De architect aan het woord Een beschouwing over de bouw van het Centrum Theater te Sappemcer door G. J. Wichertjes, architect B. N. A. Ligging van het gebouw Indeling en inrichting Gescheiden in- en uitgangen Cabine Zaal Medio 1955 was mijn opdrachtgever, de heer J. Milius, in de gelegenheid in een der kernen van de plaats Sappe meer een zeer ruim terrein te kopen, waarop een solied gebouwd „herenhuis". De grootte van het terrein bood verschillende voordelen voor zijn plan hierop een bioscooptheater te stichten. Im mers, door het feit dat de plaats Hoogezand-Sappemeer met 22.000 inwoners, waarvan plm. 8.000 in de eigenlijke komplaats wonen, reeds een bioscoop bezit, lag het voor de hand dat voor dit nieuwe theater werd gespeculeerd op een toenemend bezoek uit de buitenwijken en randge meenten. Gezien het toenemende gebruik van de auto als vervoer middel, leek ons een ruime parkeergelegen heid op eigen terrein van groot belang, dat ook de exploitatie ten goede zou komen. In de practijk is deze stelling volkomen bewaarheid. Ofschoon de „bestedingsbeperking" twee jaren geleden nog een onbekend begrip was, stond van te voren vast, dat bij de bouw en inrichting de grootst mogelijke sober heid moest worden betracht, niet in het minst door de toen geldende bouwstopprijs van 100.000, Het bestaande gebouw staat midden op het terrein, zodat wij geheel vrij waren in de plaatsing van de vereiste toe gangen en nooduitgangen en wij het voor een aanzienlijk deel in het bouwschema konden opnemen. Beneden werd de hall met garderobes en tochtportalen geprojecteerd; op de verdieping een ruime bovenwoning, waarachter, over de volle breedte van 17 meter de cabine reeks. Het sousterrain werd bestemd voor de verwarmingsin stallatie en enkele werkplaatsen, zodat de eigenlijke nieuw bouw kon worden beperkt tot het aanbouwen van de grote bioscoopzaal. Ook de bestaande voorgevel, behoorlijk kloek van lijn en afmetingen, kon met voor de hand liggende middelen aan zijn nieuwe bestemming worden aangepast. Om het bijzondere karakter van het gebouw duidelijk tot uitdruk king te brengen, is aan deze gevel een nieuwe buitenstoep van zes treden gemaakt ter breedte van acht meter, waarop een terugliggende ingangspartij en dit geheel afgedekt door een luifel, geaccentueerd door een behoorlijke ver lichting en neonaanduiding. De hall kreeg een grootte van 5.50 x 17 meter, met in het midden de kassa en rechts en links toegangen naar ruime garderobes, welke tevens dienen als tochtportalen tussen de hall en de zaal. De rechtertoegang voert ons via vijf treden naar het balcongedeelte, terwijl de linker, via de buitengang met toiletten, naar de lager gelegen zaalplaatsen voert. Beide garderobes zijn voorzien van buitendeuren; op deze wijze is naast een eenvoudige doelmatige zaalcontrole door twee ouvreuses, de mogelijkheid geschapen het uit gaande publiek te spuien, zonder dat het wachtende pu bliek in de hall hiervan enige hinder ondervindt. Het snelbufffet in de ruime hall-foyer verdient een spe ciale vermelding. Het publiek maakt hiervan, ook in de pauze, een dankbaar gebruik en de heer Milius beschouwt dit buffet dan ook als een essentieel onderdeel voor het welslagen van een streektheater van dit karakter. De cabinereeks is van buiten bereikbaar en ruim be meten, namelijk 4 x 17 meter. Deze afmetingen en ook de plaatsing langs de gehele breedte van de zaal bieden naar onze mening vele voordelen. Op deze wijze lijkt ons de mogelijkheid aanwezig om een verdere vooruitgang van de bioscooptechniek op de voet te kunnen volgen. Indien bijvoorbeeld de cinerama ook in ons land een realiteit mocht worden, zal het mogelijk zijn deze afdeling aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen zonder in grote kosten te vervallen. Volledigheidshalve zij vermeld dat momenteel voor de filmprojectie de nieuwste Bauer B 11 filmprojectoren worden gebruikt. Vorenstaande opmerkingen gelden vanzelfsprekend al leen, wanneer ook de afmetingen van de zaal zodanig zijn. dat een groter beeld kan worden toegepast met het behoud van een goed zicht vanaf de zitplaatsen. De zaal is 17 meter breed, plm. 24 meter lang bij een gemiddelde hoogte van 7.50 meter. Het balcongedeelte is door een ballustrade gescheiden van de voorste zitplaatsen. De helling van het balcon (iets steiler dan die van de zaal) werd in verband met het tamelijk hoog geplaatste doek zodanig gekozen dat de bezoeker, op welke rang ook gezeten, niet alleen een goed zicht heeft op het beeld, doch ook op de begeleidende tekst. Oorspronkelijk begonnen met een beeld van 330 x 900 cm, bleek alras dat in dit theater zonder enig bezwaar kon worden overgegaan tot een beeldgrootte van 500 x 1100 centimeter. 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 22