van invloed is. In ieder geval staat vast, dat de nieuwelingen, die zich vooral laten gelden in de wereld van de Franse film, in ruime mate via hun films in Arnhem hebben gemanifesteerd en dat zelfs een Frangois Truffaut en een Frangois Villiers aanwezig zijn geweest. Ook Engeland heeft getoond een kans te hebben om in de nieuwe geest te kunnen „meeblazen", want de film van Jack Clayton „Room at the top" houdt beloften in voor de toekomst, die minstens evenveel waard zijn als die van de Franse jongeren. In 1957 zijn er achteraf enkele bezwaren geopperd tegen het houden van de Filmweek in Den Haag, o.a. tengevolge van de, althans voor een Filmweekpubliek, ongunstige ligging van het voor het overige moderne en grote Metropoletheater. In de naaste omgeving van een „festivalhuis" moet er na afloop der voorstel lingen gelegenheid zijn tot een verspreid reunie van de deelnemers. Wat dat betreft was de omgeving van het Arnhemse Rembrandt- theater ideaal. Toch rijst de vraag of een permanente keuze van het prachtig gelegen en gastvrije Arnhem aanbeveling verdient. Het komt sommige experts voor, dat er in internationaal opzicht te weinig zuigkracht is. Tenzij men, aldus onze zegslieden, in Arnhem op de lange duur een filmweektraditie wil kweken zoals b.v. Edinburgh een festivalreputatie heeft gekweekt dan zou het waard zijn om te overwegen of een volgend Nederlands filmfestijn binnen het kader van het Holland Festival niet in Rotterdam zou kunnen worden gehouden. Men redeneert daarbij aldus: Rotterdam is internationaal bekend. Rotterdam heeft, in het Holland Festival weinig mede te dingen, omdat dit zich concentreert in Den Haag en Amsterdam, waardoor Rotterdam dus slechts voorstellingen overneemt, strikt zakelijk gezegd „koopt". Het vermoeden wordt geuit, dat Rotterdam een bereidheid zou kunnen tonen om de organisatie van een filmweek op zich te nemen en er voor te zorgen, dat er de beschikking zal zijn over een theater, beant woordend aan de entourage-eisen, die wij hebben geschetst. Men ziet, dat naast Arnhem, in verder verband nog Den Haag, zelfs aan Rotterdam wordt gedacht voor over twee jaar." 27 Juni 1959. PIETER VAN DER VALK. „Devenier Dagblad" „Frankrijk is geëerd en gelauwerd uit de artistieke strijd tevoorschijn getreden!" „De filmweek Arnhem 1959 is weer verleden tijd, en voor de filmvriend archiefmateriaal. Wie terugkijkt kan tot geen andere conclusie komen: Frankrijk is geëerd en gelauwerd uit de artistieke strijd tevoorschijn getreden! De toeschouwer die alle voorstellingen bijwoonde zag vier Franse hoofdfilms van goede tot bijzondere kwaliteit. „Orfeu Négro" de winnaar in Cannes 1959 was een sluitstuk, even spectaculair als het Braziliaanse carnaval dat uit gangspunt van zijn handeling is. Naast zijn regisseur Marcel Camus Boven: mevr. H. Miedema-Kersten, echt genote van de. Bondsvoorzitter., heet Pas- cale Audret welkom. Links: de Duitse regisseur Frank Wisbar (rechts) in een geanimeerde discussie met Mr. D. Bijdendijk (links), Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Film keuring, en de heer J. G. J. Bosman. het buitenland

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 37