deze film evenwel niet meer dan een boeiend vuurwerk, een uit
barsting van een bizarre volksextase. Niettemin in deze tijd,
waarin in rock and roll de irrationele levensmaehten een uitweg
zoeken, een document humain van actuele betekenis.
Dat de Arnhemse filmweek geëindigd is met de bekroning van
het loflied op Nederland „Prijs de zee" van Herman van der
Horst, is zeer toe te juichen. Deze Nederlandse cineast heeft
inderdaad de essentie van ons volksbestaan op het filmbeeld weten
vast te leggen. Het was een ontroerend moment, toen het stoere
psalmgezang vanuit de kerk over de dijk aanzwol, tot een symfonie
met land en lucht en water.
In het bijzonder echter werd men opnieuw getroffen door het
monument, dat Van der Horst in deze film heeft opgericht voor
de Rotterdamse kraanmachinist, die als een dirigent voor een
orkest wist te „dirigeren"."
27 Juni 1959. Ev. GROLLE.
„Rotterdams Nieuwsblad"
„De mogelijkheden om films te vervaardigen zijn in
Nederland ruimschoots aanwezig"
„Er waren 21 films uit de afgelopen twee jaar ingezonden,
zowel vrije als opdrachtfilms, waardoor de jury voor de moeilijke
taak stond twee onvergelijkbare genres naast elkaar te moeten be
oordelen. De cineast, die de kans krijgt om een film geheel naar
eigen inzicht te vervaardigen, verkeert immers in veel gunstiger
omstandigheden dan zijn collega, die door de wensen van zijn
opdrachtgever aan alle kanten gebonden is. Waar over het alge
meen de techniek, zowel het camerawerk als de geluidsverzorging,
uitstekend was, schoot men vaak in fantasie en artistiek expressie
vermogen tekort. Maar het slotoordeel van de jury, waarbij wij
ons gaarne aansluiten, luidt toch, dat in Nederland de mogelijk
heden om films van niveau te vervaardigen ruimschoots aanwezig
zijn. In dat opzicht is het interessant kennis te nemen van een
typografisch keurig verzorgd overzicht-in-foto's van twee jaar
Nederlandse film-activiteit, dat, evenals in 1957, is verzorgd door
de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond en de Nederlandse Beroepsvereniging
van Filmers. Hieruit blijkt duidelijk, dat men in ons land op film-
gebied beslist niet stil zit en dat er aan allerlei facetten aandacht
wordt geschonken.
Rechts: Opname uit „Prijs de zee", Herman van der Horsts mees
terwerk, dat op de lXe Internationale Filmfestspiele te Berlijn een
stormachtig succes oogstte en de hoogste bekroning, de „Gouden
Beer van Berlijn", verwierf. De film werd enige dagen voordien op
de Internationale Filmweek Arnhem 1959 reeds onderscheiden met
de eerste prijs van de Staatsprijs Filmkunst 1959.
Zo was er toch nogal wat Nederlands werk, zij het helaas geen
hoofdfilm in deze derde filmweek, die een nuchter, goed vaderlands
karakter droeg, dus zonder sterren (met uitzondering van Pascale
Audret, de Anne Frank op de Parijse planken, die zich gisteren
na vertoning van „L'eau vive", onder een hoge strohoed met 'n
klein applausje liet begroeten en daarna op een gardenparty van
Unifrance Film in het gezelschap van Joris Ivens vertoefde) en
zonder de ophef, waarmee buitenlandse festivals (vandaag begint
dat in Berlijn) gepaard plegen te gaan. De belangstelling van het
publiek was in Arnhem bijzonder groot, maar het schijnt niet in
de bedoeling te liggen de filmweek over twee jaar weer in de
Gelderse hoofdstad te houden. Er gaan zelfs stemmen op haar uit
het kader van het Holland Festival te halen en naar September te
verplaatsen, wanneer er een ruimere keuze van films is en niet op
buitenlandse festivals teruggegrepen behoeft te worden. Wat de
organisatie betreft, zou Rotterdam niet eens een kans mogen
hebben?"
25 Juni 1959. JACK FRENKEL.
„De Telegraaf"
„Een grote belangstelling voor een artistiek belang
wekkend programma".
„Met een daverende climax is gisteravond de filmweek Arnhem
1959 uitgeluid met een gala-avond in een ondanks de hitte weder
om eivol Rembrandttheater: het gedaver, gestamp, gezoem en ge-
zoef van Herman van der Horst's veelgeprezen en nu ook met een
staatsprijs onderscheiden film „Prijs de zee" hebben een filmfeest
beklonken dat is uitgeblonken door een grote belangstelling voor
een artistiek belangwekkend programma.
De film is niet dood, hij leeft als de veel genoemde Henry
de Lagardère, ondanks de televisie en andere bronnen van amuse
ment, waaraan het publiek zich kan laven. Dat is niet alleen in
f'JM