Ü.S.A.
Fiera Internazionale di Milano
Filmbezoek iets gestegen
Amerikaanse films
Buitenlandse films
1958 1959
123
31
97
218
150
recettes over de eerste vijf jaar van haar exploitatie, wat
dus in de practijk betekent over haar gehele roulement.
Voorts wordt op een zeer enkele uitzondering na
jaarlijks aan iedere nieuwe Italiaanse speelfilm een „kwa
liteitsprijs" van 25 millioen lire 150.000,toege
kend, ontvangen jaarlijks 80 korte films in kleuren elk
een „prijs" van 6 millioen lire 36.000,en 40 korte
films in zwart en wit elk een uitkering van 3 millioen lire
18.000—).
Last but not least wordt jaarlijks een bedrag van 1250
millioen lire 7.500.000,ter beschikking gesteld
voor de ontwikkeling van de kunstzinnige en technische
aspecten van het filmwezen, uit welk bedrag ook de Ita
liaanse filmacademie, het Centro Sperimentale di Cine-
matografia, een aanzienlijke subsidie ontvangt.
Als de jaarlijkse Fiera di Milano op 12 April a.s. weder
om haar poorten opent, zullen de bezoekers een nieuw
paviljoen van meer dan 2.000 m2 oppervlakte kunnen be
wonderen, dat het opschrift „Cine Club" draagt en be
stemd is voor de „Internationale Markt van de Speelfilm
en de Documentaire Film". Deze „Markt", die voor de
eerste keer van 12 tot 27 April 1960 wordt gehouden,
heeft ten doel de onderscheiden technische, commerciële
en productie-activiteiten van het filmbedrijf te laten pro
fiteren van de steeds groeiende internationale belangstel
ling voor deze jaarbeurs. Met de „Filmbijeenkomsten"
hoopt men in het bijzonder het contact tussen zakenlieden
van elke tak van het huidige filmwezen te bevorderen,
met het doel om in het belang van alle betrokkenen
de internationale uitwisseling van speelfilms en documen
taires te stimuleren.
Er is geen beperking gesteld met betrekking tot het
aantal films, dat iedere producent op de „Markt" kan
brengen, al zullen films, welke als strijdig met morele,
religieuze of nationale gevoelens worden beschouwd, ge
weigerd kunnen worden. De films worden pas toegelaten,
wanneer aan de directie de ingevulde en ondertekende
aanvraagformulieren door de auteursrechthouder of diens
gemachtigde zijn toegezonden. De ingeschreven films wor
den met al haar bijzonderheden kosteloos in de catalogus
van de „Markt" alsook in het „Informatiebulletin" opge
nomen. De betrokken producenten hebben vrije toegang
tot de „Cine Club", kunnen showrooms voor screenings
reserveren en gebruik maken van de service (telefoon,
telegraaf, telex, tolken, juridische adviezen, kluizen enz.)
van de „Cine Club".
Tot de „Cine Club" met gebruik van de geboden
service wordt iedereen toegelaten, die persoonlijk door
een producent is uitgenodigd of op aanvrage bewezen
heeft in de filmhandel zijn bedrijf uit te oefenen.
De bruto-recettes van de in de Verenigde Staten ge
vestigde bioscopen zijn volgens de Motion Picture
D i v i s i o n van het Amerikaanse Ministerie van
Handel in 1959 met 7 gestegen ten opzichte van
1958. Het departement verklaarde in zijn nieuwjaars-
bericht, dat ook het bioscoopbezoek voor het eerst in
jaren een besliste neiging tot stijgen vertoont, maar dat
de productie van films verder is teruggelopen en het er
niet naar uitziet, dat deze voorlopig zal stijgen. De Motion
Picture Division wees er voorts op, dat deze terugloop in
de hoeveelheid vervaardigde films enigszins gecompen
seerd werd door kostbaarder producties, maar gaf toe,
dat de bioscoopexploitanten voortdurend kritiek uitoefenen
op de langzaam dalende productiecijfers.
Volgens de „P roduction Code Administra-
t i o n" heeft deze instantie in 1959 haar fiat gegeven aan
223 films tegen 288 in 1958, te verdelen als volgt:
Geproduceerd en gedistribueerd door de
leden-maatschappijen van de M.P.A.A.
Geproduceerd door niet-leden, maar ge
distribueerd door leden
Geproduceerd en gedistribueerd door
niet-leden
Totale aantal Amerikaanse films
Geproduceerd en gedistribueerd door de
leden-maatschappijen van de M.P.A.A.
Geproduceerd door niet-leden, maar ge
distribueerd door leden
Geproduceerd en gedistribueerd door
niet-leden
Totale aantal buitenlandse films
53
42
22
8
6
55
55
7
12
70
73
Uit vorenstaande gegevens blijkt op de eerste plaats,
dat niet alleen de producties van de maatschappijen zelf
aanzienlijk zijn teruggelopen, maar ook de door haar ge
financierde producties van onafhankelijke producenten.
De buitenlandse productie heeft daarentegen de laatste
jaren een langzaam stijgend aandeel in de Amerikaanse
markt, vooral ook in de opbrengsten. Was de recette
opbrengst van de buitenlandse films enige jaren geleden
nog te verwaarlozen in vergelijking met de revenuen van
de Amerikaanse films op de eigen markt, thans belopen
zij al meer dan 50 millioen 190.000.000,tegen
$30 millioen in 1958 114.000.000,—), een toename
van 66 in één jaar tij ds. Het aantal bioscopen dat
buitenlandse films vertoonde, steeg in 1959 van 450 tot
550. Maar belangrijker is het feit, dat langzamerhand in
het Amerikaans nagesynchroniseerde buitenlandse films
ook in de gewone Amerikaanse bioscopen doordringen.
Enkele jaren geleden was een buitenlandse film met meer
dan 500 bookings een zeldzaamheid, nu zijn 3000 en meer
speeldata voor een buitenlandse film niets ongewoons. De
Amerikaanse bioscoopexploitant begint te ontdekken, dat
ook met deze films goede resultaten bereikt kunnen wor
den en het zeer chauvinistische publiek begint er aan te
wennen. De vakbladen geven reeds uiting aan hun over
tuiging, dat er voor de Europese films groeiende mogelijk
heden zijn op de Amerikaanse markt.
21