SIP
Wanneer men de doekbreedte nauw aan de zaallengte
gaat koppelen, heeft het eveneens zin het scherm sterk ge
bogen op te stellen. Het scherm gaat de toeschouwer dan
min of meer omsluiten, hetgeen de indruk van bij het
filmgebeuren tegenwoordig te zijn aanzienlijk blijkt te
versterken. De buiging van een Todd AO-scherm tussen
14 en 20 m breed, zal ongeveer variëren tussen 4 en 5 m
hetgeen dus een zeer diepe holling betekent waarbij
veel afhang van de vraag of horizontale of althans bijna
horizontale projectie mogelijk is. Bij projectie onder een
hellingshoek van enige betekenis treedt namelijk, naar
mate de buiging van het scherm dieper wordt, een dienover
eenkomstige vertekening op, waardoor alle voordelen van
het systeem teniet worden gedaan. De holling van een
Todd AO-scherm is dus sterk afhankelijk van de omstan
digheden ter plaatse.
Dat de industrie in de mogelijkheden van de 70 mm
film gelooft blijkt wel uit het feit, dat alleen al in de
Europese sector drie grote ondernemingen 70 mm projec
toren kunnen leveren, te weten Philips in eigen land,
Bauer in Duitsland en Cinemeccanica in Italië. Al deze
projectoren zijn zodanig geconstrueerd dat zij ook voor
De Bauer U 2 projector voor 70 en 35 mm filmprojectie.
Grootte-vergelijking normaal en Todd AO projectie-objectief. In
de beide hier afgebeelde gevallen bedraagt de brandpuntsafstand
65 mm.
35 mm gebruikt kunnen worden, zodat men dus niet aan
één systeem is gebonden. Bovendien zijn in het buitenland
projectieschermen geconstrueerd waarvan niet alleen de
kadrering, maar ook de holling instelbaar is. Bij overgang
van 70 mm film op bijvoorbeeld 35 mm cinemascope-
film kan men de holling van het scherm verminderen.
Nadere constructieve gegevens ontbreken nog.
Een praktische belemmering voor een grootscheepse
verbreiding van de 70 mm projectie op korte termijn,
wordt vooralsnog gevormd door de hoge aanschaffings-
kosten van de daarvoor noodzakelijke technische appara
tuur. Niet alleen de zeer robuste projectoren en dito ob
jectieven op de bijzondere samenstelling waarvan wij
in een volgende publicatie nog nader zullen terugkomen
zijn duur, maar vooral ook het met de 70 mm film
ingevoerde zes-kanalige magnetisch geluidsregistratie
systeem, stelt hoge eisen aan het budget van de bioscoop
ondernemer. De resultaten voor wat betreft beeld en ge
luidskwaliteit zijn evenwel verbluffend.
De verdere ontwikkeling van de „breedfilm" zal uiter
aard voor een belangrijk deel afhangen van de bereidheid
en de economische mogelijkheden van de bioscooponder
nemers in de wereld, om nog meer in hun bedrijven te
investeren dan in de afgelopen jaren reeds is geschied,
teneinde het publiek het best te bieden van wat, althans
qua techniek, op de filmmarkt beschikbaar is, respectieve
lijk zal komen.
Wanneer wij de Amerikaanse persberichten mogen ge
loven, waarin wordt aangekondigd dat in 1960 maar liefst
10 van de Amerikaanse hoofdfilmproduktie op het
70 mm formaat zal worden gemaakt, dan kunnen mij
moeilijk anders concluderen dan dat de 70 mm film inder
daad in opmars is.
(De in bovenstaande publicatie verwerkte gegevens zijn
ten dele ontleend aan Bauer Filmpost no. 24, 1959).
22
:8%¥$$M