De feiten spreken Mede in opdracht van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen wordt door hel Centraal Bureau voor de Statistiek een onderzoek ingesteld naar de culturele en sociale betekenis der huidige vrije-tijdsbeste ding in Nederland. De resultaten van dit zeer uitvoerige onderzoek, het eerste van deze aard, dat, naar ons weten op zo uitgebreide schaal plaats vindt, worden gepubli ceerd in de vorm van een algemene inleiding, gevolgd door gespecialiseerde studies over avond- en weekend- besteding, leesgewoonten, verenigingsleven enz., waaraan voorzover verschenen elders in ons blad een uit voerige bespreking wordt gewijd. De Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft aan deze onder zoekingen zijn volle steun en medewerking verleend door een niet onbelangrijke subsidie en de terbeschikkingstel ling van waardevol archiefmateriaal door zijn bureau, zodat einde Juni van dit jaar onder de titel „Bioscoop bezoek" als derde deel in deze reeks de uitvoerigste studie kon worden gepubliceerd, welke tot dusver in ons land op het terrein van bioscoopbezoek en filmbelang- stelling verschenen is. Zij is, evenals de verwante studies over andere recreatieterreinen in deze serie, geen uitput tende studie, beperkt zich tot het statistisch waarneembare, gaat alleen in op feitelijke bevindingen en is bedoeld als eerste oriëntatie en uitgangspunt voor nadere research. Het is welhaast onvermijdelijk, dat bij een zo stelsel matig en door een naar objectiviteit onverdachte instantie gevoerd onderzoek tal van aprioristische veronderstellin gen grondig worden ontzenuwd en dat vele gezellige ge meenplaatsen over film en filmbelangstelling, welke gemakshalve maar als vaststaande feiten waren aangeno men omdat „men" het zo vaak hoorde, plotseling naar het rijk der fabels worden verwezen. Maar de grote ver dienste van onderzoekingen als de onderhavige is toch, dat zij ons vooral nader brengen tot een inzicht in de feiten in hun onderling verband, welke inzicht een eerste vereiste is om tot een meer objectieve benadering te geraken van tal van problemen, waarvoor wij ons in de onderscheiden sec toren van ons maatschappelijk leven zien gesteld. Daarom valt het te betreuren, dat de betekenis en de bevindingen van dergelijke serieuze pogingen op min of meer dilettantistische wijze overhaast worden benaderd en daardoor verwrongen worden tot een beeld, dat in geen enkele relatie meer staat tot de in nuchtere statistische feiten vastgelegde realiteit. Tot onze niet geringe verwon dering troffen wij een proeve van zulk een benadering aan in de aflevering van 27 Augustus j.1. van het dagblad „T r o u w"wij weigeren aan te nemen, dat zij komt van de hand van zijn ook door ons gewaardeerde hoofd redacteur, wiens welversneden pen zich nimmer tot een verdraaiing van feiten heeft geleend. Want wat is namelijk het geval? In het bewuste artikel, dat de titel „Bioscoopstatistiek'' draagt, prijst de schrijver in een zestigtal regels de verschijning en be tekenis van de reeds vermelde derde studie, welke onder de titel „Bioscoopbezoek" in de reeks van publi caties over de vrije-tijdsbesteding is verschenen, waarbij hij er terloops op wijst, dat „43 het instituut bioscoop mijdt". Hij komt daarop plotseling voor de dag met de nergens in deze studie van het Centraal Bureau voor de Statistiek vermelde of gemotiveerde „conclusie": „De bioscoop blijkt vóór alles de kerk der onkerkelijken te zijn", tracht deze onhoudbare stelling onder meer te be wijzen door het geven van foutieve „percentages", schrikt er niet voor terug om het Centraal Bureau voor de Sta tistiek verklaringen in de mond te leggen welke diametraal ten opzichte van de in deze studie vermelde feiten en con clusies staan en dit alles om de suggestie te geven hij zegt het niet letterlijk dat de kerken de bioscoop afwij zen en dat daar de verklaring te vinden is voor de 43% die nooit naar de bioscoop gaat. Aan dit fraais wordt dan de eigen „conclusie" vastgeknoopt waarvoor het geheel pas klaar gemaakt is, namelijk en hier komt de aap uit de mouw het oude verhaal, dat „de film niet langer mono polistisch mag worden verbonden aan de bioscoop" enz. enz. Onderscheiden beschouwingen, feiten en conclusies van het C.B.S. inzonderheid ook ten aanzien van het bioscoopbezoek van gereformeerden die de lezers van „Trouw" zeker zouden interesseren, worden eenvoudigweg

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 3