Oorlog en bezetting, vervolging en terreur hebben als
een donkere, schrikwekkende schaduw over onze organisa
torische wereld gewaard. In geen bedrijf vielen verhou
dingsgewijs zoveel slachtoffers als gevolg van verzet of
om der wille van geloof of ras. Ze mogen allen hier
piëteitvol worden herdacht. Tot begin 1942 hebben ds
toenmalige bestuurders het geheel of ten dele vol gehou
den. Zij hebben de belangen van het bedrijf zo lang als
het kon en naar beste vermogen in deze gevarenvolle
tijd als oprechte Nederlanders gediend. Dank zij de om
standigheid, dat men de Bond vergeten had op te heffen,
kon hij legaal blijven voortleven in illegaal verband.
In die dagen is het programma ontstaan, dat ten grond
slag zou liggen aan de naoorlogse Bioscoop-Bond: Hand
having van w-at tussen 1918 en 1940 verworven was.
incidentele maatregelen om aan de moeilijkheden van het
ogenblik het hoofd te kunnen bieden en een werkschema
voor de komende jaren, dat geleidelijk maar beslist zou
moeten worden uitgewerkt. Het lag besloten in de bevrij
dingscirculaire aan de leden van 8 Mei 1945. waarin hel
Hoofdbestuur als richtsnoer neemt de overtuiging ,,dat
de kentering der tijden, waaraan wij onderhevig zijn, de
werkzaamheid van alle ondernemers en scheppende krach
ten op het gebied van het filmwezen in een nieuw licht
plaatst; haar waardeering zal anders en hooger liggen
dan voorheen het geval was. Daarom zal bij de vervulling
van de taak. die den Bond te wachten staat, meer nog
dan voorheen gestreefd moeten worden naar een voort
durende synthese van haar kunstzinnige, sociale en com-
mercieele beteekenis, zulks in den nauwsten samenhang
met de restauratie van onze vaderlandsche welvaart".
Verhuur op procentuale basis; afschaffing van garanties;
maximum filmhuurprijzen; verhuur per film; verbod van
blind-booking; technische- en recette-controle; opleiding
van technisch personeel; oprichting van een instituut voor
filmvoorziening in de sociale betekenis van het woord,
voor filmvoorlichting en beoefening van filmwetenschap;
bemoeienis met de filmproductie. Ziehier het program.
Een uitermate moeilijke tijd doorkruiste de plannen.
Het verloop van de oorlogshandelingen noopte tot een
nieuw begin. Hoeveel verliezen aan mensenlevens vielen
niet te betreuren, hoeveel zaken waren niet verwoest of
leeggeplunderd; het Bondsarchief was vernietigd, het bu
reau gebombardeerd, de gelden gestolen. Er was letterlijk
geen papier, geen huis, geen meubilair, geen apparatuur.
Temidden van het feestgedruis van de bevrijding is in
stille met man en macht gewerkt aan de heroprichting
van het Bondsapparaat en binnen enige dagen was het
iedereen duidelijk, dat de Bondswerkzaamheden normaal
werden voortgezet. Dat was in deze roerige dagen van onge
meen belang en beslissend voor de verdere gang van zaken
in de bedrijfsorganisatie, gezien de onduidelijke situatie
waarvoor men zich aanvankelijk geplaatst zag als gevolg van
het inzicht van de functionarissen der Londense regering
die niet voldoende rekening hadden gehouden met wat hier
gaande was. Er is geruime tijd een conflictssfeer geweest,
die ons geen ogenblik van de ingeslagen koers heeft kun
nen doen afhouden, maar wel hoge eisen heeft gesteld
aan het uithoudingsvermogen. Daarenboven deed het bui
tenland zich gelden. Achter de zegevierende legers aan
kwamen de kooplieden om uit de algemene verwarring
profijt te trekken. De regelingen van de Bond en het lid
maatschap tenslotte werden door buitenlandse belangen
groepen over boord gegooid. Intuïtief ondergingen leiding
en leden dit als een aanslag op hun bestaan. Evenals in
1918 was het verzamelen geblazen en dank zij de resolute
houding van allen, die verantwoordelijkheid droegen in
die tijd. is de strijd met een overwinning beloond, die tot
in lengte van jaren haar vruchten zou afwerpen.
