Een eenvoudige plechtigheid Temidden van een prachtige natuur in de bosrijke om geving van Gelderlands hoofdstad verrijst in een snel tempo een complex van gebouwen, het nieuwe Bio-Herstel- lingsoord voor Minder Valide Kinderen. Men hoopt, dat binnen een jaar de geluiden van de arbeid zullen zijn ver stomd en de rust van deze bossen alleen nog maar zal worden verstoord door vrolijke kinderstemmen. Er zullen dan twee en zeventig patientjes wonen in de zes pavil joens, die ten dele al onder de kap zijn, een aantal, dat later, wanneer er vier verdere paviljoens zullen zijn bij gebouwd, uitgebreid zal worden tot honderd en twintig. Op de morgen van Donderdag 2 October j.1. heerste er een ongewone drukte op dit bouwterrein aan de Weker- omseweg bij Arnhem, waar autoriteiten en vertegenwoor digers uit het Nederlandse filmbedrijf op uitnodiging van het Bestuur der Slichting Bio-Vakantieoord waren samen gekomen om de onthulling bij te wonen van een herden kingsplaquette in het in aanbouw zijnde hoofdgebouw. Onder de aanwezigen bevond zich de heer Ch. G. Matser, Burgemeester van Arnhem, die vergezeld was van de heren J. Bronkhorst en J. M. A. van Buggenum, Wethouders van deze gemeente, Mr. D. Bijdendijk, Voorzitter van de Cen trale- Commissie voor de Filmkeuring, Dr. Boonzaaijer, Directeur van de Geneeskundige Dienst van Arnhem, Dr. F. B. Venema namens het medisch advies college vltaide Stichting Bio-Vakantieoord, de heer H. W. Pirang, Drrec- teur van het Prinses-Beatrix Poliofonds, leden van het Hoofdbestuur, van de Afdelingsraad, van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders, van de Bedrijfsafdeling Film fabrikanten en Filmproducenten, van het Stichtingsbestuur. de heren J. G. J. Bosman, Directeur, en H. W. Hagenberg, Adjunct-Directeur van de Bond. en tal van andere vertegen woordigers uit het filmbedrijf, de heer L. Bechthold. bouwkundig opzichter in dienst van de Stichting, mejuf frouw M. F. Nutveld, Directrice van het Russenduin", de dames van het telcomité onder leiding van Mevrouw B. W. van Royen-Fontaine en anderen. De zon had op deze koele, iet wat regenachtige herfstmorgen geheel verstek laten gaan en het namens het Stichtingsbestuur aan geboden kopje koffie vond daarom gretig aftrek, waarna het gezel schap zich verzamelde in de toe komstige hal van het hoofdge bouw, waar de herdenkingspla quette zou worden onthuld. Hier werden de aanwezigen begroet door de architect, Dr. J. J. P. Oud te Wassenaar, die uiting gaf aan zijn voldoening, dat wat jaren lang ontworpen en nauwkeurig is voorbereid thans verwezenlijkt wordt. De heer Joh. Miedema, Voor zitter van de Nederlandsche Bio scoopbond en van de Stichting Bio-Vacantieoord. wees er in zijn welkomstwoord op, dat de aan wezigheid van de vrijwel voltal lige Bestuurscolleges van beide instellingen zeker geen toevallige coïncidentie was. maar vooral een accentuering van de sterke verbondenheid, die tussen het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf en haar pupil, het Bio-Vacantie oord, bestaat. „Dat in deze dagen", zo vervolgde spreker, „waarin het veertig jarig jubileum van de Nederlandsche Bioscoop- Bond wordt herdacht, onze beschermelinge ook bijzondere aandacht heeft zal niemand, die ook maar summier van deze relatie op de hoogte is, verwonderen. Het besluit van de gisteren gehouden Buitengewone Al gemene Vergadering van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. om boven de jaarlijkse donatie een extra jubileumgift van 40.000 aan onze Stichting te schenken, moge eens te meer een getuigenis zijn van de diepgewortelde gevoe lens van medeleven en offervaardigheid onzer Bond'sleden voor onze charitatieve instelling. Voor deze prachtige daad, deze vorstelijke schenking betuigen wij ook vanaf deze plaats het Hoofdbestuur en leden van de Bioscoop- Bond onze meest hartelijke dank. In 1947, toen nadat ons door de Duitse bezetting ge ruïneerd gebouw „Russenduin" te Bergen aan Zee uit zijn as was herrezen, de kinderuitzendingen waren hervat en de collecte opbrengsten een verheugend beeld te zien gaven, werd bij ons Bestuur de gedachte aan de oprichting van een tweede huis levendig. Daar echter wegens de woningnoodtoestand in ons land vooralsnog aan nieuwbouw niet viel te denken werd door onze Stichting in de jaren 19461949 aan onze zuster verenigingen in het land hulp verleend waarvoor een totaalbedrag van een half millioen gulden werd beschik baar gesteld. Dte bestudering van de mogelijkheden tot verwezenlij king van onze uitbreidingsplannen werd intussen voort gezet. Daarbij bleek aanstonds dat in de kringen der