Belasting op vermakelijkheden Amersfoort Boxtel Breda Egmond aan Zee Purmerend Zaandam Ingevolge bij Koninklijk Besluit van 19 Maart 1959 verkregen goedkeuring is in de gemeente Amersfoort met ingang van 1 Mei j.1. een gewijzigde verordening op de beffing der vermakelijkheidsbelasting in werking ge treden. Overeenkomstig het door de Raad dezer gemeente op 19 December 1958 aanvaarde besluit wordt hel heffings percentage voor alle uitvoeringen thans 22'/o. De Raad heeft daarbij het voorstel van Burgemeester en Wethou ders gevolgd, die verklaard hadden ,,g een a r g u m e n- t e n te kunnen aanvoeren, welke een v e r- schil in belastingheffing voor bioscoop voorstellingen en andere evenementen rechtvaardige n", zodat een verlaging van de be lasting voor bioscoopvoorstellingen gecombineerd dient te worden met een gelijkschakeling van de heffing op andere vormen van amusement. In de practijk betekent dit, dat de belasting op film voorstellingen van 25 is verlaagd tot 22^ en dal de heffing op toneelvoorstellingen, cabaret, concerten, circussen enz. enigszins verhoogd wordt. Op 24 April j.1. heeft hel College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Boxtel aan de Raad voorgesteld het heffingspercentage, dat tot dusverre voor gewone filmvoorstellingen 30 en voor vertoningen met artikel 1-films 15 bedroeg, vast te stellen op 20 voor alle filmvoorstellingen. De Raad heeft dit voorstel in zijn op I I Mei j.1. ge houden vergadering aanvaard. De nieuwe verordening zal in werking lieden op de dag, volgenjde op die waarop de Koninklijke goedkeuring zal zijn ontvangen. Krachtens bij Koninklijk Besluil van 27 Mei 1959 ver kregen goedkeuring is per 1 Juni 1959 in de gemeente Breda een gewijzigde verordening op de heffing der ver makelijkheidsbelasting in werking getreden. Ten gevolge daarvan is het tarief voor filmvoorstel lingen verlaagd van 35% tol 25% met een heffing van 20 voor artikel 1-films. Het desbetreffende raads besluit dateert reeds van 14 Maart 1956. De Raad van de gemeente Egmond aan Zee neeft in zijn vergadering van 22 April 1959 besloten de verorde ning op de heffing der belasting op de openbare verma kelijkheden te wijzigen overeenkomstig een daartoe door Burgemeester en Wethouders ingediend voorstel. Voor bioscoopvoorstellingen, waarin naast andere films, Nederlands journaal en/of films, als bedoeld in artikel L, lid 2, onder 2e der Bioscoopwet worden vertoond tot een gezamenlijke lengte van tenminste 500 meter, wordt de heffing verlaagd van 25 tot 10 De gewijzigde verordening zal in werking treden een maand nadat het bericht van de Koninklijke goedkeuring zal zijn ontvangen. Ingevolge bij Koninklijk Besluit van 30 Januari 1959 verkregen goedkeuring is op 27 Maart 1959 in de ge meente Purmerend een nieuwe verordening op de verma- kelijkheidsbelasling in werking getreden. De tarieven' zijn thans als volgt n. voor bioscoopvoorstellingen, waarin naast andere films Nederlands journaal en/of films als bedoeld in artikel 1, tweede lid sub 2 van de Bioscoopwet, tot een gezamenlijke lengte van ten minste 500 meter worden vertoond, 25% b. voor bioscoopvoorstellingen, die uitsluitend uit Ne derlandse films en/of uit films als bedoeld in arti kel 1, tweede lid sul» 2 van de bioscoopwet bestaan, 10%. Op 23 April 1959 hebben Burgemeester en Wethouders van Zaandam aan de Raad dezer gemeente voorgesteld de vermakelijkheidsbelastingheffing te herzien. In de mo tivering van hun voorstel deelden zij mede, dat de exploi- tanle van de beide Zaandamse bioscopen, de N.V. Holland Film, het College reeds bij herhaling verzocht had te be vorderen dat de vermakelijkhedenbelasting op bioscoop voorstellingen te Zaandam zouden worden verlaagd, ter wijl inmiddels ook het Hoofdbestuur van de Nederland- sche Bioscoop-Bond in een adres de aandacht gevestigd had op de teruggang, die in het filmbedrijf valt waar te nemen ten gevolge van de ontwikkeling van andere vor men van amusement. De op de bioscoopvoorstellingen geheven vermakelijkhedenbelasting wordt daardoor als een zware last gevoeld, temeer daar hel vinden van com pensatie voor de gestegen vasle lasten van hel bedrijf door hel geringere bioscoopbezoek wordt bemoeilijkt. Burgemeester en Weihouders herinnerden er voorts aan. dat de tarieven in 1948 op aandrang van de Minister van Binnenlandse Zaken aanzienlijk waren verhoogd. Deze verhoging vond haar grond in het verband, dat zou wor den gelegd tussen de hoogte van het tarief van de dooi de gemeenten te heffen vermakelijkheidsbelasting en de door haar te ontvangen uitkering uit het gemeentefonds, alsmede in de mededeling van de Minister, dat, wanneer deze belasting niet zou worden verhoogd, de regering maatregelen zou treffen, die hetzelfde effect zouden heb ben als de verhoging, echter zonder dat de baten dan aan de gemeenten ten goede zouden komen. Omdat echter de van de zijde van de regering uit geoefende drang om de verhoogde tarieven te handhaven blijkens de circulaire van dezelfde Minister van 20 Fe bruari 1954 is weggevallen, hebben tal van gemeente besturen gemeend aan hel herhaald aandringen van de bioscoopexploitanten op verlaging van de belasting te 10

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 11