Collectieve filmreclame in Duitsland Verbetering van de reclame Prqzen voor de beste affiehes en trailers Ongeveer twee jaar geleden nam de Spitzenorganisa- tion der Filmwirtschaft op instigatie van de Zentralver- band der Deutschen Filmtheater, de organisatie der bio scoopexploitanten, het initiatief tot het instellen van een commissie ter bestudering van een collectieve filmpropaganda. Deze commissie waarin deskun digen uit de vier grote bedrijfstakken zitting hebben, kwam al spoedig tot de opvatting, dat men bij een col lectief propageren van „de film" in het algemeen steeds een spaarzaam gebruik zou dienen te maken van adver tenties en strooibiljetten, omdat deze „klassieke" film- reclamemiddelen door het bedrijf voor de individuele filmreclame reeds in zodanige omvang worden gebruikt, dat het nut van hun toepassing voor een collectieve pro paganda op zijn minst problematisch moet zijn. Aangezien de besturen der bedrijfsorganisaties deze op vatting bleken te delen, kreeg de propagandacommissie de opdracht voorstellen uit te werken inzake de binnen de diverse bedrijfstakken realiseerbare mogelijkheden, waarbij onder meer gedacht werd aan: 1) een rechtstreek se propaganda tot filmbezoek in de bisocopen en door de exploitanten zelf; 2) onderzoek en verbetering van de propaganda in het algemeen, voornamelijk in samenwer king tussen verhuur en exploitatie; 3) bevordering van de gesprekken over en rondom de film; 4) individuele benadering van de bevolkingsgroepen, welke zich van de film afzijdig houden of nog niet voor de film ontsloten zijn. Het belangrijkste resultaat van de eerste phase was het uitgeven van een „Werbefibel", een echt „a-b-boekje voor de filmreclame", dat in handen gegeven werd van alle bioscoopexploitanten en van degenen, die zich bij het productie- en verhuurbedrijf bezighouden met pers en propaganda. Met betrekking tot het tweede punt werd er ter bevor dering van een serieuze en pakkende reclame een ..Werk gemeenschap Reclame Verhuur- Exploitatie" in het leven geroepen, waarin van beide zijden zakelijke critiek wordt uitgeoefend op het propagandamateriaal. Hiermede hoopt men op den duur te komen tot een aan de feitelijke prac- tijk beantwoordende filmpropaganda ver van de tot nu toe vaak gebruikelijke „reclame". Deze werkgemeenschap heeft inmiddels besprekingen gevoerd met bijna alle pers en propagandachefs van de grote Duitse verhuur- en pro ductiefirma's en naar aanleiding daarvan een programma uitgewerkt, welks verwezenlijking een belangrijke stap in de goede richting zou betekenen. Het gaat hier onder meer- om de volgende punten: 1. Trailers zouden in de toekomst geen concentraties van superlatieven meer moeten zijn, maar een geheel an dere vorm moeten hebben, bijvoorbeeld een gedachten- wisseling tussen hoofdrolspeler, regisseur of camera man, die daarmede een reële inleiding tot de film geven. 2. Aan de vormgeving van de reclame-diapositieven dient in de toekomst veel meer aandacht geschonken te worden. 3. De van de zijde der verhuurders aan de bioscopen te verstrekken press-sheets met ontwerpen voor adver tenties zouden minder op een zogenaamde „voorge schreven tekst" moeten steunen, maar zouden veeleer werkelijke slagzinnen moeten bevatten. 4. Ook de door de verhuur ter beschikking gestelde affi ches zouden zich zienderogen van een, meer of min aan de overdreven ijdelheden van stars beantwoorden de, voorgeschreven tekst moeten verwijderen en zich volgens een zuiver grafische vormgeving tot een mo derne vorm van reclame moeten ontwikkelen. 5. Vooral bij de middelgrote en kleine bioscopen zou de vaak zeer primitieve gevelreclame een wat minder bombastisch karakter moeten hebben. In verband hiermede werd contact opgenomen met de firma s die voor ongeveer 25 van de Duitse bioscopen de gevelreclame vervaardigen en deze van theater tol theater verhuren. 6. Bijzondere aandacht zal ook geschonken worden aan de vormgeving van de foto- en étalagekasten voor de bioscopen en op andere plaatsen, welke daarvoor ge schikt zijn; de propaganda-afdelingen der verhuur kantoren zullen in hun press-sheets dienovereenkom stige ontwerpen voorstellen. Vanzelfsprekend wordt de discussie niet beperkt tot de hier aangegeven punten. Het zal duidelijk zijn. dal het er hier in hoofdzaak om gaal de serieuze filmpropa ganda onder de grote verhuurkantoren te coördineren en de zich van hun verantwoordelijkheid bewuste reclame deskundigen meer invloed op de vormgeving der afzon derlijke reclamemiddelen te verschaffen, dan zij tot dus ver bezaten. Uiteraard hebben zowel de propagandacommissie als de werkgemeenschap bij haar arbeid heel wat moeilijk heden ondervonden door openlijk en lijdelijk verzet. Zo bleek zoals verwacht kon worden een deel van de reclamechefs van verhuur en productie van mening, dat de „Werbefibel" weliswaar prachtig was, maar hun firma toch niets nieuws te vertellen had, omdat die altijd al op voorbeeldige wijze reclame maakte. In bioscoopkringen waren er exploitanten, die blijkbaar uitsluitend oog had den voor de concurrentie en zich openlijk afvroegen, waarom zij zich druk zouden maken voor een algemene verbetering van het peil van de reclame en waarom zij daarover met hun collega's van gedachten zouden wisse len, zodat die uit eventuele „tips" hetzelfde profijt zouden kunnen trekken, dat zij anders voor zichzelf zouden heb ben kunnen reserveren. In vele gevallen bleek derhalve, dal het begrip voor een collectieve propaganda ver te zoeken was. Maar de bedrijfsorganisaties, vooral de bond van de bioscoopexploitanten, laten zich niet van haar stuk bren gen en gaan onverdroten voort met deze moeilijke, maar voor het algemeen bedrijfsbelang onmisbaar geachte, arbeid, welke heel wat tijd en geduld vergt. Zo heeft de Zentralverband der Deutschen Filmtheater, uit haar vertegenwoordigers in de propagandacommissie van de S.P.I.O. een interne „reclamecommissie voor het bio scoopbedrijf" gevormd, welke inzonderheid tot taak heeft zich te verdiepen in die aspecten van de collectieve pro paganda, welke aan de bioscopen ten goede komen. Deze commissie heeft enige tijd geleden een plan uitgewerkt 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 18