Denemarken
Denen over reclamefilms
(in procenten)
de verschillende onderwerpen, welke in aanmerking ko
men voor opneming in een algemeen programma voor
opheffing van de bestaande beperkingen op het gebied
van vestigingsrecht en dienstverlening.
Deze deskundigen hebben besloten negen gespecialiseerde
werkgroepen te vormen, voor de volgende onderwerpen:
1. algemene vraagstukken met betrekking tot beroeps
bezigheden en ondernemingsvormen (agentschap, filiaal,
dochteronderneming, vennootschap) 2. bijzondere rege
lingen ten aanzien van de verschillende werkzaamheden
op het gebied van handel, industrie en ambacht; 3. land
bouw, visserij, boswezen; 4. bodemontginning, mijnen,
aardolie; 5. banken, verzekeringen; 6. vervoer, toerisme,
vermakelijkheden; 7. medische en paramedische
beroepen, dierenartsen en apothekers; 8. vrije beroepen;
9. civiele bouwkunde.
Een ander belangrijk onderwerp, dat in het verslag
aan de orde komt, is de harmonisatie van de wetgeving
in de E.E.G. De Commissie is van plan de regeringen
voorstellen te doen over de harmonisatie van de be
scherming van de intellectuele eigen
dom. Zij heeft voorts de mogelijkheden van het op el
kaar afstemmen van de verschillende belastingstelsels aan
een eerste onderzoek onderworpen, met name wat de
omzetbelasting en de indirecte belastin
gen betreft. Binnenkort hoopt men dienaangaande een
bijeenkomst met regeringsdeskundigen te beleggen. Een
diepgaand vergelijkend onderzoek moet worden ingesteld
naar het effect van de winstbelasting en meer in het al
gemeen van alle belastingen die kapitaalverkeer en in
vesteringen kunnen beïnvloeden, waarbij inzonderheid
vastgesteld moet worden in hoeverre de verschillende fis
cale bepalingen bevorderend of remmend op de investe
ringen werken.
In samenwerking met de nationale instanties stelt de
Commissie een overzicht samen van de steunmaat
regelen der lid-Statende desbetreffende gegevens
zullen door de regeringsdeskundigen binnen drie maan
den worden verstrekt. De bestaande steunmaatregelen zul
len aan een multilateraal onderzoek worden onderwor
pen, waartoe door de Commissie bijeenkomsten van des
kundigen zullen worden belegd waar men zowel de steun
stelsels in het algemeen zal bestuderen, als de maatrege
len die slechts één tak of één sector betreffen of zelfs één
onderneming.
De uiteenlopende wetgevingen en het verschil in eco
nomische structuur der lid-Staten zijn een hinderpaal
voor een eenvormig concurrentiebeleid, dat
enerzijds ten doel moet hebben te voorkomen dat de door
het instellen van de 'Euromarkt ontstane voordelen weer
door concurrentiebeperkingen verloren zouden gaan, an
derzijds erop gericht moet zijn de ontwikkeling van de
concurrentie op de Gemeenschappelijke Markt tot een
positieve factor ter bevordering van de economische voor
uitgang te stimuleren. Eerst zeer geleidelijk zal men er
toe kunnen komen voor elke industrietak dezelfde voor
waarden te scheppen. Een der eerste onderwerpen, welke
daarbij in studie zal worden genomen is de omzetbe
lasting.
In verband met deze ontwikkeling wordt een toenade
ring en groeiend contact in vele bedrijfstakken gecon
stateerd op nationaal en internationaal niveau. Dit con
tact varieert van incidenteel overleg tot enerzijds het op
richten van nieuwe internationale organisaties met rechts
persoonlijkheid en permanente secretariaten en anderzijds
het concentreren van bedrijven in eenzelfde land ter ver
sterking van hun concurrentiepositie.
Naar het blad „Economisch-Statistische
Berichten" mededeelt heeft het Deense Gallup In
stituut onlangs een onderzoek ingesteld naar het bio
scoopbezoek in Denemarken. In aansluiting hierop stelde
het de bioscoopgangers de volgende vraag: „In de meeste
bioscopen worden reclameplaatjes of reclamefilms ver
toond vóór de hoofdfilm. Bent U er voor of er tegen,
dat bioscopen reclameplaatjes of reclamefilms geven?"
Uit de antwoorden op deze vraag bleek, dat 40 der
ondervraagden vóór het vertonen van plaatjes was en
20 er tegen. Voor de reclamefilms waren de percen
tages der vóór- en tegenstanders respectievelijk 53 en 14.
Het percentage der ondervraagden die het „om het even"
was is opvallend groot. In onderstaande tabel is een ver
deling der ondervraagden naar leeftijd en woonmilieu
gegeven.
totaal
18—34 jaar
35—49 jaar
50 en ouder
hoofdstad
prov.plaats
platteland
reelameplaatjes
voor
tegen
gelijk
geen
mening
reclamefilms
voor
tegen
gelijk
geen
mening
41
20
37
2
53
14
31
46
18
36
0
59
11
29
40
21
37
2
53
16
29
39
21
37
3
48
14
34
46
21
31
2
67
10
22
47
20
32
1
54
15
28
34
19
45
2
41
16
40
2
2
4
1
3
3
3
De jongeren blijken de bioscoopreclame meer op prijs
te stellen dan de ouderen, terwijl in de hoofdstad Ko
penhagen meer voorstanders worden gevonden dan in de
provinciesteden en op het platteland. Dat de jongeren
zich in relatief grotere getale voor bioscoopreclame uit
spreken, vindt wellicht zijn verklaring in het feit. dat zij
aan deze reclamevorm gewend zijn doordat zij van hun
eerste bioscoopbezoek af niet anders hebben gezien.
Zowel voor- als tegenstanders van de reclamefilm
werd gevraagd hun antwoord te motiveren. Hier volgt het
overzicht van de gegeven motiveringen:
Waarom vóór
Waarom tegen
in van het aantal
voorstanders
in van het aantal
tegenstanders
De reclamefilm is onder-
De reclamefilm verschaft
popde informatie
45
17
10
5
5
3
2
2
5
6
Reclamefilms zijn vermoeiend
We gaan niet naar de bio
scoop om reclame te zien
Liever een langere speel
film
28
19
De reclamefilm is hoogst
14
De reclamefilm is filmisch
zeer goed
De reclamefilm is een goede
vorm van reclame
De reclamefilm maakt het
De reclamefilm is beter dan
Er wordt al te veel reclame
Reclame maakt de produc-
7
7
Reclamefilms zijn slecht
6
15
4
De reclamefilm maakt het
mogelijk te laat te komen
100
100
18