Een welverdiende onderscheiding
Het ontwerp dat de Regering aan de Sociaal Economi
sche Raad ter advies heeft voorgelegd, beperkt echter de
compensatieregeling tot drie jaar. Niettemin is er geen
enkele reden om aan te nemen dat er over drie jaar een
wijziging van betekenis in de structuur van het bioscoop
bedrijf zal zijn gekomen. Niets duidt er op, dat de ge
woonte van het publiek om vooral op Zaterdag en Zondag
naar de bioscoop te gaan aan het veranderen is en wel
zo, dat het bezoek gelijkelijk over de week verspreid zal
worden. Evenmin valt nu reeds te voorspellen, dat er
over drie jaar voldoende mensen te vinden zullen zijn,
die bereid gevonden worden eenmaal per vier weken hun
vrije Zondag op te offeren om als remplagant in een
bioscoop te gaan werken en die bovendien nog de nodige
vakbekwaamheid bezitten. Niets wettigt de verwachting,
dat het bioscoopbedrijf over drie jaar zo zal floreren,
dat het zich zal kunnen veroorloven de extra lasten van
een personeelsuitbreiding met 25 op zich te nemen.
Een verder bezwaar tegen het ontwerp-werktijdenbesluit
had betrekking op het absoluut verbod van Zondagsarbeid
voor jeugdige personen, aangezien dit voor de leerling-
operateurs moeilijkheden zal opleveren. Vooral in de
kleine plaatsen, waar de bioscopen hoofdzakelijk op Zater
dag en Zondag geopend zijn, zal de opleiding der leer-
ling-operateurs er onder te lijden hebben, omdat het wel
heel lang zal duren eer zij het minimum aantal van 800
draaiuren hebben bereikt, dat vereist is voor het diploma-
A van het Instituut voor Opleiding van Technisch Bio
scooppersoneel.
Een ander bezwaar had betrekking op de verplichting
van het aanleggen en bijhouden van een arbeidsregister.
Alleen ondernemingen met vier of minder arbeiders zou
den van deze verplichting worden vrijgesteld. Zou deze
bepaling enig effect moeten sorteren, dan zou het ge
noemde aantal tot tien moeten worden verhoogd. Voor
vele kleine bioscopen zou dat een vereenvoudiging van
betekenis zijn.
Deze bezwaren en nog enige andere van meer formele
betekenis heeft het Hoofdbestuur ter kennis gebracht van
de Sociaal Economische Raad. Het stemt tot voldoening,
dat de Raad blijkens het onlangs gepubliceerd advies aan
de Regering onze bezwaren heeft overgenomen. Zo acht
de Raad het wenselijk, dat tijdig voor het verstrijken van
de termijn van drie jaar waarbij de verplichting om
dertien vrije Zondagen per jaar te geven ingaat -- een
onderzoek wordt ingesteld naar de vraag, of de dan be
staande situatie in het bioscoopbedrijf het mogelijk zou
maken het voortaan zonder een compensatieregeling te
stellen, dan wel een voorziening van meer beperkte strek
king tot stand te brengen. Ook is de Raad van mening,
dat ten aanzien van het werken op Zondag een uitzon
dering moet worden gemaakt voor bioscopen in kleine
plaatsen, die alleen tijdens het weekeinde geopend zijn.
zij het dat voor die uitzondering eerst toestemming moet
worden verkregen van de Arbeidsinspectie.
Hoewel de Raad het verbod van Zondagsarbeid voor
jeugdigen in het algemeen juist acht, heeft hij oog voor
het onzerzijds geuite bezwaar tegen het verbod van Zon
dagsarbeid van leerling-operateurs. Daarom geeft de Raad
in overweging de mogelijkheid te openen, dat met toe
stemming van de Arbeidsinspectie voor leerling-opera
teurs van het verbod kan worden afgeweken.
Ten slotte heeft de Raad zich eveneens verenigd met
onze suggestie om de vrijstelling van de verplichting tot
het aanleggen en bijhouden van een arbeidsregister uit te
breiden tot de ondernemingen, waar niet meer dan tien
arbeiders werken.
De Amsterdamse filmcriticus, de heer L. J. Jordaan,
ontving op Zaterdag 29 Juni uit handen van de Rotter
damse auteur W. A. Wagener de Pierre Bayle-kritiekprijs
voor zijn langdurige kritische arbeid op het gebied van
de film. Deze plechtige uitreiking vond onder grote be
langstelling plaats in het Luxor Theater aan de Kruiskade
te Rotterdam, waarbij ook onderscheiden vertegenwoor
digers van het filmbedrijf aanwezig waren.
De „Pierre Bayle'1 Prijs (kritiekprijs) werd in 1955
door het bestuur van de Botterdamse Kunststichting inge
steld en wordt ieder jaar uitgereikt aan hem of haar, die
op het gebied van de kunst stelselmatig en op literair
niveau gedurende verscheidene jaren zijn of haar bemid
delende kritische laak opbouwend en gezagafdwingend
heeft verricht. Aan deze prijs werd de naam van Pierre
Bayle verbonden, daar hij de eerste was, die in Nederland
een populair wetenschappelijk maandblad uitgaf (1684;,
waarin van een onpartijdig, doch streng kritisch stand
punt de nieuw uitgekomen boeken besproken werden en
een overzicht gegeven werd van gebeurtenissen van de
meest uiteenlopende aard.
Besloten werd de prijs voor dit jaar toe te kennen aan
degene, die kritische arbeid heeft verricht op het gebied
van de film en op advies van een jurv werd de prijs
verleend aan de heer Jordaan, de nestor van de Neder
landse filmcritici. In de jury hadden zitting: Dr. J. Huls-
ker. D. A. van Staveren, Kees Stip, Gerhard J. Toonder
en W. A. Wagener, waaraan als secretaris was toegevoegd
Drs. W. Hofman.
In het rapport van de jury, dat door de heer Wagener
bij de prijsuitreiking werd geciteerd, werd er op gewezen.
dat de heer Jordaan een vertegenwoordiger is van de oude
garde van filmcritici, die er indirect toe heeft bijgedragen,
dat het filmmedium tot filmkunst is gegroeid, terwijl deze
groep in directe zin grote invloed heeft uitgeoefend op de
ontwikkeling van het Neder] a n d s e filmwezen. De
heer Jordaan, van huis uit tekenaar, durfde de film au
sérieux te nemen in een tijd, toen de pers als geheel nog
afwijzend ten opzichte van de film stond. Bij zijn arbeid
streefde hij er naar de smaak van de massa te vormen,
Zijn voorbeeld stimuleerde vele anderen tot navolging.
Het verheugt ons in het bijzonder, dat deze kritiekprijs
aan de heer Jordaan werd verleend, niet alleen orndal hij
als geen andere criticus in ons land terug kan zien op een
zo rijk en lang leven in dienst van de film, maar ook om
zijn persoon en de eerlijkheid waarmede hij zijn critische
arbeid steeds heeft verricht.
Wij wensen deze onvermoeide zeventiger, die zijn kri
tieken nog steeds in ,.Vrij Nederland" publiceert en ook
wekelijks voor de AVRO-microfoon zijn filmcausericën
houdt, van harte geluk met deze welverdiende onderschei
ding.
36