Frankrijk
Verhnurdersomzetten
Photokina 1958
Opinie-onderzoek inzake
bioscoopbezoek
1957 namelijk in totaal 111 Duitse films uitgebracht tegen
121 in 1956. Dit bewijst volgens sommigen, dat de ver-
zadigingsquotiënt van de Duitse markt voor Duitse films
even boven de honderd films per jaar ligt.
De verhouding van het aandeel van de onderscheiden
landen in de totale verhuursomzetten bleef in grote trek
ken dezelfde, zoals bijvoorbeeld bij de Duits sprekende
film. welker aandeel 57.5 bedroeg tegen 57,8 in
1956. Binnen deze groep waren enkele geringe verschui
vingen onder meer bij de nieuwe Duitse films, welker
aandeel met 1 steeg en bij de Duitse reprises, welke
met 1,2 c/c terugliepen.
Films
1957
Millioenen
DM
1956
Millioenen
DM
0/
/o
171,8
47.6
0.1
9,8
154,3
1,6
35,4
46 6
0,4
0 5
35,3
107
207,5
106
57,5
29,3
6,6
3,1
2,1
1,4
191.3
101,8
16,6
5,8
11.4
4.3
57,8
30,7
5
23,8
11,2
1 8
7.7
3 4
5
1 3
361,2
100
331.2
100
Bij de buitenlandse films valt de aanzienlijke stijging
van de Britse film op. namelijk van DM 5.8 millioen tol
DM 11,2 millioen, bijna 100 Ook de Franse omzetten
liepen van DM 16,6 millioen op tot DM 23,8 millioen,
terwijl de Italiaanse film daarentegen terrein verloor. De
Amerikaanse film wist haar aandeel practisch te hand
haven.
Een vergelijking met de voorlopige SPlO-statis-
tiek voor 1957 toont de juistheid van de door de verhuur
dersorganisatie gepubliceerde totaalomzetten aan. De Af
deling Statistiek van de SP10 wijst er op, dat de tot dus
ver door haar verstrekte omzetcijfers over 1957 nog niet
volledig zijn. zodat er geringe verschillen kunnen bestaan.
1957
Bezoeker? 800 millioi n
Gemiddelde entreeprijs DM 1,28
Bruto theateromzet DM 1.024 millioen
Vermakelijk hei dsbelasting
(gemiddeld 14,9%) DM 152,5 millioen
Netto-recettes DM 871,5 millioen
In het kader van de Internationale Kohier
Keulen van 27 September tol 5 Octobei
Wereldjaarbeurs voor Foto- en Filmt o e-
stellen worden gehouden, welke internationaal si
als een evenement wordt beschouwd. Immers, niet alleen
de industrie, dehandel en het bedrijfsleven, doch ook de
wetenschap, hel onderwijs en niet Ie vergeten de g
groep van particulieren, zijn alle geïnteresseerd in de
huidige ontwikkeling en vooruitgang van de fotografische
en de filmindustrie en wat daarmede samenhangt.
De voorbereidingen voor deze bi rs. welke eens pei
twee jaren wordt gehouden, zijn that.s in voile gang. Naai
de organisatoren mededelen hebben, behalve de toon
aangevende Duitse fabrikanten, tot nu toe de Verenigde
Staten, Engeland, Frankrijk, Nederland. Italië. Japan,
1956
817,5 millioen
DM 1,16
DM 950 millioen
DM 150,8 millioen
DM 799.1 millioen
Zweden en Zwitserland zich met hun beste fabrikaten als
tentoonstellers aangemeld. De deelneming bevindt zich nog
steeds in opgaande lijn en zal dus weer groter zijn dan in
1956, toen ruim 500 exposanten uit 12 landen niet min
der dan 200.000 belangstellenden uit 75 landen trokken.
Men beschikt thans ook over meer ruimte, er zijn namelijk
9 hallen beschikbaar. Verwacht wordt dat de nieuwe
producten weer in het teken van verdere automatisering
en perfectionering der fotografische techniek zullen staan.
Naast het technische en zakelijke gedeelte zal wederom
een belangrijk deel der jaarbeurs aan gevarieerde culturele
manifestaties gewijd zijn. Zij bestrijken o.m. de gebieden:
kleuren- en persfoto's, beroepsfoto's, medische foto's,
technische macro- en microfoto's, illustraties, architec
tuur. mode, reclame, tourisme, onderwijs enz.
Bovendien zullen talrijke interessante congressen, de
monstraties en bijzondere tentoonstellingen worden ge
houden.
De voornaamste branches der fabrikanten zijn camera's,
filmapparaten, projectietoestellen, foto-chemische pro
ducten en aanverwante benodigdheden, een en ander zo
wel voor de techniek en wetenschap als voor de particu
lier en het zakenleven.
In tegenstelling tot de andere vakbeurzen te Keulen zal
deze beurs ook voor particulieren toegankelijk zijn.
In opdracht van het Centre National de la
Cinéma tographi e. de overkoepelende organisatie
van het Franse filmbedrijf, werd een viertal jaren geleden
door het Institut D o u r d i n een opinie-onderzoek
betreffende het bioscoopbezoek in Frankrijk ingesteld,
waarvan in de aflevering van 16 Juni 1954 van dit or
gaan een korte samenvatting werd gegeven. Door genoemd
instituut is nu. na vier jaar. wederom eenzelfde onderzoek
ingesteld, welks resultaten door de Documentatiedienst
van het Centre National in de vorm van een rijkelijk met
grafieken verluchte brochure, getiteld ..P o u r q u o i
Pourquoi pas?" werden gepubliceerd.
Het onderzoek werd, evenals in 1954. uitsluitend
ingesteld onder personen ouder dan vijftien
jaar, gekozen uit de bevolkingsagglomeraties van ge
heel Frankrijk, en naar milieu verdeeld in een viertal
grote groepen, te weten A. de meer gegoede burgerij
10%; B. de gewone middenstand 25%; C. de wer
kende klasse 15 en het economisch zwakkere bevol
kingsdeel 20
de 100 ondervraagden gaan er 61 wel en 39
niet bioscoop. Van deze bioscoopbezoekers ziet
tii de mannen en 59 van de n gemid
deld 31 speelfilms per jaar. Per 100 Fransen gingen er
30 vroeger wel maar nu niet meer naar de bioscoop en
desgevraagd waarom zij dit niet meer doen ontwoordde:
dat zij geen tijd meer hebben;
22 'f dat zij aan andere vormen van ontspanning de
voorkeur geven;
22 'f dat zij niet meer gaan wegens gezondheidsredenen:
18% dat zij niet over de nodige middelen beschikken:
\5rc dat zij naar de televisie kijken;
13 dat zij niet gaan wegens familie-ömstandigheden
13 9'c dat zij nog te jonge kinderen hebben;
19