein van de commerciële televisie. Hierna werden de 23 reclamefilms vertoond, die ter beoordeling waren ingezonden aan de jury, bestaande uit de heren M. Aronson (Vereniging van Erkende Adver- tentiebureaux). H. W. Hagenberg (Nederlandsche Ver- eenigiug van Bioscoopreclame-Exploitanten I. L. W R. Meyer (Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmprodu centen van de \ederlandsche Bioscoop-Bond). W. K. G. van Royen (Hoofdbestuur \ederlandsche Bioscoop-Bond) en J. Th. Uiik:ti- (Genootschap voor Reclame). In het rapport van de jury is vermeld, dat de kwaliteit van de live-action-films duidelijk is vooruitgegaan. Een aantal films vertoonde echter na een aantrekkelijk begin in de tweede helft eentonigheid in de reclamepresentatie. In enige films bleek een gebrek aan beeldend uitdruk- kingsvermogen. waardoor een toevlucht moest worden ge nomen tot een te veel aan gesproken tekst. Over het alge meen was er echter uitstekend gebruik gemaakt van de mogelijkheden, die de kleurenfilm biedt. Het viel op, dat het oorzakelijk verband tussen de inleiding en de reclame boodschap vele malen ver te zoeken was. waardoor de inleiding het reclamethema niet of onvoldoende onder steunde. Ten slotte wees het juryrapport op een vooruit gang in het acteren in de reclamefilms veroorzaakt door het aantrekken van vakbekwame acteurs en actrices. Voor de beste Nederlandse reclamefilms had het Ge nootschap zoals ieder jaar drie gelijkwaardige prijzen beschikbaar gesteld. De Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten had ook weer een extra prijs uitgeloofd, bestaande uit de gratis vertoning ge durende één week in een der middelgrote première theaters. De drie prijzen van het Genootschap werden toegekend aan de films „Wie raadt de maker?" van de N.V. Cefima (reclame voor hopjes en chocolade), „Een wereldmerk naar Nederland" van Starfilm (Joop Geesink) (reclame voor sigaretten) en „Wat is de een zonder de ander?", eveneens van Starfilm (reclame voor koffiemelk). De prijs van de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoop reclame-Exploitanten werd eveneens aan laatstgenoemde film toegekend. In de middagzitting heeft de heer Gerard Holdsworth, managing-director van Rank Screen Service Ltd.. een in teressante inleiding gehouden over de toekomst van de filmreclame in Europa, waarbij hij het oog gericht hield op de komende Europese economische gemeenschap en een vrijhandelszone omvattende een bevolking van een paar honderd millioen Europeanen. Voor het bewerken van deze grote markt zal de reclamefilm aan zeer bijzon dere eisen moeten voldoen. De heer Holdsworth achtte standaardisatie noodzakelijk en hij opperde het denkbeeld spoedig over te gaan tot de benoeming van een comité, dat met de voorbereiding van een en ander zal worden belast. Deze rede oogstte grote bijval en de Voorzitter van het Genootschap zegde toe het initiatief van de heer Holds worth te zullen steunen. 35

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 35