Van buitenhall naar ontvanghall
Zaal met grote ruimtewerking
wandelgang achter de zaal. waarop de later Ie vermelden
wandschildering, beschermd door een speciale glasharde
lak waarin geen krassen kunnen voorkomen en waarop
geen brandgaten zich aftekenen. Met deze lak. die eerst
is gekozen na uitgebreide proefnemingen, zijn ook de
betimmeringen in de hall en de foyers bespoten.
Laat ons nu een rondgang door het gebouw maken en
in de buitenhall beginnen. In de buitenhall, onder de
luifel, staat een cirkelvormige kassa, met plaats voor twee
cassières, vrij opgesteld.
Vanuit de buitenhall koml men door twee glasfronten
ieder van 10 secüritglasdeuren, die de gehele breedte van
de hall beslaan, in de tussenhall. De buiten- en tussenhal]
zijn samen 15 m lang. de breedte is aan de voorgevel 10 m
en loopt dan langzaam toe tot 9 m. De wanden zijn bezel
met Artitegels van de Porcelijne Fles geval in een kader
van gepolijst Zweeds graniet.
Het ontwerp van de vlakindeling van deze wanden en
de kleuren daarvan werd gemaakt door Teus van den
Berg. Tegen deze tegelwanden zijn lange geanodiseerd
aluminium fotokasten geplaatst, die door de glasfronten
heenlopen en er daardoor sterk aan meewerken, dal de
buiten- en tussenhal] visueel als één ruimte werken. De
vloer van de buitenhall is van lichlzeegroene gespleten
Zwitserse kwarlsiet. die van de tussenhall is belegd met
rubberslikmatten van een speciaal profiel, waarin geen
dameshakjes kunnen vastklemmen.
Vanuit de tussenhal] komt men via twee witmarmeren
lieden de 36 cm hoger gelegen grote ontvanghal] binnen.
Deze hall met een lengte van 22 m, een breedte van 14 m
en een hoogte van 7.50 m biedt na het passeren van de
lage tussenhall een verrassend effect. Links en rechts in
deze hall. achter een rij zeer slanke met donkerpaars
glasmozaïek bezette kolommen, voeren gemakkelijk rechle
zwartmarmeren trappen naar de eerste verdieping, waar
men uitkomt in de foyer. Deze is 20,50 m bij 12 m en
is gedeeltelijk als insteekverdieping in de hall uitgebouwd.
De vloer van de hall is belegd met een groenblauw, de
foyer en de trappen met een goudgeel tapijt. De hall-
wanden onder de trappen zijn bekleed met ivoorkleurige
vynide waartegen de felrode zitbanken tussen de kolom
men, sterk contrasteren. De wanden boven de trap zijn
bordeauxrood geverfd tot aan de teakhouten wandbekle-
ding van de foyer. Tegen deze rode wanden maakte de
beeldhouwer Peter Roovers zeer vrolijke lichtgekleurde
verglaasde plateelplaslieken. De ontvanghal] is aan de
achterzijde verbreed tot 20,50 m en van dit gedeelte zijn
de wanden betimmerd met blank essenhout. Rechts in
deze hall vindt men een buffet en de toegangen tot enkele
dienstruimten, links een zithoek, een publieke telefooncel
en de garderobe.
Vanuit de hall komt men door een groep van zes secü
ritglasdeuren in de wandelgang achter de zaal. Onmiddel
lijk wordt men hier geconfronteerd met een zeer fraaie
wandschildering in Iakverf op houten paneelwerk over
de gehele lengte van de gang. Deze schildering werd ver
vaardigd door de kunstschilder Cuno v. d. Steene. De
tegenoverliggende wand van de gang is bekleed met ivoor-
essenhout. In deze wandelgang zijn de midden-, linker- en
kleurige vynide en het plafond is betimmerd met blank
rechter-toegangen lol de zaal en aan de andere zijde van
deze gang. recht tegenover de zaaldeuren, de deuren van
de noodtrappenhuizen welke uitgang geven op de binnen
hof, die weer verbinding heeft met de Schiedamse Vesl
en de Hartmanstraat. In de wandelgang vindt men tevens
de toegangen lot de dames- en herentoiletten.
Bij hel betreden van de zaal valt de grote ruimlewerking
op. vooral door het zwevende balkon dat aan de achter
wand 2.80 m hoog ligt en aan de voorzijde door het om-
Een imposant voor
doek, welks tinten
harmoniëren met. hel
ivoor en. oranje van
de wanden, het char
treuse van de stoe
len en het grijs en
paars run de vloer
bedekking, sluit hel
onconventionele, van
zijwand, lot zijwand
gebouwde, podium al
van de zaal.