Ondanks een waarlijk tropische hitte heerste er in het Rembrandt Theater op de avond van Woensdag 24 Juni een opgewekte stemming toen het gordijn openging voor de vertoning van een speciale journaaleditie van Poly- goon-Profliti, welke het programma inleidde van de ga lavoorstelling, waarmede de Arnhemse Filmweek werd besloten. Het was voor het in avondkleding gestoken publiek, dat het theater tot de laatste plaats vulde, een aangename verrassing dat deze bijzondere journaaleditie in kleuren op het doek verscheen en onder meer een re portage bevatte van de openingsavond van de Filmweek. Als tweede punt van het programma volgde de verto ning van de door het Genootschap voor Reclame als de beste reclamefilms van 1958 bekroonde filmpjes, te we ten: „K 3", door Marten Toonder Film voor Schreuders Lakfabrieken N.V. vervaardigd; Joop Geesinks „De Poppenkraa m", voor Van den Bergh en Jurgens N.V. te Rotterdam geproduceerd en „T o m a d o", voor Torna do N.V. te Dordrecht vervaardigd door de N.V. Cefima. Deze filmpjes kregen een hartelijk applaus. Al kon deze laatste voorstelling van de Filmweek niet worden besloten met eenj Nederlands programma hoe wel er een aantal belangrijke Nederlandse films in pro ductie is, is er op het ogenblik maar weinig nieuw Ne derlands werk gereed het Nederlandse element ontbrak op deze avond toch niet. Reeds bij het betreden van het theater hadden de bezoekers op hun zitplaatsen in de vorm van een fotobrochure „De Nederlandse Film 1957- 1959" aangeboden door de Bedrijfsafdeling Filmfa brikanten en Filmproducenten! van de Nederlandsche Bio scoop-Bond en de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers een beknopt maar representatief overzicht ge vonden van de vele werkstukken, waarmede de Neder landse filmers vooral de laatste jaren de aandacht op zich hebben gevestigd. En toen de Voorzitter van het Bestuur van de Stichting Internationale Filmweek Arnhem 1959, Drs. B. M. Sweers, het hoogtepunt van de avond aankon digde, namelijk de uitreiking van de Staatsprijs Filmkunst 1959, welke door Dr. J. Hulsker, Chef van de Afdeling Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten: en Wetenschappen namens zijn Minister zou geschieden, gre pen vele bezoekers wederom naar dit overzicht-in-foto's van twee Jaar Nederlandse filmactiviteit om het nieuws gierig door te bladeren. Dr. Hulsker zette in het kort uiteen, dat de Minister besloten had voor 1959 drie prijzen beschikbaar te stel len ter onderscheiding van de vervaardigers van korte films, waaronder begrepen teken- en poppenfilms, en wel een eerste prijs ten bedrage van 1.000,een tweede prijs van 750,en een derde van 500,-. Alvorens de prijzen uit te reiken verzocht spreker de heer J. C. Schuller, Hoofd van het Bureau Film van het departe ment, die de functie van Secretaris van de jury had ver vuld, het juryrapport voor te lezen. De jury, bestaande uit de heren E. J. Verschueren, Voorzitter, pater J. P. Dirkse, J. J. L. Gielisse, B. Haan stra, A. Koolhaas, leden en J. C. Schuller, Secretaris, deelde in haar rapport mede, dat eenentwintig films had den meegedongen naar een der drie door de Minister ter beschikking gestelde prijzen voor films, welke in de periode van 1 Juni 1957 tot en met 1 Juni 1959 door be roepsfilmers waren vervaardigd. Een deel van de ingezonden films kon door de jury niet als geheel geslaagd worden genoemd. Nu eens was de maker kennelijk te veel gebonden geweest aan de hem verstrekte directieven; dan weer schoot zijn fantasie of artistiek uitdrukkingsvermogen te kort. Het viel de jury echter op dat technisch de films dikwijls uitstekend waren verzorgd. Zo was er een aantal met duidelijke capacitei ten en blonken met name het camerawerk en de geluids verzorging bij enkele films uit. De jury was dan ook na het beschouwen van deze films overtuigd van het feit, dat in Nederland de mogelijkheden om films van niveau te vervaardigen ruimschoots aan wezig zijn. Gelet op het voorgaande meende de jury, dat er in en kele gevalen van zeer goede films gesproken mocht wor den, terwijl één film ronduit een meesterwerk kon worden genoemd. Zij stelde de Minister dan ook voor de eerste p r ij s van de Staatsprijs Filmkunst 1959 toe te kennen aan Herman van der Horst voor zijn meesterlijke film „P r ij s de ze e". Alle elementen, die van de film een autonome kunst maken, zijn in deze film op bril- lante wijze aanwezig. Voor de tweede p r ij s kwam naar het oordeel van de jury in aanmerking de vrije film van Charles Huguenot van der Linden over de poppen van Harry van Tussenbroek getiteld: „Tussenspel bij kaarslich t". In dit werk heeft de maker met beeld, kleur en muziek een treffende benadering gegeven van de unieke kunst van Van Tussenbroek. De d e r d e p r ij s kwam naar het oordeel van de jury toe aan de filmer Han van Gelder voor zijn in opdracht vervaardigde film „P a 1 e o n t o 1 o g i e". Van Gelder slaagde er op zeer artistieke wijze in de betekenis van de voorhistori sche wereld voor het heden duidelijk te maken. De jury maakte gaarne gebruik van de gelegenheid, die haar in artikel 5c van de desbetreffende Ministeriële beschikking van 22 April 1959 geboden werd, tot het doen van voorstellen voor het toekennen van een of meer eer volle vermeld in gen. Als eerste kwam naar de mening van de jury hiervoor in aanmerking een filmpje van de jonge filmer Rens Groot, dat hij noemde „In a m i s t". Het is een zoge naamde experimentele film, die uitgesproken artistieke verdiensten heeft. Groot heeft de bestaande voorbeelden niet slaafs gevolgd, maar op een eigen! manier getracht zijn muzikale indrukken visueel vast te leggen. In de tweede plaats werd de door de N.V. Film fabriek Profilti vervaardigde film „F 1 y i n g the Fr i e n d s h i p" voor een eervolle vermelding voor gedragen, omdat deze film als „goodwill"-film bijzonder geslaagd genoemd mag worden. Voorts had de jury bewondering voor de wijze waarop de makers van de film „Asphaltbitumen in mo derne mijnschachtbou w", eveneens vervaardigd door Profilti, een technisch moeilijke opdracht tot een goed einde hebben weten te brengen1. De film is naar haar mening bijzonder geslaagd als instructiefilm en verdient als zodanig een eervolle vermelding. 33 Luisterrijk besluit

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 31