België Steeds grotere steun aan de filmproductie at li's „Neerlands Nieuws". Bovendien werd op dit festival buiten mededinging een enigszins herziene versie van Van Gasteren's speelfilm Stranding" vertoond. De film van de Vogel en Varossieau werd bekroond met de eerste prijs in de categorie medische en chirurgi sche films. Polygoon-Profilti's uitgave van Neerlands Nieuws" verwierf de Grand Prix in de afdeling „Film- en televisiejournaals". Het was voor de eerste maal, dat door een internatio naal filmfestival een competilie voor deze filmcategorie werd uitgeschreven en wel op bijzondere voorwaarden. Zo mochten de onderwerpen uitsluitend betrekking heb ben op het eigen land uit het jaar 1956 met een totale vertoningsduur van maximaal 30 minuten. Het door Poly- goon-Profilti ingezonden journaal, dat een vertoningsduur had van ongeveer 27 minuten, bevatte onder meer de volgende onderwerpen: de strenge winter van 1956, de Elfstedentocht, voedselactie van de schooljeugd voor de vogels. Vlaggetjesdag, de huldiging van Johny Jordaan in het hartje van Amsterdam, de onthulling van het natio nale monument op de Dam, wedstijdzeilen op de Friese meren, dijkdichting Flevoland, visserijdag in Enkhuizen. Taptoe Delft en de intocht van St. Nicolaas. De tekst werd gesproken door een Italiaanse commentator. Aan dit speciale journaal was onder andere medewerking ver leend door de heer Ph. Bloemendal en J. Damshuizer van de redactie van Polygoon, door de geluidstechnicus, de heer A. Hakhoff. en door de chef van het zwart-wit labo ratorium, de heer H. Buygrok. Een speciale jury beoordeelde de inzendingen in deze filmcategorie, waarvoor zo grote belangstelling' bestond, dat de organisatoren van de Biënnale het voornemen heb ben een vaste rubriek ,.Film- en televisiejournaals" in te stellen. Alleen al uit Italië zelf kwamen inzendingen van vijf journaalfirma's, terwijl er verder werd deelgenomen door Ceylon, Groot-Brittannië, Japan, Nederland, Polen. Roemenië, de Sovjet-Unie, Spanje en de Verenigde Staten van Amerika. Met algemene stemmen kende de jury de Grand Prix toe aan de inzending van Polygoon-Profilti met de aan tekening, dat zij de gekozen onderwerpen zeer belangrijk vond en van sterk actueel voorlichtend karakter. Boven dien prees de jury de voortreffelijke technische uitvoering. Wij wensen Polygoon-Profilti van harte geluk met dit welverdiende succes. Ook op het X V e Internationale Filmfesti- v a 1, dat van 18 Augustus tot 8 September te E d i n- b u r g h werd gehouden, gaven Nederlandse filmers acte de présence. De inzending bestond uit Bert Haanstra's Rembrandt, de schilder van de mens". ,,Een leger van gehouwen steen" van Th. van Haren Noman en ..De Mor genster" van Ch. Huguenot van der Linden. Op Vrijdag 23 Augustus werd als eerste Nederlandse film „Een leger van gehouwen steen" in Engelse versie vertoond. De in de film gesproken verzetpoëzie was ver taald door de Amerikaanse dichter James F. Holmes. Van Haren Noman leidde zelf zijn film in, welke door liet publiek met enthousiasme ontvangen werd. Zaterdag 24 Augustus werd „De Morgenster" van Huguenot van der Linden vertoond. De film „Rembrandt, schilder van de mens" werd gebracht op Zondag 25 Augustus in een gala- voorstellina- met Rank's „The Bolstoi Ballet". Het uit verkochte huis bracht Haanstrav die-zelf - met «sen enkel woord zijn film inleidde, een warm applaus. Het officiële programma van het festival stelde vast: „There has been such a wealth of excellent documen- taries from all the participating countries thal it.is im- possible to categorise the many that have won acclaim at Edinburgh this year, but one feels sure that everyone would wish some mention to be made of those two out- standing contributions from Holland, Haanstra's „Rem brandt" and Van Haren Noman's „An Armylof Hewn Stone", both films of great beauty which made a tremendous impression. Een nieuw Koninklijk besluit tot hulpverlening aan de Belgische filmnijverheid, gedateerd 25 Juli 1957, heeft het tot dusver geldende besluit van 14 November 1952 ver vangen. Het betekent een aanpassing en vereenvoudiging van de steun, welke de Belgische Overheid sedert 1952 in stijgende mate verleent aan de nationale filmindustrie, die in de afgelopen vijf jaar niet onbelangrijk is gegroeid. Zoals bekend wordt deze steun verleend in de vorm van productiepremiën aan speelfilms, bijwerk en filmjour- naals. Uitgesproken reclamefilms, dat wil zeggen films, welke klaarblijkelijk reclame maken ten gunste van een product, een dienst, een merk of een handels- of productie- firma, kunnen niet voor premie in aanmerking komen en evenmin de films, die in opdracht van de Staat provin ciën, gemeenten of parastatale instellingen vervaardigd zijn, behoudens die waarvan de c o m m er- c i 1 e distributie aan de producent wordt overgelaten. Deze laatste bepaling is in feite een tegemoetkoming van de Minister van Economische Zaken aan een van vele zijden geuite wens. Bij het vorige K.B. waren namelijk alle in opdracht van Overheid en open bare instellingen vervaardigde films van deze steunmaat regel uitgesloten. De reden hiervoor was, dat het er de Belgische Regering en inzonderheid het Ministerie van Economische Zaken in de eerste plaats om te doen is een harmonische ontplooiing van de filmproductie te stimuleren door het particuliere initiatief van de filmproducenten en hun verantwoordelijkheids- en ondernemerszin te ontwikke len en niet om te bevorderen, dat Overheidsinstellingen zich door het drijven van de betrokken ambtenaren in al of niet gecamoufleerde vorm zelf op het terrein van de productie zouden begeven. Hoewel, getuige de binnen vier jaar t ij ds (19531956) v e r z e v e n v o u- digde premie-uitkering aan bijwerk, de Regering met: deze opzet zeker de juiste weg heeft ingeslagen, betreurden toch zeer velen ook in bedrij f skringen het feit, dat tengevolge van bedoelde beperking tal van uitstekende korte films niet in de bioscopen tot vertoning kwamen. Films worden tenslotte vervaardigd om zoveel als moge lijk is vertoond te worden en zij kunnen het publiek ner gens op ruimere schaal of op technisch volmaakter wijze bereiken dan in de daartoe speciaal gebouwde en inge richte bioscopen. Daarom bepaalt het K.B. nadrukkelijk, dat een film, die voor een premie in aanmerking wil komen, vertoond moet zijn in en deel moet hebben uitge maakt van een aan de belasting op de vertoningen onder worpen programma, wat feitelijk slechts zeggen wil, dat zij in normale bioscoopvoorstellingen moet zijn vertoond.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 26