Een kwalijk stuk
De ambtenaar van de culturele Afdeling van de Ge
meentelijke Dienst voor Sociale Zaken van de gemeente
Amsterdam, de heer W. Kweksilber. die zich in zijn vrije
tijd met filmzaken bemoeit onder de naam H. ielek.
heeft gemeend een schotschrift te moeten samenstellen
tegen de Nederlandse speelfilmproductie, hetwelk als
..open brief" aan de Nederlandse producenten van speel
films is gepubliceerd in het October-nummer 1957 van
het maandblad „Filmforum". Onmiddellijk rijst natuur
lijk de vraag in hoeverre het de taak van een gemeente
ambtenaar kan zijn om. zoals in dit stuk gebeurt, de stop
zetting te eisen van een tak van industrie, die in zijn ge
meente met zeer grote offers van de kant der gezamenlijke
bedrij f sgenoten is opgericht en in stand wordt gehouden
en waarvan dezelfde gemeente niet anders dan de grootst
mogelijke profijten plukt, meer dan van welke industrie
ter plaatse ook. Het antwoord hierop is misschien van
gemeentewege gegeven aan de betrokken industrie, die
zich aanstonds en terecht over dit gedrag van genoemde
ambtenaar heeft beklaagd.
Met de publicatie van des heren Kweksilber's pamflet is
overigens raar omgesprongen. De feiten en omstandig
heden, die hierover aan het licht komen, zijn bepaald niet
verheffend. Zij geven een duidelijke kijk op de kwalijke
situatie, die zo langzamerhand in een bepaald klein
wereldje van hoofdstedelijke filmcritici is ontstaan en
hebben het vertrouwen geschokt ook in hen. van wie men
veronderstelde dat zij. al was men het vaak niet met
hen eens wanneer het om de filmbeoordeling ging. door
hun kennis en inzicht recht van spreken hadden.
Kan men echter nog van bezonkenheid des oordeels, van
weloverwogen beleid en vooral van eerlijkheid van over
tuiging spreken, wanneer men ook maar een deel moet
geloven van de zonderlinge berichten, die ons, niet hele
maal vreemd in het Jeruzalem van deze heren, over de
houdin» van de hoofdredactie van het maandblad bereiken?
Waarom, vraagt men zich af, had de hoofdredacteur van
Filmforum'". Van Domburg, zoveel haast bij het publi
ceren van dit stuk en moest het ondanks gerezen bezwaren
met geweld in het October-nummer geplaatst worden?
De lezers van ..Filmforum hebben er. dunkt ons, recht op
kennis te nemen van de motieven. Op het ogenblik van
verschijnen kon het immers ook deze lieden, die alles
plegen te weten, bekend zijn. dat een aantal filmplannen
dank zij de continuïteitsbasis, die door Overheid en be
drijf geschapen is, op het punt stond uitgevoerd te
worden en gedeeltelijk reeds was uitgevoerd. Het kon
hun ook bekend zijn. dat zoals in zulke gevallen gebruike
lijk is de nodige contracten op lange termijn gesloten
waren en vele medewerkers reeks gekozen. De kreet ..stop
met de productie" had dus als waarschuwing geen zin.
Waren zij wellicht beducht, dat een of meer van deze
plannen niet alleen zouden slagen in de zin van ..publiek
succes", maar toevalligerwijze meer of minder zouden
beantwoorden aan de normen, die sommige filmcritici
stellen? Indien hieromtrent iets te vroeg naar hun zin
bekend zou worden, zou de knuppel niet zo. wat je noemt,
in het „hoenderhok" gegooid zijn; men zou in zulk een
geval niet kunnen zeggen: ..Zie je wel. onze ..rel" heeft
al succes gehad."
In een van de bladen werd dan ook prompt door een
filmcriticus bij de aankondiging van de nieuwe Polygoon
Profilti-speelfilmproductie met Wim Kan de vraag ge
steld of dit plan niet als een antwoord op de open brief
moest worden beschouwd. Stel U voor. alsof de eerste
drie, vier films die in het komende jaar gaan verschijnen
niet reeds lang tot in de details zijn voorbereid: hier mani
festeert zich juist een van de resultaten, die met de pro
ductieplanning, in 1956 begonnen, is beoogd. at ver
beelden deze critici zich toch? Laten zij zich van één ding
overtuigd houden, namelijk dat zoals wij reeds vroeger
betoogd hebben evenals in geen enkel productiecen
trum ter wereld ooit notitie is genomen van hun schrijverij
en de productie ongestoord voortgang heeft gehad alsof
zij niet hadden bestaan, ook de filmproductie in ons va
derland zich zal gaan ontwikkelen ongeacht hetgeen zij
ervan zeggen. De Nederlandse filmproductie zal zich
uitsluitend ontwikkelen volgens de normen van vakman
schap, dat door de regelmaat en de wisseling van werk
zaamheden, door de mogelijkheden tot het aantrekken van