DE ARCHITECT AAN HET WOORD...
De heren Oyevaar en Stolle, architecten te Amsterdam, over de
metamorfose Tan het Leidsepleintheater te Amsterdam
Alleen de oudere Amsterdammers zullen zich herinne
ren, dut. waar nu het Leidsepleintheater zijn films draait,
een suikerfabriek gevestigd was. Nu zijn de enige over
blijfselen van de oude suikerfabriek een douane-erker aan
de gevel van de Lijnbaansgrachl en de zware constructie,
die ons zeer van pas kwam bij de verbouwing lot bioscoop.
De eerste verbouwing tot theater vond plaats in 1925.
een theater dat in de loop der jaren een legendarische
klank heeft gekregen: onze grote kleinkunstenaars zijn er
begonnen en kwamen er terug. Het zaaltje was ondanks
de krakende stoelen, slechte ventilatie en de gietijzeren
kolommen, die voor vele zitplaatsen een goed uitzicht
onmogelijk maakten door zijn verhouding en maal in
tiem en de gebreken nam men op de koop toe.
Bij het verstrijken der jaren werden deze gebreken
echter minder goed verteerd dan aanvankelijk; het pu
bliek en de artiesten gingen na de oorlog hogere eisen
stellen - - mede door het ontstaan van nieuwe kleine
theaters in Amsterdam en de vergelijking daarmede en
dit leidde tot de „face-lifting" in het jaar 1956, nu onder
de directie van de Mij. voor Cinegrafie te Amsterdam.
Door middel van het plaatsen van nieuwe stoelen en hel
in één kleur schilderen van het theater, werd weer een
sfeer bereikt die de bezoeker het gevoel gaf uit te zijn.
Het in één kleur schilderen, een tijdelijke oplossing aan
„face-lifting" inhaerent, had het voordeel van het visueel
wegwerken van buizen, uitsteeksels, reliëfs etc. die het
aanzicht van de zaal zo rommelig maakten. Dit was ons
eerste werk aan deze zaal.
Het voornemen van de Mij. voor Cinegrafie om de
zaal als bioscoop te gaan gebruiken, resulteerde in een
opdracht tot voorbereiding van een verbouwing. De vol
gende overwegingen speelden hierbij een rol:
12
Gezicht vanaf het
balcon op de harmo-
nicawand met een
fotomontage van een
positief en negatief
landschap.
In zijn oude vorm zou de zaal niet voldoen aan de
eisen, die gesteld worden aan een goed functionnerend film
theater. Het aanbrengen van een filmcabine op het be
staande balcon zou een kleiner aantal zitplaatsen tot ge
volg hebben. Het betrekken van een boven het theater ge
legen verdieping bij de bestaande ruimte, opende nieuwe
mogelijkheden voor het onderbrengen van de filmcabine,
en maakte de constructie van een nieuw en groter balcon
mogelijk. Hiermede kon worden voldaan aan het verzoek
het aantal plaatsen van 320 beneden, tot 400 ruime zit
plaatsen te vergroten.
Het toneel verdween en de ruimte werd eveneens bij de
lengte van de zaal betrokken. Het toneel was een overdekt
gedeelte van een binnenplaats en de toneelopening, een
groot gat in de achtergevel van het bestaande gebouw,
werd in de hoogte en in de breedte vergroot. Om deze
interne verandering te maken werden ingrijpende wijzi
gingen gebracht in de constructie van het gebouw, waar
door de zaal bevrijd werd van de ongewenste kolommen.
De ruimte die hierdoor ontstond maakte het mogelijk de
zaal een vorm te geven, die onze visie op het wezenlijke
van een bioscoop tot uitdrukking zou brengen.
Het begrip bioscoop is voor velen verbonden aan nor
men, welke het publiek op een bepaalde manier een
illusie verschaffen door middel van plastic (als goud),
tapijten en duur uitziende betimmeringen, lichtkronen, een
„onmisbaar" gordijn, dat het projectiedoek verborgen
houdt en last but not least een zwoel licht.
Bij het ontwerpen van het Leidsepleintheater hebben
wij in samenwerking met de directie van de Mij. voor
Cinegrafie getracht de bestaande normen kritisch te be
zien en naar gezonde, reële uitgangspunten gezocht, welke
het karakter van de bioscoop zouden bepalen; de te ge
bruiken middelen (vorm, kleur en verlichting) zijn aan
gewend om zonder overdaad een ruimte te vormen, die
voor de bezoeker een vertrouwde omgeving wordt om
film te zien.
De hoofdvorm van de zaal werd bepaald door de ge
dachte het filmbeeld als eindvlak te zien van een ruimte,
die als een trechter hierop gericht is en waaraan alle
elementen, die de ruimte vormen, zouden moeten mee
werken om dit doel te bereiken. Zo ontstond ook de be
hoefte de harmonicawand over de volle hoogte en breedte
met een fotomontage van een positief en negatief (land
schap) voor het projectiescherm c.q. eindvlak te schuiven,
indien dit niet wordt gebruikt. Hiermede werd het gordijn
vervangen en het oog in die richting getrokken, waar
straks de projectie plaats zal vinden.
De wanden, bestaande uit vurenhouten delen, donker
blauw gebeitst, en het rode stucplafond bepalen in hoofd
zaak de trechtervorm. Mede door de donkere kleur wordt
de aandacht op het filmbeeld geconcentreerd, zonder af
leiding van bijkomstige vormen.
De filmcabine en het balcon zijn beide ondergeschikt
gehouden aan de hoofdvorm. In tegenstelling tot de don
kere omgeving zijn deze afzonderlijke elementen met
naturel grenenhouten multiplexplaten bekleed en vanuit
lichtkoven aangelicht.
De bijna wit aandoende linoleumvloeren worden vanuit
de wanden aangelicht. Door deze wijze van verlichten
wordt de vorm van de zaal geaccentueerd, en het licht
gebracht daar waar het nodig is.
De zaal voldoet acoustisch uitstekend. De scherpe hoek
van de balconbekleding bleek in dit opzicht bijzonder
gunstig. Het roken in de Amsterdamse bioscopen stelt de
installateur van verwarming en ventilatie altijd weer voor
problemen. Toch is de installateur er in geslaagd een
economisch systeem te ontwikkelen. De warme lucht wordt
vanuit de vloer en wanden met lage luchtsnelheid inge
blazen en boven in het plafond afgezogen, vanzelfsprekend
met overdruk.
Een verbouwing als deze, waar de mogelijkheden be
perkt zijn, en de vorm van zaal en balcon door de om
liggende ruimten bepaald, geeft door zijn beperkingen
ruimtelijke oplossingen, die onconventioneel zijn bij
nieuwbouw. Deze beperktheid in de opgave kan in zo'n
geval tot resultaten leiden, die boven de verwachting lig
gen.
Anderzijds blijkt ook, dat toepassing van eenvoudige
materialen niet een geforceerd primitief effect hoeft te
geven, maar dat door de wijze van toepassen het resultaat
goed of slecht kan zijn. Zonder meer toegepast in een
andere proportie zal het beslist tot andere aspecten leiden.
OYEVAAR STOLLE, Architecten.
Overzicht van de zaal
met de het voordoek
vervangende harmo
nicawand als eind
vlak.