België
Congres der Filmauteurs
Nederlandse films in het buitenland
Filmprogramma's voor de jengd
tot het instellen van een adviserende instantie inzake film
en televisie. Aangezien de verstrekte inlichtingen betref
fende samenstelling en doel niet toereikend geacht werden,
verzocht de vergadering de heer Delac een rapport over
dit onderwerp samen te stellen en besloot de beslissing
over een eventuele deelneming aan te houden tot een vol
gende bijeenkomst.
Een moeilijke situatie is ontstaan ten gevolge van de
voortdurende groei van het aantal filmfestivals. Vele festi
vals stellen immers als voorwaarde tot deelneming, dat de
films buiten het land van oorsprong nog niet in het open
baar vertoond mogen zijn. maar zelfs de grootste film-
producerende landen kunnen geen voldoende, voor deze
bijzondere manifestaties geschikte, hoeveelheid films pro
duceren om hun land op waardige wijze te vertegenwoor
digen. Op deze wijze kunnen de festivals eerder schade
lijk zijn voor de goede reputatie van een land, dan krach
tens haar doelstelling bij te dragen tot de bevordering van
de internationale filmwaardering. De vergadering kwam
tot de conclusie, dat de in de herfst van 1957 en in het
voorjaar 1958 genomen beslissingen ter beperking van
het aantal festivals, niet de verwachte resultaten hadden
gebracht. Dientengevolge werden na ampele discussie de
volgende voorstellen aanvaard, welke met betrekking tot
de Festivalkalender 1959 van kracht zullen zijn:
1. Ieder festival, dat de erkenning van de Federatie
wenst, dient de door deze organisatie gestelde algemene
voorwaarden ter zake te aanvaarden en na te komen.
2. De Federatie zal jaarlijks niet meer dan vier festi
vals aanwijzen, die het uitsluitende recht zullen hebben in
hun reglement tot deelneming de voorwaarde te stellen,
dat de in te zenden films buiten het land van oorsprong
nog niet vertoond mogen zijn. Het praedicaat „I n t e r-
nationaal Film Festival" zal uitsluitend voor deze
vier manifestaties gereserveerd blijven. Alle andere film
festivals dienen de producerende landen vrij te laten in
de keuze uitgebrachte dan wel nog niet-uitgebrachte films
in te zenden.
De Federatie hoopt, dat deze nieuwe bepalingen er toe
bij zullen dragen de betekenis van het intenationale film
festival te versterken en het de onderscheiden festival
leidingen zal vergemakkelijken de doelstellingen van deze
manifestaties op een meer doeltreffende wijze te behar
tigen.
De Internationale Federatie der Ver
enigde Filmauteurs (film en televisie) kwam te
Brussel van 7 tot 9 Juni in congres bijeen. Zij hield zich
vooral bezig met een gedachtenwisseling over de onder
scheiden wijzen, waardoor de vrijheid van meningsuiting
met betrekking tot het filmmedium wordt beperkt. Het
Congres nam een resolutie aan waarin tot uitdrukking
werd gebracht, dat de Federatie:
1. zonder enige beperking de vrijheid van de film
auteur verdedigt en zich steeds met nadruk kant tegen elke
directe of indirecte, duidelijke of bedekte, politieke of
godsdienstige censuur op het werk van de filmauteur;
2. in het bijzonder de aandacht vestigt op de dwingen
de noodzakelijkheid de televisie-auteur dezelfde vrijheid
van meningsuiting te waarborgen en haar leden adviseert
in dit opzicht voorzichtiger te zijn, aangezien dit nieuwe
communicatiemiddel dikwijls rechtstreeks onder controle
van de overheid staat
3. een niet zo openlijke vorm van censuur, die meer
in het bijzonder verband houdt met de economische situa
tie van de productie, verwerpt. De door deze omstandig
heden opgelegde beperkingen dwingen de filmauteurs al
te dikwijls zich zelf te censureren, wat de Federatie voor
de toekomst van de filmkunst nog gevaarlijker acht dan de
van buiten af uitgeoefende censuur.
Voorts prees de Federatie zich, na kennis te hebben ge
nomen van de ontwerpen inzake de inning
van de filmrechten in de bioscopen, in een
tweede motie gelukkig met de in Frankrijk bereikte resul
taten op wettelijk en contractueel niveau in verband met
de toepassing van de reeds herhaaldelijk door haar be
vestigde pricipes, om de auteurs te associëren met het lot
van hun werk. De Federatie gaf uiting aan de hoop. dat
dit beginsel ook in andere landen toepassing en navolging
zal vinden en wekte al de auteursverenigingen op in deze
zin te handelen.
„G1 a s", Bert Haanstra's fascinerende impressie van
een der beroemdste glasfabrieken van Europa, waar het
oeroude ambacht van het glasblazen zich onbedreigd
handhaaft, werd op de van 27 Juni tot 8 Juli te Berlijn
gehouden VlIIe Internationale Filmfest-
s p i e 1 e onderscheiden met de Z i 1 v e r e n Beervan
B e r 1 ij n. Deze korte experimentele film in kleuren
(12 minuten vertoningstijdwerd opgenomen bij de N.V.
Koninklijke Nederlandse Glasfabriek Leerdam en kwam
tot stand met financiële steun van deze fabriek en het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Eduard van der Enden bediende de camera en Pim Jacobs
componeerde de muziek voor deze film, welke bij het
Berlijnse festivalpubliek een enthousiast onthaal heeft ge
vonden.
Ook de tweede korte film van de Nederlandse inzen
ding. Marten Toonder's .,M e t r o g r a p h i c" is te Ber
lijn zeer goed ontvangen. Deze drie minuten durende
speelse filmische tekenfantasie in kleuren en vormen,
waaraan geen scherp omlijnd thema ten grondslag ligt,
kreeg een open doekje. Vittorio Speich schreef het draai
boek en voerde de regie. Anki Bokhorst stond aan de
camera en Johnnie van der Meulen verzorgde de montage,
terwijl Jan Waldhober de muziek componeerde.
In het kader van de Algemene Wereldtentoonstelling
zullen onder auspiciën van het Belgische Wereldfestival
van de Film op 19, 20 en 21 September a.s. te Brussel
internationale filmprogramma's voor kinderen worden
gepresenteerd.
Het gaat hier om de vertoning van complete filmpro
gramma's uit onderscheiden landen, met het accent op de
jeugdspeelfilm. Het denkbeeld tot het organiseren van
deze vertoningen is uitgegaan van het Internatio
naal Centrum voor Jeugdfilms, dat onder
auspiciën van de U n e s c o is opgericht met medewerking
van de Internationale Unie van Bioscoop
exploitanten (Union Internationale de 1'Exploi-
tation Cinématographique). welke laatste organisatie een
bijzondere belangstelling heeft voor de ontwikkeling van
de jeugdspeelfilm.
Films voor kinderen vragen een speciale techniek van
scenario, regie, camera en geluidsband en haar vervaar-
17