Oudej aar s viering
Ledenraadsvergadering
Het was een goede gedachte van het Hoofdbestuur om
het jubeljaar van onze bedrijfsorganisatie in te zetten met
een oudej aarsbij eenkomst van huishoudelijk karakter. Meer
dan een grootse viering zal de sfeer van zulk een samen
zijn vooral de herinnering der ouderen onder onze be-
drijfsgenoten teruggevoerd hebben naar het moeilijke eer
ste begin. In de loop van dit jaar hoopt men het veertigja
rig bestaan van de Nederlandsche Bioscoop-Bond te her
denken op een meer geschikt tijdstip. Passend te herdenken.
Niet alleen betekent dit aandacht schenken aan de kleine
historie van wat zich in het kader der vereniging in de
loop der jaren heeft afgespeeld en aan de rol, die de
een daarbij meer of minder dan de ander was toebedeeld,
maar er is evenzeer reden het zeldzame feit te vieren, dat
de Bioscoop-Bond. een van de oudste bedrijfsorganisaties
op filmgebied in Europa, is uitgegroeid tot een interna
tionaal uitzonderlijke eenheid, die het gehele bedrijf
omvat. Zo houden zijn historie en huidige betekenis een
boodschap in aan de bedrijfsgenoten in de landen om
ons heen.
Wij weten wel, dat de nationale omstandigheden de
ontwikkeling van de Bioscoop-Bond mede hebben bepaald,
maar het inzicht, de doortastendheid en de volharding
van de betrokkenen vallen daarbij niet weg te cijferen. Het
zijn mensen, die de geschiedenis maken: ook die van de
Bioscoop-Bond.
Welk nut heeft hij voor de bedrijfsgenoten afgeworpen?
Welke plaats neemt hij maatschappelijk in? Wat is met
name zijn culturele invloed en betekenis, afgewogen te
genover de wereld, die haar bestaan aan de film ontleent
anders dan door aankoop, vertoning of vervaardiging?
Vragen, welke het beantwoorden waard zijn bij de afslui
ting van een organisatorische periode, die tweederde deel
beslaat van de filmhistorie. Mogelijk kan dit tot bezinning
leiden op de taak. welke de naaste toekomst van de orga
nisatie vraagt, nu film en filmbedrijf andermaal aan een
keerpunt staan.
Op 13 Januari jl. is op het Bondsbureau een vergade
ring van de Ledenraad gehouden, waaraan werd deelge
nomen door de heren Joh. Miedema. Voorzitter; H. S.
Boekman, Vice-Voorzitter: C. Barnstijn. C. J. Blad. L. van
Dommelen. S. Israël. H. P. H. Juten. J. A. L. Kemps. J.
Nijland Jr.. J. E. F. de Nijs, J. L. Paerl. J. P. M. A. Smul
ders. C. van Willigen en H. Zondervan, leden; H. W.
Hagenberg, wnd. secretaris.
Afwezig waren de heren J. van Bentum, P. Kijzer, L.
W. B. Meyer en J. de Wilde.
In zijn openingsrede heeft de Voorzitter, de heer Joh.
Miedema. een kort overzicht gegeven van de belangrijkste
gebeurtenissen in het afgelopen jaar en van de vooruit
zichten in het nieuwe jaar, waarbij ook aandacht is ge
schonken aan gedetailleerde cijfers omtrent bezoek en re
cettes.
Hierna kwam in behandeling het voorstel van het
Hoofdbestuur voor het vaststellen van een nieuw Bedrijfs-
besluit inzake de Uitvoering der Deviezenregeling over
eenkomstig de tekst van het op 18 December 1956 vast
gestelde Bedrijfsbesluit van die naam, met dien verstande,
dat in de artikelen 1. 2 en 8 het jaartal 1957 veranderd
wordt in 1958. Dit voorstel werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Eveneens werd zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd het voorstel van het Hoofdbestuur om in artikel
1 van het Gewijzigde Bedrijfsbesluit inzake Beizende Bio
scopen de woorden .,30 dagen per jaar" te wijzigen in
..51 dagen per jaar", alsmede om aan dit Besluit een
nieuw artikel 3 toe te voegen, luidende:
..Beizende bioscopen zijn gehouden in alle reclame voor
bioscoopvoorstellingen, welke door haar worden gegeven,
haar naam en adres te vermelden."
(De volledige tekst van deze nieuwe besluiten, vervat
in de uitgaven nr. 4 en nr. 5. is inmiddels aan alle leden
toegezonden.