Italië Het bioscoopbezoek Bioscoopbezoek gedurende 1955, 1956, 1957 en 1958 Over het dieptepunt heen? dien worden zowel aan speelfilms als aan korte films van bijzondere kwaliteit een „Diploma of M e r i t" uitgereikt, een algemeen! zeer op prijs gestelde onder scheiding. Vóór alles is het filmfestival van Edinburgh echter een internationaal ontmoetingspunt van de filmers zelf, zowel van producenten als van regisseurs, schrijvers, acteurs enz. en het wil onder het motto „The Living Cine- m a" zijn steentje bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe denkbeelden en nieuwe middelen van expressie. Het wil inzonderheid die films voor een internationaal forum brengen, welke door oorspronkelijkheid en ver beeldingskracht bijdragen tot de ontwikkeling van de film als creatief medium. De deelneming staat onbeperkt open, voor films, welke na Augustus 1957 vervaardigd zijn en door een selectie commissie kunnen worden ondergebracht in een der vol gende categorieën: speelfilms, documentaires, culturele films, films over kunst, experimentele films, tekenfilms, kinderfilms, televisiefilms, wetenschappelijke films, me dische films en onderwijsfilms. De deelneming aan dit fes tival kan volgens het festivalreglement van de F.LA.P.F. geen beletsel vormen voor deelneming aan de andere inter nationale festivals en omgekeerd worden de films in Edin burgh toegelaten, onverschillig of zij al dan niet reeds op enige filmmanifestatie zijn gepresenteerd. Volgens een onlangs in de „G i o r n a 1 e d e 1 1 o Spettacol o", het vakblad van het Italiaanse film wezen, verschenen bericht heeft men in de periode van 1955 tot 1958 negentig millioen minder bioscoopkaartjes verkocht en zijn ook de gezamenlijke ontvangsten daar door en tengevolge van de inflatie van de markt terug gelopen. Reeds sedert drie achtereenvolgende jaren heeft het verloop van de bioscoopvoorstellingen in Italië een da ling vertoond. De eerste hierop betrekking hebbende data, welke in 1958 werden gepubliceerd, geven een voort gaande vermindering aan zowel van de ontvangsten als van het bezoek. De bruto-ontvangsten van alle bioscopen bereikten in 1958 het cijfer 110,7 milliard lires, dat wil zeggen twee milliard minder dan in 1957. Vergeleken bij 1955, in welk jaar de bruto-ontvangst steeg tot 116,7 milliard, bedroeg de vermindering dus 6 milliard, dat wil zeggen 5,2 Naar de „Giornale dello Spettacolo" mededeelt, zouden de programma's van einde 1958 ertoe bijgedragen hebben het verlies aan ontvangsten, dat op grond van gegevens van het eerste halfjaar tamelijk ernstig bleek, namelijk 6 te verkleinen. Opmerkelijk is de daling van het aantal bezoekers dat van 758 millioen in 1957 verminderde tot 730 millioen in 1958. De bioscopen verloren dus het afgelopen jaar nog 28 millioen bezoekers. Vergeleken met 1955 zijn er ongeveer 90 millioen minder kaartjes verkocht, een per centagevermindering van 11 Het is wel opmerkelijk, in afwijking van die van de ontvangsten, jaarlijks gelijk is dat in het aangehaalde tijdperk de daling van het bezoek, gebleven, namelijk ongeveer 30 millioen bezoekers. Wanneer men de vermindering van het totale aantal verkochte biljetten vergelijkt met het vermeerderde aan tal dagen dat er voorstellingen gegeven werden, dan is het gemiddelde aantal kaartjes dat per dag per voorstel ling werd verkocht nog kleiner geworden. Van 373 in 1957 werd dit 359 in 1958. In cijfers uitgedrukt is de vermindering 14 eenheden, dat wil zeggen 4%. Verge leken bij 1955 waren er per dag dat er voorstellingen gegeven werden, 48 bezoekers minder 12%). Het verschijnsel van de verbrokkeling van het aantal bezoe kers, dat gevolgd is op de buitensporige aanbieding van voorstellingen, blijkt duidelijk, wanneer men de gege vens van 1958 vergelijkt met die van 1938, toen het ge middelde aantal bezoekers per voorstellingsdag 566 een heden was. De Giornale concludeert hieruit, dat zich dus in twintig jaar een daling heeft voorgedaan van wel 207 eenheden, dat is ongeveer 37 en merkt verder op, dat de gegevens van het teruglopende jaar 1958 tot in onder delen uitgezocht zullen moeten worden, wanneer men de cijfers overlegt, en binnen het bereik van de nationale economische balans. 1955 1956 1957 1958 Afwijkingen 1955 1958 cijfers in Voorstellingsdagen (in duizendtallen) Verkochte kaarten (in millioenen) Bruto-recettes (in milliarden lires) Gemiddeld aantal ver kochte kaartjes per voorstellingsdag 2.009 2.039 2.028 2.029 20 0,9 819,4 790,1 758,3 730 —89,4 11 112,7 110,7 —6 —5,2 116,7 407 116 387 373 359 48 —12 Het blad merkt tot slot op, dat wanneer men op grond van de bruto-ontvangsten de inkomsten wil schatten van de bedrijven, het nodig is aan de ene kant rekening te houden met de geringe maar voortdurende vermindering van de mogelijkheid tot aankoop van valuta, aan de andere kant met de daaruit volgende verhoging van de gemid delde toegangsprijs van de bioscopen (in 1958: 151 lire). Een verhoging, voortkomende uit de verhoging van de ver- makelijkheidsbelasting, veroorzaakt tegelijk met de ver mindering van de bruto-ontvangsten een vermindering van de netto-ontvangsten en dus van het netto zakelijk inkomen. Hoewel televisie en hoge vermakelijkheidsbelasting het Italiaanse filmbedrijf blijven verontrusten, wijzen onder scheiden vakbladen op het feit, dat de laatste maanden van het afgelopen jaar een veelbelovende opwaartse trend vertonen, waaruit men de conclusie meent te kun nen trekken, dat men over het dieptepunt heen is. Zo verklaarde de Voorzitter van de Associazione Nazionale Industrie C i n e m a t o g r a f i c h e ed Affini (A.N.I.C.A.), Eitel Monaco, onlangs in een toespraak dat de activiteit van het Italiaanse film bedrijf na de oorlog in vier onderscheiden perioden kan worden ingedeeld, te weten: een periode van „reconstruc tie" (het einde der veertiger jaren), van „inflatie" (het begin der vijftiger jaren), van „recessie" (19501956) en van „herstel" (19571958). Als argumenten voor „herstel" voerde hij aan: wederom stijgende productie en volledige studiobezetting met als gevolg een dalende werkloosheid in de filmindustrie; een betere situatie op het gebied van de filmfinanciering; handhaving van 21 in

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 22