kin- derverzorgingsorganen alsmede bij de autoriteiten van de Afdeling kinderhygiëne van het Departement van Sociale Zaken en Volksgezondheid t.a.v. nieuwe vacantie- kolonies een zeker scepticisme bestond en dat men van oordeel bleek dat de behoefte aan vacantiehuizen mede door de belangrijke verbetering in de sociale voorzienin gen minder urgent was geworden. Meer opportuun achtte men de oprichting van een zogenaamd koloniehuis B waarbij de gedachte aan verpleging en verzorging van minder valide kinderen in de meest uitgebreide zin van het woord steeds meer op de voorgrond kwam. De met succes bekroonde proeven, in „Russenduin" genomen met de na-behandeling van polio-patiëntjes door onze zwem- en heilgymnastiekleraar de Heer Pesie deed ons Bestuur besluiten mede in verband met deze perspec tieven genoemde heer naar Amerika te zenden voor liet volgen van een uitgebreide studie-cursus betreffende de therapie van polio-myelytis. In een uitvoerig rapport heeft de Heer Pesie omtrent zijn in de Verenigde Staten opge dane ervaringen en kennis verslag aan ons Bestuur en onze medische adviseurs uitgebracht. Ik behoef U niet te zeggen, dat de heer Pesie popelt van verlangen om straks in dit nieuwe huis zijn theoretische voorbereidingen te kunnen omzetten in practische arbeid. Als resultaat van het uitvoerig overleg met de reeds in 1951 ingestelde Commissie waarin voor het medische ge deelte zitting hadden Prof. Dr. de Haas. Dr. Loyenga en Dr. v. d. Wilk werd op 24 september 1951 besloten de Stichting Bouwcentrum te Rotterdam te verzoeken de func tionele eisen van een modern B-huis vast te stellen. In November 1951 werd een Bouwcommissie geïnstal leerd ter uitwerking en bestudering van de plannen van het Bouwcentrum. Op 24 Maart 1952 werd aan de heer Dr. J. J. P. Oud, architect te Wassenaar, opdracht ver strekt tot het maken van een voorlopig ontwerp, overeen komstig de voorstellen van de Bouwcommissie. Op 27 Oktober 1953 werd aan de heer Oud de definitieve op dracht verleend. Het heeft toen echter nog bijna 3 jaar geduurd voor dat de rijksgoedkeuring voor de bouw kon worden verleend. Dit uitstel heeft ons Bestuur voor grote financiële problemen ge- Linksboven: De Voorzitter van het Bio- Vacantieoord, de heer Joh. Miedema, plaatst de herdenkingsplaquette van. het nieuwe Bio-Herstellingsoord. Tal van genodigden woonden de ont hulling van de herdenkingsplaquette bij. Op de eerste rij v.l.n.r. de heren R. Uges, Secretaris van de Bond en van het Bio-Vacantieoord, Dr. J. J. P. Oud, architect van het in aanbouw zijn de revalidatiecentrum, en Ch. G. Mat ser, Burgemeester van Arnhem. Op de tweede rij de heren C. S. Roem, Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten, en W. K. G. van Royen, Penningmees ter van het Hoofdbestuur van de Bond en van de Stichting Bio-Vacantieoord. steld. omdat de oorspronkelijke begrotingen van jaar tot jaar aan de nieuwe bouwkosten en loonronden moesten worden aangepast. Desondanks heeft ons Bestuur, zich gedragen wetend door de sympathie en steun van de Nederlandse bioscoopbezoe kers ook in de toekomst de steeds zwaardere las ten op haar schouders durven nemen. Op 1 september 1957 werd dan eindelijk de aanbesteding gehouden en drie weken later werd het werk opgedragen aan de N.V. Aannemingsbedrijf Sanders te Arnhem. Het project omvat: een Hoofdgebouw, omvattende kamers voor Directie, recreatie personeel, ziekenafdeling, slaap kamers personeel, alsmede een keukenafdeling met een capaciteit voor 120 kinderen en personeel; een Sport gebouw, omvattende een overdekt zwembad, gymnastiek- zaal en diverse kamers voor massage en andere behande lingswijzen zes Paviljoens, elk omvattende twee kamers voor zes kinderen met bijbehorende was- en kleedruimten, twee kamers voor geleidsters, alsmede een eet- en speel- zaal en een Ketelgebouw, omvattende ruimten voor ver warmingsketels alsmede kamers voor bewoning door de stoker (conciërge). In verband met het feit dat het in de bedoeling ligt te zijner tijd het aantal paviljoens uit te breiden tot tien zal bij het Hoofdgebouw rekening worden gehouden met een opnamecapaciteit van 120 patientjes. Het Bestuur is er zich volkomen van bewust, dat de medische zijde van de exploitatie grote problemen met zich mede zal brengen en dat het de verantwoordelijkheid hiervoor uiteraard niet op zich kan nemen. Daarom hebben wij dit probleem voorgelegd aan Dr. C. Banning, Genees kundig Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid en hem verzocht een Medisch College te willen samenstellen, het- 26 27

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 26