Een derde moeilijkheid deed zich voor in een plotse
linge verdubbeling van de vermakelijkheidsbelasting.
Langdurig overleg heeft inmiddels geleid tot een hal
vering van de voorgenomen verhoging en tenslotte tot een
heffingsgemiddelde, dat thans op circa 221,4 ligt.
Vele regelingen van Bondswege zijn inmiddels aangepast
aan de behoeften van deze tijd. er is een behoorlijk Bonds
apparaat gecreëerd met goed functionnerende diensten. De
bemoeienissen met het productievraagstuk zijn in overleg
met de overheid belichaamd in voorzieningen, die naar
wij stellig hopen, de oplossing dichterbij zullen brengen.
De opleiding van bedrijfs- en creatieve krachten, in dit
jubileumjaar in het leven geroepen, met vooralsnog de
uitsluitende steun onzer organisatie, moge het sluitstuk
vormen. Wijders hebben instellingen als de Sociale Com
missie, waarin werkgevers en werknemers elkaar ontmoe
ten, een bedrijfspensioenregeling, die er zijn mag, de
steun aan het Bio-Vacantieoord. dat een groot nieuw pro
ject voor minder valide kinderen ter hand heeft genomen.
de steun aan de Stichting 194045, aan het Roode Kruis
en het Koningin Wilhelmina Fonds, de organisatie der
filmweken samen met overheid en filmculturele institu
ten, de grootscheepse herdenking van het zestigjarig be
staan van de cinematografie, de internationale bijeenkomst
in Den Haag van bioscoopexploitanten, en zovele andere
Bondsverrichtingen, de interne werkzaamheden als het
ware gecompleteerd tot een mooi bedrijfsorganisatorisch
geheel van sterke sociale en culturele allure.
Dankbaar jegens het verleden mogen wij trots zijn op
het heden. De aard van ons bedrijf is intussen tè bewe
gelijk, tè ontvankelijk ook voor de maatschappelijke ver
anderingen, dat wij gevaar zouden lopen voor verzanding
in zelfgenoegzaamheid. De 50 leden van 1918 zijn 313 in
1940 geworden en 400 in 1958, het aantal zaken en zit
plaatsen is meer dan verdubbeld. Ook wat de ontwikke
ling van ons bedrijf aangaat, is er geen stilstand. De tech
nische ontwikkeling in de laatste jaren toont het aan. De
zorgen van thans zijn bij lange na niet die van 1918, noch
die van 1928 dat de revolutie der geluidsfilm bracht,
noch die van 1933 met zijn crisis en werkloosheid, noch
die van 1940—1945 en 1946—1947 toen we op meer fron
ten tegelijk moesten strijden.
Ons bedrijf zal zijn plaats innemen in het bestel, dat
zich de komende jaren gaat ontwikkelen. De enorme uit
bouw onzer steden, de verschuivingen als gevolg der in
dustrialisatie, de veranderde bestedingsgewoonten van het
publiek, de concurrentie in de vrijetijdsbesteding door
motorisering. commercialisering van sport, televisie en
huisvlijt vraagt nieuwe en vooral beredeneerde activiteit
van onze leden, vraagt tijdige en weloverwogen investe
ring, vraagt vermindering van lasten, vraagt bovenal
films, die aan de mens van thans appelleren. In deze
nieuwe ontwikkeling de initiërende, dan wel steunende of
coördinerende activiteit te ontplooien, die de plaats welke
onze organisatie in het film- en bioscoopbedrijf inneemt,
haar voorschrijft, zal zeer waarschijnlijk de weg worden,
waarlangs het Bondsbeleid zich gaat bewegen. Moge van
de huidige Bondsleiding over tien of twintig jaar getuigd
kunnen worden, dat zij evengoed vooruit heeft gezien als
de oprichters van 1918. Dan z^il het ook nu en in de naaste
toekomst ,,waerachtig wel gacn" 1