Voor de excursie naar Delft bestond grote belangstelling; des ochtends bij het, vertrek tan het Kurhaus Hotel. Dat kwam dan door het nieuwtje van de reusachtige projectie op een doek van bijna dertig bij dertien meter, de uitstekende en frappant frisse kleuren, het goede geluid en door de keuze van het programma. En het is mij opgevallen, dat bij een 7.0 gemengd publiek, stellig gemengder dan ooit tegen betaling in een bio- sooopgebouw verschijnt, de waardering voor zuiver cultureel werk zonder enige dissonant kan zijn. Bert Haanstra's prachtige Rem- brandtfilm, opgebouwd uit de vaak zo diep weemoedige portretten en de grote glorieuze groepen van de meester, leverde daarvan het bewijs. Geen hinderlijk gekuch of domme commentaar, maar algemene eerbied, die aan het eind, en nog voor het applaus tot uiting kwam in een oprechte stem des volks achter mij: „Wat maakt zo'n man toch eigenlijk een hoop mee". Fijnbesnaarde psychologen zeggen het anders, en met meer omhaal, maar vast niet diep gaander. Charley Chaplin, bekroonde, als politie-agent en onder ovationele vrolijkheid, de reeks vertoningen, die verder Geesinks mooie poppen- film Prince Elektron die een om haar stem bezorgde prinses komt redden de schilderachtige documentaire Oriënt Express naar Hongkong, en een vermakelijke tekenfilm over musketierende katten omvatten. Werkelijk een ontdekking, zo'n geweldig scherm in de open lucht, tegen een decor van stadslichten en wuivende bomen." 19 Juni 1957. Jan Wandel. „De Telegraaf" „een goed filmfeest" „Inmiddels is men hier in Den Haag nu al trots op zijn film feest, al is het dan niet zo spectaculair met filmsterren uitgerust als de festivals van Cannes, Berlijn of Venetië. Men voelt zich, mede gesterkt door liet Holland Festival, eerste cultuurdragende stad des lands. Men bracht zelfs de première van een typisch Amsterdams toneelstuk als Breêro's Moortje en laat Amsterdam dan maar graven aan zijn U-tunnel. Maar ons filmfeest is er en het is een goed filmfeest. Het plukt de artistieke vruchten van het feit, dat het een officieus film festival is. Men is niet afhankelijk van wat de filmlanden inzenden. Er is geen wedstrijd aan verbonden. Er is geen jury, die met prijzen goochelt. Een deskundige commissie heeft getracht het neusje van de zalm bijeen te brengen en het heeft het door het aantrekken van een aantal succesnummers van Circus Cannes een heel eind gebracht.' 19 Juni 1957. Jan Spierdijk. Algemeen Handelsblad" „Den Haag heeft zijn publiek laten kennis maken met voortreffelijke en begaafde vak lieden' „De internationale evenementen van de Haagse Filmweek zijn gisteren afgesloten met twee films die de depressie van donderdag elegant verdreven en, uit hoe verschillende werelden en levens beschouwingen ook voortgekomen, toch beide welsprekend demon streerden dat hel her en der nog menig filmkunstenaar ernst is met zijn muze. Dit afscheid van de „vreemde" films sierde Den Haag, dat zich temidden van zoveel grote en indrukwekkende buitenlandse festivals in de afgelopen dagen zo dapper heeft geweerd met een eigen week en dat er toch zeker in is geslaagd een, laat ons zeggen: gevarieerd programma samen te stellen. Dat programma is boven dien representatief geweest, het heeft de bezoeker in alle beknopt heid een inzicht verschaft in de stand van zaken anno 1957, en dat die zaken er allerminst rooskleurig uitzien heeft 's-Gravenhage openhartig bewezen. Er is onmiskenbare filmarmoede in de wereld. Er is armoede aan oorspronkelijke scenario's, getuige vijf films die direct of indirect hun stof aan de toneel- en nog drie andere die haar aan de romanliteratuur moesten ontlenen. Er is gebrek aan een moedige, persoonlijke visie die durft breken met filmconventies en durft reiken over concessies heen; en er is de dreigende routineproduktie die het ontstaan van karakteristiek werk al bij voorbaat smoort. Dat alles is voor de goede „verstaander" op onze filmweek ondubbelzinnig gebleken, maar al stemt het verschijnsel in mineur het strekt een festival tot eer, ook dat het de bittere waarheid zegt. Den Haag heeft zijn publiek laten kennis maken met voortreffelijke en begaafde vaklieden als Staudte, Preminger, Leacock, Dassin en de Rus Tchoukrai en het heeft daarnaast alle. aandacht gevestigd op die ene excellente filmartist uit Italië, Federieo Fellini, de enige inderdaad van wie de film- 46

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 44