Vertegenwoordiging
van het Hoofdbestuur
Nijmegen stelt filmleetoraat in
Schriftelijke operateurscursus
worden; de druk van de naar monopolistische posities
strevende concerns zal sterker worden dan ooit en vele
van onze kleinere steden zullen het helemaal zonder bio
scoop moeten stellen.
Zelfs degenen, die maar weinig geven om de standaard
Britse of Amerikaanse film, zijn het er over eens, dat dit
maatschappelijk gezien een verandering ten kwade zou
zijn. De bioscoop is een gebruikelijke attractie en dege
nen, die in of nabij kleinere plaatsen wonen, hebben er
evenveel recht op om in een bioscoop ontspanning te
zoeken als zij, die in de grote steden wonen...
Bovendien, al is de televisie zowel voor jong als voor
oud populair, en al houden bepaalde zedenmeesters er
van omdat het ,rhet gezin samen thuis houdt", er zijn
..teenagers" die niet alle avonden door willen brengen
in een familiekring van zwijgende kijkers. Zij willen ver
scheiden avonden per week de deur uit en er zijn minder
prettige manieren om een avondje buitenshuis door te
brengen dan bioscoopbezoek.
Afgezien van welke maatschappelijke betekenis, welke
de bioscoop ook moge hebben, is het van belan° het de
Britse producenten mogelijk te maken de film te ontwik
kelen als een kunst'".
In aanwezigheid van vele genodigden en onder grote
belangstelling van het publiek wijdde de CV. Adex op
Donderdagavond 3 September j.1. haar nieuwe bioscoop
du Midi. welke thans het in de nacht van 2 op 3 Septem
ber 1957 geheel door brand verwoeste gelijknamige thea
ter vervangt, in met een zeer geslaagde galavoorstelling.
Het openingswoord werd gesproken door de Burge
meester van Amsterdam, Mr. G. van Hall. Onder de geno
digden bevonden zich tal van autoriteiten, waaronder de
Ambassadeur van Denemarken, de heer J. W. H. Eickhoff,
vele vooraanstaande persoonlijkheden uit de hoofdstad en
vertegenwoordigers uit alle geledingen van het Neder
landse filmbedrijf. De voorstelling werd opgeluisterd
door de aanwezigheid van de beide hoofdrolspelers van
de hoofdfilm, de bekende Nina en Frederik, en de regis
seur, de Deen Bent Christensen.
Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
was op deze avond vertegenwoordigd door de heer H. S.
Boekman, Vice-Voorzitter. en de heren L. Groen. J. P. M.
A. Smulders, R. Uges en A. F. Wolff.
Het bestuur van de St. Radboud-stichting heeft met in
gang van 1 October de heer A. van Domburg, chef van de
kunstredactie van het dagblad ..De Tijd-De Maasbode" en
lid van de Raad van Beheer van het Nederlands Film
instituut, benoemd tot lector in de filmwetenschap in de
Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte van de Rooms-
Katholieke Lniversiteit te Nijmegen. Zijn leeropdracht is
„De leer van de film als cultureel uitdrukkingsmiddel".
Met dit besluit heeft de Keizer-Karel-Universiteit zich
geschaard in de rij der talrijke universiteiten en acade
miën, die gelegenheid bieden tot de bestudering van
enkele of meerdere aspecten van het verschijnsel film, dat
door zijn complexe natuur een interdisciplinaire benade
ring vraagt.
Na de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, die
in het voorjaar 1957 Dr. J. M. L. Peters. Directeur van
de Stichting Nederlands Filminstituut, als privaat-docent
in de filmkunde in de Faculteit der Politieke en Sociale
Wetenschappen heeft toegelaten, is de Nijmeegse Alma
Mater met de instelling van dit lectoraat de tweede Neder
landse universiteit, die de filmkunde als universitair stu
dievak erkent.
Er bestond te Nijmegen trouwens reeds lang een bijzon
dere belangstelling voor de film. Op de met medewerking
van cle Rijksuniversiteit te Utrecht jaarlijks aldaar gehou
den Academische Filmstudieweken de zesde van dien
aard vond dit jaar plaats van 28 September tot en met
1 October pleegt men ook steeds Nijmeegse studenten
aan te treffen en op 4 October 1957 werd de Nijmeegse
Studenten Filmgroep ,,Eppur si muove" officieel opge
richt. Deze Filmgroep de eerste in ons land is geen
gezelligheids- of amusementsvereniging en evenmin een
zogenaamde filmliga, maar wil de film theoretisch en
practisch op een academisch niveau benaderen en vraagt
dus van haar leden wetenschappelijke toeleg, studie en
deelneming aan practische activiteiten. Haar doelstellin
gen zijn in het bijzonder: academische filmvorming, we
tenschappelijke filmstudie en propaedeuse voor de prac
tische beoefening der filmkunst. De nieuwe lector mag
zich dus bij voorbaat reeds verzekerd weten van een tal
rijk gehoor.
Het zal niemand verwonderen, dat de filmcriticus A.
van Domburg, die in Januari a.s. 65 jaar wordt, uilge
kozen is om het nieuwe lectoraat te vervullen. Hij was een
der eersten in ons land. die met inzet van zijn gehele
dynamische persoonlijkheid streed voor de erkenning van
de film als een zelfstandige kunstuiting en hij heeft zijn
gehele jounalislieke loopbaan voor die overtuiging pal
gestaan. Met zijn strijdvaardige pen heeft hij vooral grote
invloed uitgeoefend in Katholieke kringen en daar de
film gepropageerd op een ogenblik, dat dit op zijn minst
een gewaagde onderneming mocht gelden. Hij mag onge
twijfeld de grondlegger worden genoemd van de film-
vormende activiteit, welke in deze kring het meest ver
breid is en welke meer gericht is op de onafhankelijke en
zelfstandige beoordeling van films met kennis van zaken
dan op het terrein van de censuur. Deze eervolle, welver
diende benoeming kan hij zeker beschouwen als de bekro
ning van zijn arbeid. Wij wensen hem een iang en vrucht
baar lectoraat toe.
Op 10 September j.1. is een nieuwe operateurscursus
begonnen, waaraan, naar wij vernemen, nog deelnemers
kunnen worden toegevoegd mits zij zich zo tijdig mogelijk
laten inschrijven, daar anders de achterstand te groot zou
worden.
Volledigheidshalve herinneren wij er hier nog eens aan
dat bij deze schriftelijke cursus gebruik wordt gemaakt
van de tekst van het Handboek de Bioscooptechniek, zodat
de cursisten aan het einde van hun studie tevens het vol
ledige Handboek in hun bezit hebben.
Aanmeldingsformulieren en nadere inlichtingen kun
nen worden verkregen bij het secretariaat van het Oplei
dingsinstituut dat op het Bondsbureau is gevestigd.
16