Zou een dergelijke versterking van het filmverhuurbedrijf
niet automatisch een verzwakkende invloed hebben op
productie en exploitatie? Het blad meent deze vraag in
het algemeen niet te kunnen beantwoorden, aangezien dit
af zou hangen van het karakter der betrokken concentra
ties. Het veronderstelt, dat veel presterende filmproducen
ten hun positie ook onder die gewijzigde omstandigheden
zullen kunnen handhaven. De verhouding tussen nieuwe
„superverhuurkantoren" en bioscopen zou niet op de
laatste plaats afhankelijk zijn van de wijze waarop de
concentraties zich zouden voltrekken, bijvoorbeeld met
inbegrip van productiezaken en eigen theatercircuits. Ban
kierskringen zouden de mening verkondigen, dat de tele
visie op den duur toch tot een meer individuele formu
lering van leveringsvoorwaarden en verhuurpercentages
zou dwingen.
Als een belangrijk nadeel ziet men bij een eventuele
verhuurconcentratie het feit, dat de tot dusver in de regel
De Wajana-indiaan Majoegwana
een der spelers in de binnenkort
verschijnende hoofdfilm „FAJA
LOBBl („VURIGE LIEFDE"),
die Herman van der Horst in
Suriname maakte.
als „eenmansbedrijf" werken
de verhuurkantoren anonieme
supercreaties zouden worden,
die in organisatorisch, koop
manschappelijk en niet op de
laatste plaats in filmecono-
misch opzicht aan geheel an
dere wetten onderworpen zou
den zijn. Voor de machtsver
houdingen binnen deze con
centraties zou indien zij
althans niet enkel en alleen
in de vorm van werkgemeen
schappen zouden opereren
de oorspronkelijke positie
van de betrokken firma's van
doorslaggevende betekenis
zijn, een positie, welke zich
tengevolge van de ongewone
marktschommelingen van de
laatste jaren maar moeilijk
op de juiste wijze en in het
belang van de betrokkenen
laat bepalen. Het personeel
probleem, dat zich dan onge
twijfeld bij de top voor zou
doen, zou zich ook naar bene
den kunnen uitstrekken, voor
al in de verkooporganisatie,
welker rationalisering on
losmakelijk verbonden zou
zijn met het opgeven van tal
van posities. De keuze van
toekomstige medewerkers is
bij de huidige stand van de
onderhandelingen even zo
moeilijk op te lossen als het
bepalen van de afzonderlijke
invloed van de oorspronke
lijke ondernemingen op het
zakelijke beleid van de top-
concerns.
Het blad besluit zijn beschouwing met de opmerking,
dat de onzekerheid over het begin van de filmliberali-
sering op de Euromarkt en vooral over het tempo waarin
deze zich zal voltrekken, het nemen van beslissingen, welke
de investering van vele millioenen tot gevolg zou hebben,
niet gemakkelijker maakt. Daarentegen wordt de concen
tratie in de hand gewerkt door de mogelijkheid, dat de
over een tweede televisieprogramma gemaakte bindende
afspraken met de bestaande studio's, waarbij, naar ver
nomen wordt, nieuwe verhuurgroepen zich met succes heb
ben ingeschakeld, dit jaar zullen kunnen worden nageko
men. Daarbij zullen niet alleen de reële waarden van de
studio's en de gebruiksrechten een rol spelen, maar ook
de opgedane ervaring, de aanwezige filmstock, maar vóór
alles de in dienst van de verhuurkantoren en hun dochter
maatschappijen staande of daarmede relaties onderhou
dende artistieke en technische medewerkers.
18