Herverkiezing Hoofdbestuursleden Ledenvergadering Zentralverband der Deutschen Filmtheater achtte spreker evenwel uiterst moeilijk. Door de instelling van liet bedrijfspensioenfonds heeft het bedrijf reeds een zware last op zich genomen, waaraan peen nieuwe kunnen worden toegevoegd. Het Hoofdbestuur geeft aan deze kwestie zijn voortdurende aandacht en verleent zijn steun aan ieder daarvoor in aanmerking komend noodgeval op zo goed mogelijke wijze. Ten aanzien van de door de Commissie bij de behande ling van de jaarrekening ter zake van de post ..Film- verzekering" gemaakte opmerkingen, deelde de Bonds penningmeester, de heer W. K. G. van Hoven, mede, dat krachtens de in December 1950 gesloten overeenkomsten een premieverlaging van de brandverzekering, een ge deeltelijke korting op het premiebedrag- alsmede een winstaandeel voor de all risksverzekering was verkregen. Op grond daarvan was voor 1957 een bedrag begroot, dat ten opzichte van het in 1946 bestede een besparing van meer dan 10.000,— betekende. Dat de begrotingspost 1957 is overschreden met een geringer bedrag dan oor spronkelijk werd aangenomen, aangezien bij het opstellen van de jaarcijfers nog niet bekend was. welk „winstaan deel" te verwachten viel is een gevolg van het feit, dat de door de filmverhuurders opgegeven filmvoorraden (niet ouder dan drie jaar) ten opzichte van 1956 met ruim 1 1 stegen, waardoor de verzekerde waarde met bijna L2 werd verhoogd. Per verzekeringsperiode van drie jaar gerekend lag de filminvoer in 1955-1957 ti v/o hoger dan in de periode 1954-1956, terwijl ook de gemiddelde lengte van de films voortdurend stijgt. Bovendien dient men rekening te houden met een niet onaanzienlijke toe neming van bel aantal kopieën van Nederlandse films. Inmiddels is daarom besloten, dat de verhuurders voor laan bun maandelijkse voorraadopgaven per film dienen Ie specificeren, waardoor op eenvoudige wijze zal kunnen worden gecontroleerd of de opgave beperkt blijft tot films, die nog niet in première zijn gegaan of waarvan de pre mièredatum niet langer dan drie jaren is verstreken. Zonder hoofdelijke stemming werd bierop de Begro ting van Ontvangsten en Uitgaven voor 1958 door de ver gadering aanvaard, terwijl tevens overeenkomstig het voorste] van bet Hoofdbestuur besloten werd het even tueel batig saldo over L958 in de Weerstandskas te storten. Vervolgens was aan de orde de verkiezing overeen komstig artikel 12 der Statuten en artikel 12 van het Al gemeen Bondsreglement van drie leden van het Hoofd bestuur in de vacatures, ontstaan door het periodieke af treden van de heren Joh. Miedema te Sneek, voorzitter. J. P. M. A. Smulders te Amsterdam en B. Uges te Bijs- vvijk, die allen bij enkele candidaatstelling herkozen wer den. De Bondsvoorzitter dankte de vergadering, die hem een ware ovatie bracht, voor het in hem gestelde vertrou wen en wenste de heren Uges en Smulders geluk met hun herbenoeming. De heer H. S. Boekman, Vice-Voorzitter van het Hoofd bestuur, maakte zich tot tolk van de vergadering toen hij. de heer Miedema toesprekende, opmerkte, dat het harte lijke applaus dat diens herbenoeming onderstreepte het welsprekende bewijs was van de voldoening van de verza melde leden over de herverkiezing van hun Voorzitter. Het leiden van een organisatie als de Nederlandsche Bio scoop-Bond is een zware taak, welke zeer veel vergt van de werkkracht van de Voorzitter en beslag legt op een groot deel van de tijd, welke deze anders in de huiselijke kring zou kunnen doorbrengen. Daarom zou de Bonds voorzitter zijn functie niet goed kunnen vervullen zonder de voortdurende steun van zijn echtgenote. Onder luido bijval van de vergadering gaf spreker uiting aan de wens, dat de heer Miedema in zijn volgende ambtsperiode de Bond op dezelfde voortreffelijke wijze moge leiden als hij tot dusver gedaan heeft. De heer Miedema dankte de heer Boekman voor diens hartelijke woorden, waarna de beide overige herkozen Bestuursleden, de heren Uges en Smulders, die eveneens met applaus werden begroet, hun dank betuigden voor het door de vergadering in hen gestelde vertrouwen. De twee ingevolge artikel f! van het Filmbeurs-Regle ment periodiek aftredende leden van de Filmheurscom- missie, de heren G. H. Groenewegen te Leiden en H. Timmer te Amsterdam, werden herbenoemd. Aangezien verschillende suggesties gedaan werden ras' betrekking tot de vaststelling van de plaats waar de jaar vergadering in 1959 zal worden gehouden, stelde de Bondsvoorzitter voor het Hoofdbestuur te machtigen een beslissing ter zake te nemen. De heer Miedema sloot hier na de vergadering met een woord van dank aan de leden. Tijdens de van 27 Juni tol 8 Juli gehouden Internatio nale Filmfestspiele te Berlijn is een algemene vergadering gehouden van het Zentralverband der Deutschen Film theater onder presidium van zijn Voorzitter, de heer K. Theile. Op deze vergadering, waaraan werd deelgenomen door gedelegeerden der bij het Zentralverband aangesloten bioscooporganisaties uit de deellanden der Bondsrepu bliek en de stad Berlijn, waren als gasten van hel bestuur van het Z.D.F, aanwezig de Voorzitter van de Neder landsche Bioscoop-Bond, de heer Joh. Miedema, en de Directeur dezer organisatie, de heer J. G. J. Bosman. De Voorzitters der onderscheiden Duitse organisaties brachten verslag uit over de verschillende vraagstukken, waarmede het bioscoopbedrijf te maken heeft. Onder meer kwamen daarbij ter sprake de nieuwste ontwikkeling op het gebied van de televisie, de filmhuurcondities. de collec tieve reclamecampagne, de vermakelijkheidsbelasting en de technische evolutie. De heer Miedema heeft in zijn kwaliteit van Voorzitter van de Union Internationale de l'Exploitation Cinéma- tographique de groeten van deze Unie overgebracht. In zijn uitvoerige rede liet de heer Miedema zich in loffe lijke bewoordingen uit over de organisatie van het Ber- lijnse filmfestival en de wijze waarop daaraan door bel Duitse filmbedrijf wordt deelgenomen. 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 13