België Vier jaar economische actie Overeenkomst inzake co-productie met Italië John Fernhout, Vittorio Speich's voor Marten Toonder geschreven en geregisseerde „M etrographic" en de door Charles Huguenot van der Linden geregisseerde en gemonteerde documentaire „D e gouden lis y". Aan deze film, een verslag van de internationale luchtvaart- show op Ypenburg, hebben tal van Nederlandse filmers als cameraman medewerking verleend: Johan Blansjaar, Albert Brosens, Charles Breyer, Eduard van der Enden, Bert Haanstra, Herman van der Horst, Pim Heytman, Hattum Hoving, Piet Kaart, Beginald Naumann, Jan Schefer en Peter Staugaard. Het Belgische Ministerie van Economische Zaken heeft onlangs in een uitstekend verzorgde brochure, getiteld „Q u a t r e a n s d'a ction économiqu e", een uit voerig overzicht gegeven van de activiteit, welke de Bel gische Begering in samenwerking met het Parlement in de jaren 19541958 ontplooid heeft op het gebied van de nationale economie. In dit met foto's en kleurengrafieken rijkelijk verluchte, bijna honderd pagina's beslaande over zicht is onder de Afdeling „Industrie" een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan „Hulp aan de filmindustrie", waarin de Begering tot uitdrukking brengt welk een belangrijke plaats de film in het leven van de huidige volkeren in neemt, zowel in economisch als opvoedkundig, sociaal en kunstzinnig opzicht. De Belgische Regering streeft er daarom sedert 1952 naar het particulier initiatief op het gebied van de filmproductie te stimuleren door het verlenen van premiën aan films op basis van haar commerciële vertoningen in de Belgische bioscopen. In een kleurengrafiek wordt een overzicht gegeven van de toenemende steun, welke de Belgische filmproductie van haar Begering ontvangt en waaruit dus ook indirect haar snelle groei blijkt. Verdeelde de Belgische Regering in de loop van 1953 voor de eerste maal Frs. 4,46 millioen 338.000) onder de Belgische filmproducenten, in 1954 steeg dit bedrag tot Frs. 7,23 millioen (ƒ549.000), in 1955 tot Frs. 9,11 millioen (ƒ692.000) en in 1956 tot Frs. 10,47 millioen (ƒ800.000). Voor 1957 was in de begroting voorzien een bedrag van Frs. 13 millioen ƒ988.000). Voorts wijst de Minister van Economische Zaken er op, dat in het gewijzigde Koninklijk besluit van 25 Juli 1957, dat het tot dan toe geldende besluit van 14 November 1952 aanvulde, speciaal de mogelijkheid geopend werd van steunverlening aan de gemeenschappelijk met produ centen in andere landen vervaardigde films, de zoge naamde co-producties. Volgens berichten in de internationale filmvakpers werd op 13 Juni 1958 tussen de vertegenwoordigers van de Belgische en de Italiaanse Regeringen in beginsel over eenstemming bereikt over een spoedig te sluiten akkoord in zake de co-productie van films, derzelver distributie en een gemeenschappelijk overleg ter bevordering van de wederzijdse filmbelangen. Volgens de bepalingen van deze overeenkomst zullen de Regeringen van beide landen de gemeenschappelijke pro ductie van korte films en speelfilms in de grootst moge lijke mate aanmoedigen, waarbij de aldus vervaardigde films als nationale films zullen worden beschouwd en daardoor rechtens zullen genieten van de voordelen, welke uit de van kracht zijnde wettelijke maatregelen voort vloeien of die genomen zouden kunnen worden in elk land tijdens de geldigheidsduur van het akkoord. Tumult rondom een koe. Scène uit „FAN FARE", de nieuwe Nederlandse speelfilm van Supphire Film productie N.V. Regie: Bert Haanstra. Lei ding: Rudolj Meyer (wereldpremière 23 October a.s.).

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 32