Belasting op vermakelijkheden Baarn BeverwQk Rncphen (St. Willibrord) Vnght Zaandam Het College van Burgemeester en Wethouders van Baarn heeft enige tijd geleden aan de Raad dezer gemeente het voorstel gedaan het tarief voor de vermakelijkheidsbelas- ting op filmvoorstellingen, dat in deze gemeente tot dus verre 20 bedraagt, te veranderen in dier voege, dat voortaan de vertoning van Nederlandse films en van films als bedoeld in artikel 1, lid 2, 2e der Bioscoop wet zal worden belast met slechts 10 Dit voorstel is door de Gemeenteraad in zijn op Dins dag 6 October j.1. gehouden zitting ongewijzigd aan vaard. Deze nieuwe verordening zal in werking treden in de week, nadat het bericht van de goedkeuring van de Kroon zal zijn ontvangen, doch in geen geval vóór 1 Januari 1960. Het tarief voor de overige filmvoorstellingen blijft 20%. In de gemeente Beverwijk bedraagt het tarief voor voorstellingen, waarin uitsluitend films worden vertoond als bedoeld in artikel 1, lid 2, 2e der Bioscoopwet 10 en 30 bij vertoning van andere films. Naar aanleiding van herhaalde verzoeken van de zijde van de bioscoopexploitanten hebben Burgemeester en Wet houders op 5 November j.1. aan de Raad dezer gemeente voorgesteld genoemd tarief van 30 te verlagen tot 25%. Ter motivering van dit voorstel heeft het College onder meer aangevoerd, dat uit ter beschikking staande gegevens is gebleken, dat de door het publiek bestede bedragen en dus ook de netto aan de exploitanten ten goede komende bedragen sinds 1956 een betrekkelijk sterke daling ver tonen. Hierdoor komt de rentabiliteit in deze bedrijven in gevaar. Hoewel betreffende de oorzaken, welke tot deze ver mindering van het bioscoopbezoek hebben geleid, geen officiële gegevens voorhanden zijn, mag, naar de mening van het College, met zekerheid worden aangenomen dat het feit, dat het aantal ingezetenen welke zich een televisie toestel aanschaffen zeer sterk toeneemt, zo niet de enige dan toch de allerbelangrijkste factor is. Burgemeester en Wethouders zijn geneigd aan te nemen, dat de verminde ring van het bioscoopbezoek in plaats van een toeneming, zoals in hun groeiende gemeente overigens mocht worden verwacht, uitsluitend daaraan valt toe te schrijven. Indien het vorenstaande juist is dan bestaat er, naar de mening van het College welke mening door de bio scoopexploitanten wordt gedeeld grond voor de ver wachting, dat de verminderde belangstelling voor de bio scoop van tijdelijke aard zal zijn. Zodra het televisietoestel ingeburgerd is en het aantrekkelijke van het nieuwe heeft verloren, mag worden verwacht dat de belangstelling voor de bioscoopvoorstelling weer zal toenemen. Het lijkt zelfs waarschijnlijk, dat velen, die voorheen zelden of nooit een bioscoopvoorstelling bijwoonden, door de televisie voor de film hetzelfde zal gelden voor toneel en muziek -worden gewonnen, en deze daarna in de bioscoop zul len gaan zoeken. De Raad heeft dit voorstel in zijn op Donderdag 12 November j.1. gehouden vergadering ongewijzigd aan vaard. De nieuwe verordening treedt in werking op 1 Januari 1960 en zal voorlopig van kracht blijven tot 31 December 1961. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders heeft de Raad van de gemeente Rucphen in zijn op 14 April 1959 gehouden vergadering besloten het al gemeen tarief voor filmvoorstellingen (dat 20% be draagt) te verlagen tot 10 voor voorstellingen, waarin uitsluitend films worden vertoond als bedoeld in artikel 1, lid 2, 2e der Bioscoopwet en/of Nederlandse films. Ingevolge bij Koninklijk Besluit dd. 16 October 1959 verkregen goedkeuring is deze gewijzigde verordening per 1 November j.1. in werking getreden. Op 1 October 1959 is wegens bij Koninklijk Besluit verkregen goedkeuring in de gemeente Vught een gewij zigde verordening op de heffing van de vermakelijkheids- belasting in werking getreden, waarbij de algemene hef fing van 35 voor filmvoorstellingen verlaagd is tot 25 en op dit algemeen tarief verder een tweetal uit zonderingen zijn gemaakt. Op de eerste plaats wordt op bioscoopvoorstellingen, waarin uitsluitend films worden vertoond van Nederlands fabrikaat, in den vervolge slechts 10 belasting geheven, zulks onder de motivering, dat een Nederlandse filmpro ductie van groot cultureel belang is en de productie van Nederlandse hoofdfilms belemmerd wordt door het kleine taalgebied, waardoor het uiterst moeilijk is de productie kosten te amortiseren. De tweede uitzondering is een tarief van 15 voor de vertoning van films met een bijzondere waarde op gods- dienstig-zedelijk of maatschappelijk-cultureel gebied. Op Maandag 26 october 1959 is ingevolge Koninklijke goedkeuring in de gemeente Zaandam in werking getreden een gewijzigde verordening op de heffing van de verma- kelijkheidsbelasting, vastgesteld door de Raad in zijn ver gadering van 29 April 1959. Ingevolge deze wijziging is het algemeen tarief van 35 verlaagd tot 25 met dien verstande, dat een bij zonder tarief van 10 is ingevoerd voor voorstellingen, waarin als hoofdfilm een Nederlandse film wordt ver toond, die geen reclame- of actualiteitenfilm is. Het tarief voor bioscoopvoorstellingen, waarin uitslui tend films worden vertoond, die door de in artikel 15 van de Bioscoopwet bedoelde Centrale Commissie zijn gekeurd als hebbende betrekking op onderwerpen van weten schap, nijverheid, landbouw en handel, is van 25 ver laagd tot 15 Bovendien heeft de Raad op voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten om bij de invoering van deze nieuwe tarieven uit overwegingen van billijkheid geen onderscheid meer te maken tussen bioscoopvoorstellingen en andere filmvertoningen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1959 | | pagina 10